FiqhIslamitische wetenschappenUncategorized

Het Goddelijk Ordeel betreffende: De gezichtssluier (An niqaab)

Het idee dat de vrouw haar gezicht behoort te bedekken en enkel de ogen mag tonen is een mening gebaseerd op de bronnen van wetgeving van Islam en daarom een valide islamitische mening. Sommige geleerden van de verschillende wetsscholen in Islam hebben deze mening geadopteerd. Een andere mening, evenzo gebaseerd op de bronnen van wetgeving van Islam, is dat de gezichtssluier (niqaab) voor vrouwen niet verplicht is. Deze mening is daarmee evenzo een valide islamitische mening, en verscheidene geleerden van de verschillende wetsscholen in Islam hebben deze mening geadopteerd.

Degenen die van mening zijn dat de niqaab een plicht is voor vrouwen, zijn de mening aangedaan dat het gebied van schaamte (‘awra) van de vrouw het gehele lichaam betreft en dat enkel bij het gebed het gezicht en de handen ontbloot mogen zijn. Zij baseren hun mening op de volgende verzen van de Koran:

“En als jullie hen (de vrouwen van de Profeet) iets vragen, vraag het dan van achter een scherm.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 53)

Het vers is duidelijk in haar betekenis wanneer men uit “scherm” een gezichtssluier begrijpt zoals deze geleerden doen.

“O profeet! Zeg je vrouwen en je dochters en de vrouwen van de gelovigen dat ze met hun gewaden hun lichaam bedekken. Dat zal beter zijn, zodat ze herkend zullen worden en niet lastig gevallen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 59)

Deze geleerden zijn van mening dat “hun lichaam” impliceert dat ook het gezicht door het gewaad bedekt hoort te zijn.

“En blijf in jullie huizen, en vertoon jullie zelf niet zoals in de tijd van onwetendheid.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 33)

Deze geleerden stellen dat “blijf in jullie huizen” de gezichtssluier symboliseert.

Ook uit de Soenna van Boodschapper van Allah (saw) halen de mensen die het gebod van de niqaab aanhangen hun bewijzen. Zo brengen deze mensen naar voren dat de Boodschapper van Allah (saw) heeft gezegd: “Heel de vrouw is ‘awra.” En dat Oemm Salama (ra) heeft overgeleverd: “Hafsa en ik zaten tezamen met de Profeet (saw) toen Ibn Oemm Maktoem toestemming vroeg om binnen te komen. Daarom zei de Profeet (saw) tegen ons: ‘Zonder jullie van hem af’. Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah. Hij is blind en kan niet zien’. De profeet zei: ‘Zijn jullie beiden blind. Kun jij hem niet zien?’.”

Dit zijn de bewijzen die degenen die van mening zijn dat een gezichtssluier verplicht is en dat heel het lichaam van de vrouwen ‘awra is, aandragen. Onze mening, echter, is dat deze bewijzen niet toepasselijk zijn bij het onderwerp, en dat daarom deze beide ideeën onjuist zijn.

Betreffende het vers van het “scherm” en het vers waarin Allah (swt) zegt “blijf in jullie huizen”, wanneer men deze verzen in hun geheel beschouwt dan is duidelijk dat deze geboden specifiek de vrouwen van de Profeet (saw) betreffen:

“O jullie die geloven. Treedt niet binnen in de huizen van de Profeet voordat jullie toestemming is gegeven om een maaltijd te nuttigen, (en in dat geval) niet (zo vroeg) dat jullie moeten wachten tijdens het bereiden van de maaltijd. Maar wanneer jullie uitgenodigd zijn treedt dan binnen, en wanneer jullie uitgegeten zijn gaat dan uit elkander zonder voor een conversatie te blijven wachten. Want voorwaar, dergelijk gedrag irriteert de Profeet en hij is verlegen om jullie te vragen te vertrekken, maar Allah is niet bang om jullie de waarheid te vertellen. En als jullie hen (de vrouwen van de Profeet) iets vragen, vraag het dan van achter een scherm. Dat is reiner voor jullie harten en voor hun harten. En het is niet juist dat jullie de Boodschapper van Allah zouden irriteren en dat jullie ooit met een van zijn vrouwen zouden trouwen na hem. Voorwaar! Bij Allah zal dat groots (in zonde) zijn.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 53)

