Politiek

Over asiel en migratie: een historisch-ideologische analyse

In Bilzen (Limburg, België) werd vorig jaar in de nacht van 10 op 11 november een opvangcentrum voor asielzoekers in brand gestoken. Het gebouw dat in het verleden fungeerde als een woonzorgcentrum, zou gebruikt worden als een centrum voor asielzoekers en ging normaliter enkele weken later van start gaan. Dit bleek echter tegen de zin van sommigen (al dan niet buurtbewoners) en aan de hand van georganiseerde protestacties van het Vlaams Belang, nam deze weerstand alleen maar toe. De afkeer voor de stijgende migratie toestroom – tevens gericht naar het zogenaamde Europese “open-grenzenbeleid” –  en de uitbreiding van opvangcentra voor asielzoekers groeide al reeds langer over heel Vlaanderen. Deze protesten hadden dus niet zozeer iets nieuw opgewekt. Wel veroorzaakten ze duidelijk meer felheid, wat uiteindelijk resulteerde tot de brandstichting en vernieling van wat in de toekomst een opvangcentrum had moeten zijn. Tot op heden zijn de daders nog steeds onbekend, maar het moge duidelijk wezen dat de gecreëerde haatsentimenten ten aanzien van asielzoekers, in het bijzonder wanneer het moslimmigranten betreft, de aanleiding hebben gevormd voor deze criminele daad. De Belgische en Vlaamse regering keurden de brandstichting weliswaar meteen af, maar dit gebeurde overheersend op een zeer formele wijze. Al richtte VLD-kopstuk Bart Somers zich in het Vlaamse Parlement wel resoluut tegen het Vlaams Belang. Echter was de aard van het hele debat schrijnend te noemen, met meer aandacht voor details en het migratiebeleid zelf tot onderwerp van discussie te maken in plaats van de menselijke hulpverlening onvoorwaardelijk te onderstrepen. En dit is de politieke realiteit binnen heel Europa wanneer het op asiel en migratie aankomt. Men debatteert in abstracto over mensenlevens alsof het importgoederen betreft, onder meer door bureaucratisch af te wegen welke mensen in aanmerking komen en hoe men dit gezamenlijk (als Europese Unie zijnde) kan reguleren. Ondertussen verkeren miljoenen mensen die noodgedwongen vluchten uit hun thuisgebieden in erbarmelijke en mensonterende situaties. Mensen die slechts streven naar veiligheid en welzijn voor hunzelf en hun families, maar veelal stuitten op belemmeringen en een toegenomen verharding.

Hoe komt het echter dat er zoveel mensen, met name uit onze gedestabiliseerde moslimlanden, vluchten naar het Westen? Wanneer zijn voorts de eerste migratiegolven uit de moslimwereld precies begonnen ontstaan en waarom was dit? Is er een gemeenschappelijke oorzaak en correlatie tussen die eerste migratiegolven en de actuele vluchtelingenstromen? Om deze vragen te beantwoorden en een helder begrip te verkrijgen omtrent de hele migratiekwestie en het gevoerde debat hierover, is het van cruciaal belang om zowel de historische én ideologische context diepgaand te analyseren. Meer bepaald de geschiedenis van het kapitalistische, koloniale Westen.

De impact van kolonisatie op migratie

De komst van de eerste moslimmigranten in Europa vond plaats aan het begin van de 20ste eeuw, in de jaren 1910. Uit deze periode is echter zeer weinig bekend. Het was pas vanaf midden jaren zestig dat de groeiende aanwezigheid en de vestiging van moslimmigranten meer zichtbaar werd. Deze migratiestijging en de toenemende aanwezigheid van moslims in West-Europa, was te wijten aan de West-Europese kolonisatie (vooral door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) van moslimgebieden in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en in Azië. De aantrekkingskracht voor werkgevers in het Westen om goedkope koloniale arbeidskrachten aan te nemen, lagen hierbij ten grondslag aan de instroom van migranten. Voor de migranten zelf was emigratie naar Europa een reactie op de verslechterende omstandigheden in hun thuislanden vanwege de koloniale uitbuitingen. De migratiestroom naar België en Nederland bestond voornamelijk uit moslims uit de Maghrebijnse gebieden en Turkije, die zich hoofdzakelijk vestigden in de grote steden. In eerste instantie waren deze migranten slechts gastarbeiders, die na een bepaalde periode zouden terugkeren naar hun landen van herkomst.
In een context van economische heropleving in West-Europa, werd in de jaren zestig deze migratieontwikkelingen in België en Nederland bestendigd door de ondertekening van bilaterale overeenkomsten voor arbeiders uit Marokko, Turkije, Algerije en Tunesië. Vanaf de jaren zeventig echter onderging de migratiestroom een drastische verandering. De migranten die als tijdelijke gastarbeiders waren aangenomen keerden immers niet terug naar hun thuislanden, maar vestigden zich definitief in het ontvangstland. Dit gebeurde nadat ze voortaan de mogelijkheid hadden om ook hun families mee naar Europa te brengen waardoor ze ervoor kozen om hun toekomst hier verder uit te bouwen. In de thuislanden was er namelijk meer armoede en weinig perspectief. De reden van deze eerste moslimmigratiegolf was zodus economisch van aard en de oorzaak hiervan was de westerse kolonisatie, dat het economisch verval aanrichtte met haar exploitaties.

