Niet zelden wordt de discussie betreffende de noodzaak van het wederoprichten van Al Khilafa vergiftigd met opmerkingen die in feite niets met deze kwestie van doen hebben.
De vraag of het vestigen van Al Khilafa een plicht (fard) is op de moslims, of misschien toch niet, dat is de echte kwestie van het Al Khilafa. Deze kwestie betreft dus een Goddelijk Oordeel en in zo een kwestie mogen enkel de Koran, de Soenna, en hetgeen deze twee naar verwijzen gebruikt worden als argumenten.
Echter, wat men kan bemerken is dat soms “praktische kwesties” aangedragen worden bij discussies over het Kalifaat. Er wordt dan bijvoorbeeld gezegd “pas wanneeer de oemma de ziekte van haraam te boven is gekomen kan Al Khilafa terugkeren”, of “Al Khilafa kan pas terugkeren wanneer de oemma terug verenigd is, niet zolang de oemma nog zo verdeeld is”.
Zoals gezegd, omdat de kwestie Al Khilafa over een Goddelijk Oordeel gaat mag men geen praktische argumenten gebruiken. Men moet onderzoeken wat de Koran, de Soenna, en hetgeen deze twee naar verwijzen zeggen over de kwestie. En deze bronnen zijn duidelijk dat Al Khilafa absoluut verplicht is voor de moslims:
“En spreek recht tussen hen naar hetgeen Allah u heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen niet en wees op uw hoede dat zij u niet afleiden van hetgeen Allah u heeft geopenbaard.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 49)
Het regeren met Islam is dus een plicht. De Islamitische Staat Al Khilafa is daarom ook een plicht.
Toch is het niet oninteressant om eens te kijken naar de realiteiten die deze “praktische bezwaren” tegen het werken voor Al Khilafa beschrijven. Want het klopt dat men in de landen van de moslims haraam kan vinden. En het klopt ook dat de oemma tegenwoordig opgedeeld is in meer dan vijftig natiestaten.
Hoe precies dit van invloed is op het werk voor de Khilafa zal in het nu volgende onderzocht worden.
Het probleem van de haraam in de moslimwereld
De vraag “hoe kunnen we spreken over het wederoprichten van Al Khilafa terwijl er nog zoveel haraam plaatsvindt binnen de oemma?” is zeer terecht. De haraam die men eenvoudig kan waarnemen in de moslim landen heeft echter verschillende oorzaken.
Een oorzaak is soms dat de moslim niet weet dat zijn of haar eerste verplichting in het leven het nakomen van de Wet van Allah (swt) is. De moslim heeft dan een zodanig oppervlakkig begrip van Islam dat hij of zij zich nooit heeft gerealiseerd dat enkel door het gehoorzamen van Allah (swt) de Tevredenheid van Allah (swt) en de beloning bij Allah (swt) gerealiseerd kan worden. De moslim denkt dan bijvoorbeeld dat Islam zich heeft beperkt tot het gebed, en het vasten, en de Hadj, en dat Allah (swt) voor de rest de mens vrij heeft gelaten om te doen wat deze zelf wil. Of de moslim denkt bijvoorbeeld zoiets als “daar de tijden veranderd zijn, hoeft de wet van Allah (swt) niet meer gevolgd te worden”. Deze oorzaken voor haraam kan men de fundamentele onwetendheid noemen.
Weer een andere oorzaak kan zijn dat de moslim wel weet dat hij de Wet van Allah (swt) moet volgen, en hij wil dit ook, maar dat hij niet weet wat de Wet van Allah (swt) is. De moslim kan in dergelijke onwetendheid niet enkel zondes doen, maar zelfs bid’a (innovatie in de religie) of zelfs sjirk (meergoderij) verrichten terwijl hij denkt iets goeds te doen. Deze oorzaak voor haraam kan men de specifieke onwetendheid noemen.
