Actualiteit

De behoefte aan een moslimomroep

De komst van een of meerdere moslimomroepen wordt door sommigen bejubeld, terwijl anderen deze ontwikkeling met argusogen bekijken. De huidige moslimzendtijd wordt ingevuld door De Nieuwe Maan en in het verleden door omroepen die veelal fungeerden als verlengstuk van het overheidsdiscours. Zo verscheen in 2013 de eerste uitzending van de MO, met als titel: Allahoe Akbar of Nederlandse vlag. Deze uitzending sloot volledig aan bij het loyaliteitsvraagstuk dat al jaren de kop opsteekt wanneer het om de moslims in Nederland gaat. Kies je voor Nederland of islam? Dat men überhaupt voor de keuze wordt gesteld om te kiezen tussen een levensovertuiging en een land is opmerkelijk. In deze uitzending werd benadrukt dat de loyaliteit van de militairen (met een moslimachtergrond) bij Nederland ligt, zelfs als dat betekent dat ze worden uitgezonden naar de moslimlanden en de kans aanwezig is dat ze andere moslims zullen doden. Zeven jaar later is het credo van de moslimomroep M24: Nederland op de eerste plaats.  Men wil afrekenen met de schotels. Ook dit is herkenbaar wanneer het gaat om het islamdebat in Nederland.

Mensen verbinden door nationaal en- wereldburgerschap en niet door de ‘beperkte’ religieuze achtergrond. Hiermee doelt men op het concept dat oemma heet. Er is zelfs een term bedacht om dit concept de kop in te drukken; ‘oemma-itis’. Itis duidt op een ontsteking. Volgens dit idee is er sprake van een onnatuurlijk verschijnsel wanneer een moslim zich bekommert om het leed dat duizenden kilometers verderop plaatsvindt. Wanneer je je bedenkt dat moslims graag meer zendtijd wensen en terecht van mening zijn dat hun geluid niet of nauwelijks wordt gehoord door de bestaande omroepen, zou een dergelijk platform juist gebruikt moeten worden om verschillende vraagstukken te agenderen (waaronder het leed in verschillende moslimlanden). Op basis van ervaringen uit het verleden en de wijze waarop men op beleidsniveau via verschillende integratiemodellen de emoties van de moslims probeert te kanaliseren, is het niet verwonderlijk dat niet iedereen staat te springen.

De media is een krachtig middel welke bijdraagt aan de vorming van de publieke opinie. Voor beleidsmakers en politieke ambtsdragers is het een belangrijk instrument om hun belangen na te jagen. Daarom is het goed om na te gaan in hoeverre een platform daadwerkelijk onafhankelijk is. Niet alleen op financieel gebied, maar ook qua ideologische invloed. Moslimzendtijd wordt momenteel niet gebruikt om de belangen van de moslimgemeenschap te behartigen, maar om de belangrijkste pijlers (verinnerlijken en loslaten) van het integratiebeleid ten uitvoer te brengen. Niet zelden worden (islamitische) tafelgasten in verschillende denominaties ondergebracht, worden islamitische gebruiken gecriminaliseerd, liberale ideeën gepromoot en staan de uitzendingen haaks op de vraag en beleving van de moslims. Typerend is bijvoorbeeld dat een belangrijk gedeelte van de moslimzendtijd wordt gebruikt om iemand die openlijk te kennen geeft afvallig te zijn, een prominente rol te laten vervullen.

De roep om meer moslimzendtijd komt niet uit de lucht vallen. Steeds meer moslims voelen zich niet of nauwelijks gehoord door de mainstream media en zijn op zoek naar een eigen geluid. Verschillende mediabronnen zijn niet slechts een weerspiegeling van de publieke opinie maar beïnvloeden deze op actieve wijze. Framing en selectief taalgebruik zijn hierbij belangrijke propagandamechanismen. Er is dus behoefte aan een zogenaamde ‘counter-narrative’. Een van de initiatiefnemers van een moslimomroep stelt daarom dat islam en moslims genormaliseerd moeten worden. Tegelijkertijd stelt men dat verschillen tussen moslims en niet-moslims niet benadrukt moeten worden. Hoewel het klopt dat we allemaal van vlees en bloed zijn, zijn er nu eenmaal verschillen. Er kan pas sprake zijn van een eerlijk debat wanneer we deze verschillen erkennen en durven te benoemen. Samenleven gaat immers om de kunst om mensen die van elkaar verschillen in te sluiten.

Professor Carl J. Friedrich stelt dat een totalitaire samenleving wordt gekenmerkt door een officiële staatsideologie die een specifieke levensvisie omvat, en van eenieder in de samenleving verwacht dat hij deze overneemt, al is dit slechts op passieve wijze. Oftewel een samenleving die niet accepteert dat een deel van de bevolking haar eigen identiteit behoudt en ernaar streeft om deze identiteit uit te wissen, door de mensen te dwingen om de dominante normen en waarden te adopteren.

Vooraleer we de vlag uitsteken is het goed om na te gaan in hoeverre een moslimomroep te allen tijde bereid is om de belangen van de moslimgemeenschap te  behartigen, zich ten doel stelt om op te komen voor de moslims en islam als alternatief te presenteren.

Back to top button