Vandaag de dag zijn de meeste moslimvluchtelingen in Europa veelal afkomstig uit conflictgebieden, onder meer uit Syrië, Palestina, Irak, Afghanistan en enkele Afrikaanse landen. Net zoals bij de eerste migratiegolf, is het koloniaal beleid de oorzaak voor de actuele migratiegolf. Ditmaal echter niet vanwege economische motieven, maar omwille van veiligheidsredenen. De westerse kolonisatie van de moslimwereld is al langer dan een eeuw gaande en vindt vandaag nog steeds (indirect) plaats. De moslimlanden zijn tot op heden immers nooit werkelijk gedekoloniseerd geraakt. Van zodra ze in naam onafhankelijk waren verklaard, hadden de oude koloniale machten hier brutale dictatoriale regimes gesteund of geïnstalleerd en dit duurt nog steeds voort. De meest recente escalaties op vlak van veiligheid waren hierbij divers van aard. In sommige gevallen zijn gebieden onleefbaar geworden door (de gevolgen van) rechtstreekse militaire invasies van het Westen, al dan niet in oorlog met de door hen geïnstalleerde regimes of tegen andere kunstmatige vijanden. De Irak-oorlog is het beste voorbeeld voor wat betreft het eerste, waarbij het westerse bondgenootschap met haar geïnstalleerde dictator Saddam Hoessein plotskap wijzigde tot (een op leugen gestoelde) vijandschap met de Verenigde Staten nadat hij hinderlijk of simpelweg overbodig werd voor haar belangen. De oorlog in Afghanistan is het beste voorbeeld van het tweede, meer bepaald door het valse “war on terror” beleid tegen kunstmatige vijanden die de wereld zogenaamd zouden bedreigen. Dit terwijl het koloniale Westen de wereld bedreigt met haar staatsterreur en miljoenen mensenlevens in ellende brengt voor haar kapitalistische belangen. Doordat er in het voorbije decennium in sommige moslimlanden opstanden uitbraken tegen hun tirannieke regimes, die deze de kop indrukten op moorddadige wijze, is de situatie in landen zoals Syrië eveneens ernstig onveilig geraakt. Al deze verschillende escalaties (i.e. buitenlandse invasies of binnenlands dictatoriaal geweld), die rechtstreeks te wijten zijn aan het westerse neokolonialisme, hebben ervoor gezorgd dat miljoenen mensen op de vlucht moesten slaan.

Daar waar de eerste economische migratiegolf echter gepaard ging met een relatief warme ontvangst, bemerken we hedendaags een totaal andere houding ten aanzien van (moslim)migranten en asielzoekers. Hoe komt dit en wat zijn de aanleidingen voor deze veranderende kijk op migratie en het debat hierover?

De maatstaven van het kapitalisme m.b.t. migratie

Hoewel het koloniale Westen doorheen de geschiedenis met haar uitbuitingen overduidelijk verantwoordelijk is geweest voor de verschillende migratiegolven, zien ze thans de slachtoffers die ze overzees maken niet meer graag komen. Het liefst zou het Westen onverstoord doorgaan met haar koloniale agenda en zien dat de miljoenen onderdrukten zich moedwillig berusten in hun lot door gewoon te blijven waar ze zijn. Tenzij ze toch nodig zouden zijn. Zo ver is haar arrogante, etnocentrische superioriteitsgevoel doorgedreven. Maar als de vreemdelingen hier dan toch geraken, dan moeten ze dankbaar zijn en accepteren dat ze tweederangsburgers zijn. Moslimmigranten krijgen nog een bijkomende eis van volledig te moeten assimileren, anders krijgen ze de status van derderangsburgers. Deze assimilatiedwang is overigens ook geldend voor de moslims die hier geboren zijn. Het kapitalistische Westen kenmerkt zich echter niet enkel door superioriteitsgevoelens, maar is ook een toonbeeld van hypocrisie. Al het grootpraat over haar prominente principes van democratie en rechtvaardigheid, werden al van meet af aan opgeofferd voor economisch gewin en opportunisme. Moslims (migranten of niet) die zich keren tegen kolonialisme en assimilatie, en zich beroepen op hun islamitische identiteit, zijn de “slechteriken” die zich niet willen integreren. De “goeden” zijn diegenen die zich schikken naar de zogenaamd ‘universele’ waarden van het Westen en haar volgen op cultureel, economisch en politiek vlak. Dit is de geldende maatschappelijke realiteit. Dat er geen sprake was van een dergelijk migratiediscours tijdens de eerste migratiegolf heeft te maken met slechts één ding: de gehanteerde kapitalistische maatstaven.