Nog een mogelijke oorzaak voor haraam is dat de moslim wel weet dat hij de Wet van Allah (swt) moet volgen, en hij kent ook de Wet van Allah (swt), maar hij breekt deze desalniettemin in een moment van zwakte: de moslim denkt wel vergeven te zullen worden door Allah (swt), of zegt tegen zichzelf “zo erg is dit toch niet”, of “ik doe er toch iets goeds mee”, of “ik doe toch ook goede dingen die dit goedmaken”, en er is niemand die hem in zijn zwakte van het begaan van de zonde weerhoudt. Dit is de moslim die wanneer hij een fout maakt Tauba doet (berouw toont tegenover Allah) en zich voorneemt om nooit meer zoiets te doen uit vrees en liefde voor Allah (swt). Deze zonde is de zonde van zwakte.
Er zijn ook nog mensen die Allah (swt) wel degelijk kennen, die Islam begrijpen en die de wet van Islam kennen, maar die er weloverwogen toch voor kiezen om zondig te zijn. Deze mensen doen geen Tauba, en zij proberen de komende Dag des Oordeels te vergeten. Hun reden voor het begaan van zonde is opstandigheid.
Ten slotte is er het probleem dat de wetten in de moslim landen de moslims verplichten om haraam te doen. Zoals het hoofddoekverbod op scholen in Turkije, de plicht voor winkels om alcohol te verkopen in Oezbekistan, en het verbod om de heerser op te roepen tot regeren met Islam door gans de moslimwereld.
Betreffende de onwetendheid omtrent Islam als oorzaak voor haraam, het is een geschiedkundig feit dat deze onwetendheid voor het grootste deel het resultaat is van doelgerichte arbeid over vele tientallen jaren van de zijde van de imperialistische naties in de wereld. Met de kolonisatie van de landen van de moslims in de 19e en 20e eeuw door de Britten, Fransen en Nederlanders, werd door hen een serieus begin gemaakt met pogingen tot vernietiging van het begrip van Islam bij de moslims nu onder hun bewind. Zij hanteerden hiervoor verschillende methodieken.
Ten eerste werd het lesprogramma veranderd in de landen van de moslims onder het koloniaal bewind. In het India van de moslims veranderden de Britten de lesprogramma’s eenmaal zij daar aan de macht kwamen. Hetzelfde geldt voor het Noord-Afrika dat onder bestuur kwam van de Fransen. Les in Islam werd afgeschaft en in plaats daarvan moesten de kinderen van de moslims leren over de filosofie van de Europeanen. Uitleg over de noodzaak van en de deugd in gehoorzaamheid aan Allah (swt) werd afgeschaft ten gunste van les in secularisme en vrijheid. De kinderen werd geleerd niet te denken aan Allah (swt) maar om te doen wat zij zelf wilden, omdat dit volgens de Europeanen de juiste manier van leven is. Dus ten gevolge van de kolonisatie van hun landen kwamen de moslims terecht in een situatie waarin degenen die heersen over hen moeite doen om te voorkomen dat zij Islam echt goed kunnen leren.
Ten tweede, om de moslims Islam te laten vergeten en verkeerd te laten begrijpen werd ook dwang gebruikt. Bijvoorbeeld het onder invloed van de Britten verkerende Turkije schafte het Arabische schrift af ten gunste van het Latijnse schrift. In het Arabisch mocht niet meer geschreven en gesproken worden. Een onzinnige maatregel op het eerste gezicht, want al de mensen in Turkije hadden als onderdaan van de Islamitische Staat Al Khilafa leren lezen en schrijven in het schrift van de Arabieren. Dus het was een maatregel waardoor gans de samenleving analfabeet werd. Dit gold natuurlijk ook voor al de geleerden in Islam in Turkije, de mensen die op de scholen de kinderen het onderricht in Islam gaven en die zelf hun leven aan studie van Islam hadden gewijd om deze kennis vervolgens met de oemma te delen. Door het Arabische schrift in te ruilen voor het Latijnse schrift kon de nieuwe Turkse staat al de moslimgeleerden ontslaan uit het onderwijs en vervangen door nieuwe leraren die niet een zo goed en diepgaand begrip van Islam hadden maar wel in het Latijn konden lezen en schrijven. Vervolgens verbood de nieuwe Turkse staat lessen in Islam door mensen anders dan de door de staat aangestelde leraren. Zo werd de moslims effectief de mogelijkheid om Islam echt te leren ontnomen, door middel van dwang.
