FiqhIslamitische wetenschappen

Het Goddelijke Oordeel betreffende: Verzekering (At ta’amien)

Verzekeringen zijn een alledaags onderdeel van het leven in een niet-islamitisch systeem. Verzekeringsondernemingen zijn grote, multinationale ondernemingen geworden met miljarden aan jaarlijkse omzet. Zij bieden verzekeringen aan in alle soorten en maten en men kan feitelijk alles door hen laten verzekeren. In een poging om onzekerheden in het leven uit te sluiten, waartoe ieder mens een instinctieve neiging heeft, maakt een meerderheid van de mensen gretig gebruik van de mogelijkheid tot verzekeren. Een doorsnee gezin heeft al snel een levensverzekering, een uitvaartverzekering, een ziektekostenverzekering, een brandverzekering op het huis, een inboedelverzekering, een autoverzekering, een verzekering voor geval van arbeidsongeschiktheid en een voortdurende reisverzekering. Soms is de persoon van staatswege verplicht verzekeringen af te sluiten, zoals in geval van de autoverzekering en de ziektekostenverzekering. Ook de moslim wordt dus onherroepelijk geconfronteerd met het feit van verzekeringen. Omdat op iedere moslim de plicht rust om alvorens een handeling te verrichten na te gaan wat het Goddelijk Oordeel betreffende handeling is, opdat de moslim zijn handelingen kan richten naar de geboden en verboden van Allah (swt), is het dus noodzakelijk dat de moslim een idee ontwikkelt over het Goddelijk Oordeel betreffende verzekeringen. Staat Islam dit toe of niet?

Wat is verzekering precies?

Ter definiëring van verzekering helpt het dat er voorbeelden te over zijn van verzekeringen. Prominent zijn ondermeer de reeds genoemde levensverzekering, de uitvaartverzekering, de ziektekostenverzekering, de brandverzekering, de inboedelverzekering en de autoverzekering.

De veelal verplichte autoverzekering valt in twee delen uiteen. Er is de autoverzekering waaronder de verzekeringsnemer, oftewel de verzekeringsmaatschappij, garandeert dat schade bij een derde partij veroorzaakt door de verzekerde in een rol als automobilist, vergoed zal worden. Dit is de zogenoemde (burgerlijke) aansprakelijkheidverzekering en deze is zowel in België als Nederland verplicht voor iedere eigenaar van een ingeschreven auto. Hiernaast bestaat de optionele autoverzekering waaronder de verzekerde ook schade aan het eigen voertuig vergoed kan krijgen door de verzekeringsnemer. Dit is de zogenoemde all-risk (“alle risico’s”) verzekering. In beide gevallen sluiten de verzekerde en de verzekeringsnemer een formele overeenkomst. Zij komen dus een contract overeen, waarin onder meer wordt uiteengezet welk feit de basis voor de verzekering vormt (de precieze auto); de termijn waarvoor de verzekering geldig zal zijn; de premie die de verzekerde zal betalen aan de verzekeringsnemer voor de verzekering; de details betreffende rechten voor de verzekerde (wanneer is er recht op claimen, oftewel een beschrijving van de specifieke gebeurtenissen waarvoor de verzekering geldt); alsmede de details betreffende de plichten voor de verzekerde en de rechten voor de verzekeringsnemer (de clausules waarin het voorbehoud uiteengezet wordt, oftewel wanneer hoeft de verzekeringsnemer ondanks schade toch niet uit te betalen).

Brandverzekeringen kennen meestal als feit een onroerend goed, waarvoor wordt afgesproken hoeveel de verzekeringsnemer aan de verzekerde zal uitkeren bij schade aan het goed ten gevolge van brand. Net zoals bij alle verzekeringen, neemt ook hier de afspraak de vorm aan van een formele overeenkomst waarin uiteengezet wordt het feit dat de basis voor de verzekering vormt (het onroerende goed); de termijn waarvoor de verzekering geldig zal zijn; de premie die de verzekerde zal betalen aan de verzekeringsnemer voor de verzekering; de details betreffende rechten voor de verzekerde; alsmede de details betreffende de plichten voor de verzekerde en de rechten voor de verzekeringsnemer.

Bij ziektekostenverzekeringen zijn het de kosten die resulteren uit ziekte of algemeen onwelzijn die het onderwerp van de verzekering zijn. Het contract tussen verzekerde en verzekeringsnemer specifieert voor de ziektekosten verzekering feitelijk hetzelfde als voor de eerder genoemde verzekeringen, maar hier in het bijzonder de kosten die vergoedt zullen worden, in welke mate en in welke gevallen.