De kapitalistische ideologie is inherent verbonden aan het vergaren van profijt, al dan niet via compromissluiting. Dit vormt dan ook haar belangrijkste maatstaf in alle aangelegenheden, waarbij een kleine elite de sturende kracht is omtrent welke belangen nagejaagd dienen te worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat binnen het kapitalisme de waarde van mensen wordt gereduceerd tot hun (economische) meerwaarde. Het kapitalisme geeft intrinsiek dus niet om mensenlevens. Wanneer het gaat over migratie, dan is de kapitalistische maatstaf eenvoudig. Is hieruit profijt te halen of niet? Tijdens de eerste migratiegolven in het naoorlogse Europa van de vorige eeuw, doorging het Westen een economische bloei. De industrialisering en het productiepeil bereikten een hoogtepunt en de welvaart steeg. Extra arbeidskrachten waren dan ook noodzakelijk, dit was een consensuspunt onder alle westerse overheden en industriële bedrijven. Buitenlandse migranten waren daarom zeer welkom om verder bij te dragen aan deze economische groei en werden bijgevolg relatief warm onthaald. Voorts had men destijds in West-Europa geen bezwaar met het feit dat de meeste van deze arbeidsmigranten de moslimidentiteit droegen. Op dat moment was de Koude Oorlog nog in volle gang en aanzag men het communistische Oosten, met het toenmalige Sovjet-Unie voorop, als grootste bedreiging voor het kapitalistische Westen. De islam werd dus nauwelijks geproblematiseerd (het werd zelfs een erkende religie in de West-Europese landen) en kwam allerminst aan bod in kunstmatige debatten over integratie en het samenleven.

Bij de huidige migratiecrisis is de politieke en economisch realiteit compleet anders. Het Westen is feitelijk nog herstellende van de twee voorgaande (financiële) crisissen, waarvoor de gewone burgers overigens moeten opdraaien ten faveure van de heersende elites. Van een economische bloeiperiode is er momenteel dus absoluut geen sprake. Industriële arbeidskrachten zijn daarnaast sowieso minder benodigd dan vroeger. Het is overigens niet zo dat er minder rijkdommen aanwezig zijn, maar voor de gewone burgers is het aandeel daarin alleen maar geslonken terwijl de elites zich alsmaar meer en meer verrijken. De enorme kloof tussen rijk en arm neemt dus nog drastischer toe met als gevolg dat men in het Westen zelf geen idee heeft waar men economisch op afstevent. Sommigen zijn van mening dat arbeidsmigranten (op de langere termijn) wel degelijk van belang zijn, gezien de vergrijging van de Europese bevolking. Anderen stellen daarentegen dat een toename van migranten slechts meer zal kosten dan opleveren. Een consensus omtrent de impact van de huidige migratiestroom en of dit profijtvol zal zijn is dus allesbehalve aan de orde. Dit is de reden waarom het migratiedebat, in een periode waar het rechts nationalisme en euroscepticisme bovendien meer terrein winnen, zo polariserend verloopt en met meer negativiteit dan voorheen. Voeg daar dan nog aan toe dat het communisme ondertussen passé is en hedendaags juist de islam wordt afgeschilderd als grootste dreiging voor het liberale Westen. Door zulke propaganda is zodoende de afkeer jegens moslimmigranten, en moslims over het algemeen, zo fel toegenomen. Zoals gezegd wikt en weegt het kapitalisme alles volgens profijt en anno 2020 is het oordeel dat moslims in Europa, migranten of niet, ongewenst zijn. Of ze dienen te assimileren door hun islamitische identiteit te seculariseren en de maatstaven van het liberale gedachtegoed over te nemen. In dat geval zou er namelijk nog profijt zijn door (onbewust) de westerse koloniale agenda te dienen. Door een dergelijke samenlevingsmodel van gedachtecongruentie te eisen en een angstklimaat te creëren tegen de islam en moslims(migranten), is de brandstichting in Bilzen hoe dan ook geen verrassing te noemen. Dit staat in schril contrast met hoe de islamitische ideologie tegen de mens, migratie en het samenleven aankijkt.