Ten derde was er de misleiding. Al de imperialistische landen stuurden oriëntalisten naar hun koloniën, de landen van de moslims, om hetgeen overgebleven was aan opleiding in Islam onder beheer van een niet-moslim met kennis van Islam te plaatsen. Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland richtten allen universiteiten op voor de studie van oriëntalisme, met als enigste doel om de religie en de geschiedenis van de moslims te kunnen leren aan een select gezelschap oriëntalisten die na hun studie dan uitgezonden werden naar de koloniën. Niet zelden vermomden deze vijanden van de moslims zich als Islamitische geleerde, zoals de Nederlanders deden om de moslims van Indonesië te misleiden tot het denken dat zegt dat Allah (swt) hen gehoorzaamheid aan de ongelovige Nederlanders gebood en dat Islam niets meer was dan het verrichten van salat. Zo voedden de imperialistische vijanden van de moslims hun onwetendheid betreffende Islam verder.
Ten vierde gebruikten de kolonialisten verleiding. Er werden speciale seculiere scholen opgericht in de koloniën. Hier leerden de kinderen van de moslim niets dan slechts over Islam aan de hand van de eerder genoemde oriëntalisten, waardoor de kinderen Islam vergaten als zij deze al niet begonnen te haten uit onwetendheid en onbegrip. Tegelijkertijd waren het enkel de studenten van deze scholen die van de koloniale machthebbers de goede posities in het land kregen. Terwijl de studenten van de scholen waar Islam nog een plaats had altijd achtergesteld werden. Zij kregen geen baan. Zo werden de moslims verleid om hun kinderen te sturen naar de scholen waar zij niets leerden over Islam. En zo raakte het onderwijs met Islam in verder verval en nam de onwetendheid betreffende Islam enkel maar verder toe.
Dit is voor een groot deel de oorzaak van de onwetendheid die tegenwoordig bestaat onder de moslims. In reactie zijn er mensen die menen dat de moslims zich derhalve in moeten zetten om scholen te bouwen, om het onderwijs van onze kinderen in eigen hand te nemen. De hoop is dan dat op deze wijze de onwetendheid uit de moslims gehaald zal kunnen worden en dat op deze wijze de oemma zich vervolgens zal kunnen reinigen van de haraam. En, zo wordt dan gesteld, hierna zou dan gekeken kunnen worden of met de hulp van Allah (swt) de Islamitische Staat Al Khilafa teruggebracht kan worden.
Echter, de inspanningen van imperialisten om de moslims Islam te doen laten vergeten danwel misbegrijpen zijn niet enkel geschiedkundig feiten. Deze manier van omgang met de moslims is een realiteit tot op de dag van vandaag. Bijvoorbeeld Pakistan heeft nog maar enkele jaren geleden haar religieuze onderwijs op last van de Britten en Amerikanen gesloten voor alle niet-Pakistanen. Nu vindt met Amerikaans geld een verandering binnen het onderwijs in Pakistan plaats om dit meer seculier te maken en minder Islamitisch. Dus tot op de dag van vandaag vinden deze praktijken plaats. En het is van het allergrootste belang dat ingezien wordt dat de regeringen in de landen van de moslims de imperialisten hierbij van dienst zijn. Het plan en het geld is dan wel van de imperialisten, de uitvoering is aan de hand van de regeringen in de landen van de moslims. Het is daarom dat Islam is verwijderd uit de opleiding van de moslim kinderen in hun eigen landen en dat zij nu Moestafa Kemal leren vereren, of een van de andere zogenaamd “grote leiders”, in plaats van Allah (swt). En hierbij moet ingezien worden dat het de staat is die over de macht beschikt om het onderwijs vorm te geven zoals zij wil. Wie een school wil oprichten moet daarvoor een vergunning aanvragen bij de staat En de staat geeft deze enkel af in geval aan bepaalde voorwaarden is voldaan. En de school die niet voldoet aan de eisen betreffende het onderwijs van de staat – dezelfde staat die Islam uit het onderwijs heeft gehaald! – die krijgt geen vergunning of die wordt de vergunning afgenomen. Dus het is niet in lijn met de realiteit om te denken dat de moslims onafhankelijk van de staat hun eigen onderwijssystemen op zullen kunnen zetten waar de kinderen op de correcte opgevoed zullen worden.