Bij de levensverzekering betreft het feit van verzekering het leven van de verzekerde. Het contract van verzekering in deze bevat buiten de standaard clausules met betrekking tot premie, verzekerde bedrag, rechten / plichten voor de verzekerde en rechten voor de verzekeringsnemer, tevens een clausule die specifieert aan wie het verzekerde bedrag uitbetaald zal moeten worden in geval de beschreven gebeurtenis zich voordoet, oftewel in geval de verzekerde sterft. Meestal is dit aan de directe nakomelingen en / of familie.

In geval van een uitvaartverzekering betreft het feit van verzekering de uitvaart van de verzekerde na zijn overlijden. Het contract specifieert in deze de betalingen die de verzekerde tijdens zijn leven aan de verzekeringsnemer zal doen, alsmede de kosten van de uitvaart die de verzekeringsnemer zal vergoeden dan wel voor haar rekening zal nemen en in welke gevallen de verzekeringsnemer toch niet deze plicht hoeft na te komen.

Wat deze behandeling van verschillende typen van verzekeringen duidelijk maakt is dat in alle gevallen de verzekering een contract is waarin wordt overeengekomen hoeveel uitgekeerd moet worden door de verzekeringsnemer, aan wie, bij welke specifieke gebeurtenis (wanneer) en in ruil voor welke premie (waarvoor). Als zodanig wordt de verzekering het best beschreven als een vorm van garantie (dhamaan) van de zijde van de verzekeringsnemer tegenover de verzekerde, met als karakteristieken dat de garantie niet is dat een specifieke gebeurtenis zich niet voor zal doen, maar dat vergoeding zal volgen in geval de specifieke gebeurtenis zich voordoet; in ruil voor compensatie. De verzekeringsnemer garandeert namelijk niet dat brand, diefstal of sterven niet plaats zullen vinden, maar hij garandeert dat de verzekerde vergoedt zal worden in geval brand, diefstal of sterven zich voordoen, in ruil voor een premie. Dit is daarmee de essentie van de verzekering, de realiteit waarvoor het Goddelijk Oordeel gezocht moet worden.

Het Goddelijk Oordeel betreffende verzekeringen

Een alomvattende beschouwing van de realiteit van verzekering doet inzien dat zij baatil zijn, oftewel onverenigbaar zijn met Islam en daarmee haraam. De eerste reden hiervoor betreft het contract van de verzekeringsovereenkomst. Volgens Islam is een contract enkel rechtsgeldig indien zij aan de volgende vier voorwaarden voldoet:

  1. Er is sprake van twee partijen
    2. Er is sprake van een feit of het voordeel van een feit
    3. Er is sprake van een aanbod
    4. Er is sprake van acceptatie van het aanbod

De reden hiervoor is dat volgens Islam een geldige overeenkomst of een ruil betreft zoals bij verkoop, waarbij een feit in de handen van een ander overgaat met een compensatie voor degene die afstand doet van het feit; of een gift betreft, waarbij een feit in de handen van een ander overgaat zonder een compensatie voor degene die afstand doet van het feit; of een verhuur betreft, waarbij het voordeel van een feit in de handen van een ander overgaat met een compensatie voor degene die afstand doet van het voordeel van het feit; of uitlenen betreft, waarbij het voordeel van een feit in de handen van een ander overgaat zonder een compensatie voor degene die afstand doet van het voordeel van het feit.

Het contract van verzekering voldoet niet aan deze islamitische vereisten voor een contract, want bij de verzekering is geen sprake van verkoop, danwel gift, danwel verhuur, danwel uitlenen. Het contract van verzekering betreft niet een feit of het voordeel van een feit dat overgaat van de handen van de één in de handen van een ander. Het feit van de overeenkomst bij verzekering is een garantie. Weliswaar gaat geld over van de handen van de verzekeringsnemer in de handen van de verzekerde, maar dit is niet het feit van het contract maar het resultaat van het contract. Omdat het contract van verzekering niet voldoet aan de islamitische vereisten voor contracten, is het contract van verzekering baatil en is de overeenkomst van verzekering baatil en dus haraam.