Het islamitisch perspectief op migratie

In de islam is de mens een schepping van Allah (swt) met gelijkwaardige, niet wijzigbare rechten inzake de basisbehoeften. Dit is een fundamenteel verschil met het kapitalisme dat de mens benadert als een productie – en consumptiemiddel die onderdeel uitmaakt van een draaiend systeem dat eindeloze materiële bevrediging nastreeft volgens de maatstaf van profijt. In het kapitalisme is hulpverlening dus geen recht, maar een gunst. En vaak betreft het een gunst op basis van profijt. Eender welke vorm van migratie wordt in eerste instantie afgetoetst aan een mogelijk belang dat het kan opleveren (direct of indirect, op korte termijn of lange termijn). Vluchtelingen en asielzoekers die hun thuis geenszins met plezier verlaten, vele obstakels ondervinden en primair op zoek zijn naar een veilige plaats, hierbij hopend op menselijke solidariteit, worden volgens de kapitalistische maatstaven dan ook niet onvoorwaardelijk geholpen. De wil en de intentie om vluchtelingen oprecht te helpen uit menselijkheid ontbreekt in het kapitalistisch gedachtegoed, dit staat los van de capaciteiten om hen al dan niet effectief op te vangen en te voorzien van huisvesting e.d. meer. De bureaucratie binnen de kapitalistische politiek waarbij migranten jarenlang moeten ijveren voor deze gunst tot hulpverlening is slechts één van de minst schrijnende toestanden. Wat te denken van de zoveel mensen die voor de ogen van Europese autoriteiten worden overgelaten aan hun lot op zee, teruggestuurd worden en slecht worden behandeld? Dergelijke schandalige onmenselijkheden zouden in een islamitisch staatscontext ondenkbaar zijn. Het helpen van de medemens is in de islam geen gunst, maar een recht van de behoevende en tevens een absolute plicht voor de ambtsdrager van de islamitische leidersposities. De primaire insteek vanuit islamitisch perspectief is de intentie om te helpen door migratie niet enkel te faciliteren, maar om het zelfs zoveel mogelijk te vergemakkelijken. Geen bureaucratie met ellenlange procedures, maar efficiënte en doeltreffende hulpverlening. Uiteraard zullen de feitelijke capaciteiten van de staat bepalen hoe vlot alles verloopt, maar de wil en het plichtsbesef om werkelijk te helpen zullen dermate doorslaggevend zijn zodat schrijnende toestanden zoals in het kapitalistische Westen niet zullen voorkomen. En dit zal ook diep gecultiveerd worden binnen de samenleving opdat waarden zoals gastvrijheid worden gewaarborgd. Geen situaties waarbij mensen na een zware overlevingstocht te horen krijgen dat hun opvangplaats in brand is gesticht. Hier zal de islam gegarandeerd en onvoorwaardelijk over waken.

Referenties

Belarbi, A. (2005) ‘Flux Migratoires au Maroc Impact Economique, Social et Culturel de la Migration: Sur le Development du Pays’, In: UNFPA Selected Papers, International migration and the millennium development goals, p. 181-198.

Bousetta, H. & Maréchal, B. (2004) Islam en moslims in België: Lokale uitdagingen en algemeen denkkader. Brussel: Koning Boudewijnstichting, p. 1-23.

Catherine, L. & El Hidjaazi, K. (2015) Jihad en Kolonialisme. Berchem, Uitgeverij EPO, 222 p.

De Haas, H. (2005) ‘Morocco’s migration transition: trends, determinants and future scenarios’. http://www.heindehaas.com/Publications/De%20Haas%202005%20(MDR%203%20-

De Redactie (2011) ‘Multiculturalisme ook voor Sarkozy “mislukt”’. http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.960999

Fadil, N. (2009) De lage Landen en de islam: Een Europees en internationaal perspectief. In Tijdschrift Ons erfdeel, Nr.4. pp.55. http://www.onserfdeel.be/OE_2009_4_fadil.pdf

Fetzer, J.S. & Soper, J.C. (2005) Muslims and the State in Britain, France and Germany, Cambridge (UK): Cambridge University Press http://catdir.loc.gov/catdir/samples/cam051/2004045667.pdf

https://www.standaard.be/cnt/dmf20191111_04709804

Kanmaz, M. (2002). Onze nationaliteit is onze godsdienst. Islam als identitymarker bij jonge Marokkaanse moslims in Gent. In Migratie, zijn wij uw kinderen? Identiteitsbeleving bij allochtone jongeren. Red. M.C. Foblets & E. Cornelis, Leuven, Acco, pp. 115-133. http://www.manavzw.be/_files/Onze%20nationaliteit%20is%20onze%20godsdienst%20- %20Kanmaz%202003.pdf

Obdeijn, H. (1999) Geschiedenis van Marokko. Leuven, Van Halewyck, 280 p.

Quṭb, S. (1993), Al-‘adāla al-Ijtimā‘iyya fi al-islām. al-Qāhira, Dār al-shorūq, p. 7.

Back to top button