En dan wordt nog voorbijgegaan aan de situatie waarin de moslims heden ten dage leven, de situatie waarin het slechte makkelijk te verkrijgen is en het goede moeilijk. Heel de dag staan de moslims en de kinderen van de moslims bloot aan prikkels die hen leren om Islam te vergeten en om zichzelf bezig te houden met uitgaan, met dansen en drinken en ander zondig gedrag. Televisie en radio worden gebruikt om slecht gedrag aantrekkelijk te maken voor de mensen en goed Islamitisch gedrag saai en afstotelijk. Heel de dag worden de moslims gebombardeerd met propaganda voor hetgeen slecht is. En de moslims en de kinderen van de moslims worden niet enkel aangespoord om te verlangen naar hetgeen eigenlijk slecht is, ook al weten zij dat met dit slechte zij de Toorn van Allah (swt) over zich afroepen, zij worden hiertoe aangespoord en het wordt hen ook makkelijk gemaakt om dit slechte effectief in de praktijk te brengen. Dit is een situatie waarin de moslim iedere seconde van het leven moet vechten tegen de verleidingen tot het kwade die overal en altijd aan de mensen trekken. En waarin iedere seconden van zwakte dus direct fataal is, omdat het slechte de moslims overal omringd. Waar en wanneer dan een moslim opstaat om zijn broeders en zusters op te roepen om zich verre te houde van dit kwaad, daar wordt deze persoon bekritiseerd, aangevallen en niet zelden vervolgd door de staat vanwege het “aanzetten tot extremisme”, of in de westerse landen wegens “gebrekkige integratie”. Dit is een situatie die door het stichten van scholen niet veranderd zal worden. De moslims zullen uit deze omstandigheid die het kwade gebiedt en het goede verbiedt niet bevrijd worden door het stichten van scholen.
Sommige mensen menen dat het antwoord op dit probleem de individuele da’awa is. Iedere moslim moet zijn best doen om zichzelf zoveel mogelijk te schonen van de valse en slechte ideeën die hij in zijn opvoeding in deze samenlevingen onvermijdelijk mee krijgt en hij moet zijn best doen om op eigen houtje iets van Islam te leren. Om vervolgens met zijn directe omgeving te gaan praten, om hen over te halen hetzelfde te doen. Op deze manier, zegt men, kan uiteindelijk heel de samenleving verbeterd worden en vrij van haraam gemaakt worden. Zoals een steentje in het water kringen veroorzaakt die steeds groter worden, zo zou op deze wijze ook het goede verspreid moeten worden. Maar deze zienswijze onderschat de invloed die een samenleving heeft op de mensen en zij overschat de invloed die individuen hebben op de samenleving.
De vijanden van Islam zijn, eenmaal zij de macht over de moslims kregen, ook niet één voor één de moslims afgegaan om hen te leren weg te blijven van het Pad van Rechte Leiding. Nee, zij hebben hun macht gebruik om de moslims te beïnvloeden middels de opvoeding op de scholen. En middels de kranten en de journaals die de mensen leren om situaties vanuit een specifiek perspectief te beschouwen. En middels televisie en radio die de slechte levenstijlen promoten en de mensen leren verlangen naar hetgeen eigenlijk een kwaad voor hen is. Zo zijn de slechte ideeën in de samenlevingen van de moslims gebracht en gepromoot en over tijd hebben de moslims steeds meer van deze ideeën, bewust dan wel onbewust, geadopteerd. Zo is de realiteit van beïnvloeding: de samenleving waarin een individu verblijft beïnvloedt hem meer dan hij als individu de samenleving kan beïnvloeden.