Bovendien, zoals gezegd, behelst de verzekering feitelijk een garantie van de zijde van de verzekeringsnemer tegenover de verzekerde dat een vergoeding zal resulteren in geval een specifieke situatie zich voordoet, in ruil voor een premie. Ook de garantie kent naar idee van Islam bepaalde eigenschappen, en de verzekering voldoet evenmin aan de Islamitische vereisten voor de garantie.

Aboe Dawoed heeft overgeleverd van Jabir die heeft gezegd: “De Profeet deed geen gebed voor de persoon die stierf in het bezit van schulden. Hij (saw) zei: ‘Heeft hij schulden?’ Men zei: ‘Ja, twee dinar.’ Hij zei: ‘Bid voor jullie vriend.’ Aboe Qatada al Ansari zei: ‘O Profeet van Allah, ze (de schulden) zijn op mij.’ Daarop verrichtte de Profeet het gebed voor de man.”

Uit deze overlevering resulteert inzicht in de eigenschappen van de garantie naar idee van Islam. Aboe Qatada beloofde de verplichtingen van de gestorven persoon ten opzichte van de schuldeiser op zichzelf te nemen als een verplichting voor zichzelf. Oftewel, Aboe Qatada verbond de verplichtingen van de overleden persoon aan de verplichtingen op zichzelf. Aboe Qatada heeft op zich genomen de plicht van de gestorven persoon om de schuldeiser zijn recht (haqq) te geven, namelijk aflossing van de schuld. Dit is de essentie van garantie volgens Islam, de verbinding van verplichtingen: één persoon (de dhaamin) neemt tegenover een tweede persoon (de madhamoen lahoe) op zich de verplichtingen van een derde persoon (de madhamoen ‘anhoe), zonder compensatie hiervoor te verlangen. Een preconditie voor de garantie is dat het een financieel recht is dat de persoon heeft tegenover de tweede persoon dat reeds acuut is, zoals in het voorbeeld van Aboe Qatada, of dat in de toekomst acuut gaat worden, zoals wanneer iemand tegen een ander zegt: “Verkoop maar aan hem en ik garandeer je dat je betaalt zult worden.”

Vergelijkt men de overeenkomst van verzekering met de door de Sjari’a vastgestelde eigenschappen van de garantie, dan blijkt het volgende:

Ten eerste, bij de verzekering wordt niet gesproken over een garantstelling maar enkel over de overdracht van geld in geval een specifieke gebeurtenis zich voordoet. De verzekeringsnemer geeft niet aan de verplichtingen van de verzekerde tegenover derden op zich te nemen, maar geeft aan een bepaalde uitkering te doen in geval een specifieke gebeurtenis zich voordoet. Uit de bewoording van de verzekeringsovereenkomst blijkt dus dat zij niet een garantie is.

Ten tweede, in de garantie neemt een persoon als verplichting op zich het financiële recht dat een tweede persoon heeft tegenover een derde persoon. In geval van verzekeringen is dit niet het geval. De verzekeringsnemer betaalt aan de verzekerde indien een specifieke situatie zich voordoet.

Ten derde, verzekeringen hebben geen relatie tot verplichtingen. Er wordt uitgekeerd indien de specifieke situatie zich voordoet, ongeacht of de verzekerde hiervoor nu verantwoordelijk is of niet. Sterker nog, in de meeste gevallen van verzekering keert de verkeringsnemer enkel uit indien de verzekerde niet verantwoordelijk is. In het geval van garantie volgens Islam is dit onmogelijk; de verplichting op de persoon die garandeert ontstaat pas wanneer er een verplichting ontstaat voor de persoon voor wie gegarandeerd wordt en een plicht ontstaat enkel in geval van verantwoordelijkheid. Als er geen verplichting bestaat, dan kan deze ook niet overgenomen worden.

Ten vierde, op het moment dat de verzekering wordt aangegaan, bestaat nog niet een verplichting tegenover derde partijen. Zou deze wel bestaan en zou de verzekeringsnemer hiervan op de hoogte zijn, dan zou de verzekeringsnemer het verzoek tot verzekering zelfs weigeren.

Ten vijfde, bij verzekering wordt van de verzekerde een financiële compensatie geëist en bij garantie in Islam is geen financiële compensatie voor degene die zich garant stelt.

De conclusie is dan ook dat verzekeringen in al hun vormen baatil zijn en dus vallen onder de zaken die Allah (swt) verboden heeft en waar de moslim zich van dient te onthouden.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button