Dit vers is duidelijk geopenbaard betreffende de vrouwen van de Profeet (saw) specifiek en daarmee specifiek voor enkel hen. Het heeft geen betekenis bij vraagstukken met betrekking tot de vrouwen van de moslims anders dan de vrouwen van de Profeet (saw). Ter beargumentering van deze opvatting betreffende dit vers is er de overlevering van ‘Aiesja (ra) waarin zij zegt: “ ‘Oemar bin al Chattab zei gewoonlijk: ‘O Boodschapper van Allah, vraag je vrouwen om sluier te dragen’, maar de Boodschapper van Allah deed dit niet. Op een nacht ging Sauda, de dochter van Zarn’a, de vrouw van de Boodschapper van Allah, naar buiten [om zich te ontlasten] terwijl het donker was. Ze was een lange vrouw. ‘Oemar riep haar en zei: ‘Saude, we herkennen je!’. Allah (swt) openbaarde toen de verzen betreffende het scherm geopenbaard.” (Moeslim). En van ‘Oemar (ra) zelf is overgeleverd: “Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah! Goede en slechte mensen komen naar jouw, dus ik stel voor dat je de Moeders van de Gelovigen [de vrouwen van de Boodschapper van Allah] de opdracht geeft om een sluier te dragen’. Allah openbaarde toen de verzen van het scherm”. (Boechari).

Dus de reden voor openbaring (sabab an noezel) maakt duidelijk dat de toepassing van dit vers beperkt is tot de vrouwen van de Profeet (saw). Ook het vers dat stelt “blijf in jullie huizen” is duidelijk specifiek voor de vrouwen van de Profeet (saw) wanneer men deze in haar geheel beschouwt:

“O vrouwen van de Profeet! Jullie zijn niet als andere vrouwen. Als jullie je verplichtingen (tegenover Allah) na komen, spreek dan niet met zachte stem, opdat hij in wiens hart een ziekte is zich zou laten verleiden, maar spreek op gepaste wijze. En blijf in jullie huizen, en vertoon jullie zelf niet zoals in de tijd van onwetendheid, en verricht het gebed, en geef de zakat en gehoorzaam Allah en Zijn Boodschapper. Allah wil enkel Ar Riis van jullie weg nemen, oh leden van het huishouden (van de Profeet) en jullie reinigen met een grondige reiniging.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Ahzaab 33, vers 32 – 33)

Heel expliciet stelt Allah (swt) “O vrouwen van de Profeet! Jullie zijn niet als andere vrouwen”, daarmee duidelijk makend dat dit vers werkelijk enkel betrekking heeft op de vrouwen van de Profeet (saw).

Voor wat betreft de overlevering van Oemm Salama (ra), deze hadieth wordt weergegeven door Aboe Dawoed en anderen op naam van Nabhan. Het betreft ook hier enkel vrouwen van de Profeet (Oemm Salama en Hafsa).

Betreffende de vraag of de handen en het gezicht nu onderdeel zijn van de ‘awra van de vrouw, zoals de hadieth “heel de vrouw is ‘awra” aangeeft, Allah (swt) zegt:

“En dat zij niet hun schoonheden tonen buiten hetgeen ervan zichtbaar is” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Noer 24, vers 31)

Heel duidelijk ontheft Allah (swt) de moslim vrouwen van het tonen van hetgeen zichtbaar is. De vraag is dan wat precies is “hetgeen zichtbaar is”. Ibn Abbaas (ra) was van mening dat in dit vers “hetgeen zichtbaar is” staat voor de handen en het gezicht. Verschillende imaams, waaronder At Tabari, Qoertoebi en Al Zamachshari, hebben deze uitleg geadopteerd. Buiten dit, de vrouwen waren gewoon hun handen en gezichten te tonen aan de Profeet (saw) zonder dat hij hier bezwaar tegen aantekende. Asmaa bint Abi Bakr (ra) kwam eens met een doorzichtige kleed tot de Boodschapper van Allah (saw). De Boodschapper van Allah (saw) keek van haar weg en zei: “O Asmaa, wanneer een vrouw de leeftijd van de menstruatie bereikt heeft mag ze niets meer dan deze delen van het lichaam laten zien” en hij toonde daarbij zijn handen en zijn gezicht. (Aboe Dawoed).

En Oemm ‘Atiyya heeft gezegd: “Wij gaven de bai’a aan de Boodschapper van Allah, en dus reciteerde hij voor ons dat wij niemand met Allah mochten vereenzelvigen en hij verbood ons jammerlijk te huilen (over de doden). Een vrouw van onder ons trok haar hand terug en zei: ‘deze-en-deze vrouw heeft me gelukkig gemaakt en ik wil haar belonen (door jammerlijk te huilen wanneer zij een geliefde verliest). Hij zei niets, de vrouw ging weg en kwam toen terug.” (Boechari).

Deze hadieth maakt duidelijk dat de vrouwen gewoon waren hun hand te geven aan de Profeet (saw) bij het geven van de bay’a. Voor wat betreft de overlevering van ‘Aiesja (ra) waarin zij zegt: “De hand van de Boodschapper van Allah (saw) heeft nooit een hand aangeraakt van een vrouw anders dan zijn eigen vrouwen.” (Boechari).

Deze overlevering vertelt van ‘Aiesja’s (ra) ervaring en de begrensdheid in haar kennis. Bovendien, omdat de hadieth van Oemm ‘Atiyya (ra) een specifieke gebeurtenis betreft verricht in aanwezigheid van de Boodschapper van Allah (saw), behoort deze hadieth aangenomen te worden als te prefereren boven die van ‘Aiesja (ra) die enkel haar mening weergeeft.

Wat blijft is Allah (swt) die zegt:

“En dat zij niet hun schoonheden tonen buiten hetgeen ervan zichtbaar is” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Noer 24, vers 31)

En:

“En laten zij hun sluiers over hun boezem slaan” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Noer 24, vers 31)

Allah (swt) gebruikt het woord choemoer voor sluiers, het meervoud van chimaar. Djoejoeb wordt gebruikt voor boezem, het meervoud van djayb. Dus Allah (swt) zegt dat de chimaar moet worden gedragen om de djayb van de vrouw te bedekken, wat betekent de nek en dus niet het gezicht.

Dan zijn er nog mensen die stellen dat het verbergen van het gezicht van de vrouw verplicht is omdat dit anders onrust (fitna) teweeg zou brengen. De voornaamste reden waarom dit niet juist is, is de volgende:

Het gebruik van “vrees voor fitna” als reden (illa) om iets te verbieden is zonder bewijs in de teksten van de Sjari’a: noch expliciet (sarahatan), noch in de vorm van indicatie hiertoe (dalalatan), noch kan men dit begrip ergens uit extraheren (istanbatan), noch op basis van analogie (qiyas). Het is dus niet een reden gebaseerd op de Sjari’a, omdat nergens de Sjari’a zegt of de indruk geeft te zeggen dat vrees voor fitna een reden mag zijn om iets te verbieden. Veel eerder is dit een rationele overweging, maar hierin schuilt geen wetgeeflijke reden. Wanneer men zoekt naar het Goddelijk Oordeel dan zijn rationele overwegingen niet van toepassing, en daarom kan deze overweging ook niet gebruikt worden bij de kwestie van de gezichtssluier.

Daarom is het onze mening dat de vrouw haar hoofd en hals behoort te bedekken, maar dat het haar toegestaan is haar gezicht te tonen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button