Dus het idee van het één voor één benaderen van de moslims zal in de praktijk niet werken omdat de praktijk van beïnvloeding niet zo is. Wanneer de opleidingen van onze kinderen in het teken staan van het bevechten van Islam, en wanneer de samenleving de moslims probeert weg te trekken van Islam, dan is het op individuele basis benaderen van moslims in de hoop zo uiteindelijk heel de samenleving te kunnen veranderen als vechten tegen de spreekwoordelijke bierkaai. Een strijd die men gedoemd is te verliezen zo leert de geschiedenis.
Enkel Al Khilafa kan het probleem van haraam in de moslimwereld oplossen
Dat de onwetendheid als bron van haraam bestaat is dus het resultaat van de opstandigheid tegenover Allah (swt) van de zijde van de regeringen in de moslim landen, die in opdracht van hun imperialistische meesters in Londen, Washington en Parijs de haraam in de samenleving voeden. Hetzelfde geldt voor de zwakte als bron van haraam. Ook deze bestaat vanwege de opstandigheid tegenover Allah (swt) van de zijde van de regeringen in de moslim landen. Want de staat heeft de macht en de capaciteit om het onderwijs te organiseren en vorm te geven. Indien de staat ervoor kiest om het onderwijs slecht te laten zijn voor de kinderen van de moslims, dan zal het ook zo zijn. En als zij ervoor kiest om het onderwijs goed te laten zijn voor de kinderen van de moslims, dan zal het ook zo zijn. Net zo is de staat de macht die de samenleving controleert en kan vormen. Als zij ervoor kiest om het slechte de samenleving te laten vormen, dan biedt zij aan dit slechte de ruimte. En als zij ervoor kiest om het goede de samenleving te laten vormen, dan biedt zij aan dit goede de ruimte en sluit zij het slechte uit. De staat, zo doet dit alles inzien, is ook de entiteit die al de oorzaken voor haraam in één slag kan verwijderen, zou zij dit willen. Zowel de oorzaak onwetendheid, als de oorzaak zwakte, als de oorzaak opstandigheid.
De vraag is dus niet “hoe kunnen we spreken over het wederoprichten van Al Khilafa terwijl er nog zoveel haraam plaatsvindt in de moslimwereld?”. De vraag moet zijn “hoe kunnen we de haraam in de moslimwereld oplossen zonder Al Khilafa?”. Alles wat men zou porberen tegen de haraam in de moslimwereld, zoals het vestigen van scholen of het verrichten van de één op één da’awa, zij grijpen geen van allen de echte oorzaak voor het probleem aan. Zij laten de fundamentele oorzaak voor de haraam – de opstandigheid tegenover Allah (swt) van de zijde van de mensen die over de moslims regeren – bestaan. Zij proberen de symptomen van dit fundamentele probleem te onderdrukken, terwijl zij de echte ziekte laten bestaan. Die hierdoor eigenlijk enkel groeit, en zich als een kanker steeds verder en dieper in het lichaam van de oemma verspreid.
Het is derhalve noodzakelijk dat er een staat opstaat die ervoor zorgt dat de opleiding van de kinderen van de moslims in het teken staat eerst en vooral van het begrijpen van Islam. Die ervoor zorgt dat de kinderen het Arabisch van Islam leren zodat zij zullen opgroeien met een correct begrip van Islam. Want zonder Islam is er geen toekomst, willekeurig de rijkdom of kennis waarover men beschikt. En als Islam zich hierdoor stevig verankerd heeft in de moslim, dan is de tijd gekomen om de wetenschappen te bestuderen. Want Islam geeft de juiste richting aan deze studies, zodat men zich bezig zal houden met de zaken die echt van voordeel kunnen zijn voor de mensheid en niet met nutteloze zaken.
Een staat opstaat die een einde maakt aan de voortdurende stroom van propaganda voor haraam waaraan de moslims nu blootgesteld staan. Een staat die de kinderen de realiteit in zal laten zien van de ideeën van mensenhanden, het leiden en de ellende die dezen hebben veroorzaakt in de wereld. En die de ideeën van het goede op de correcte wijze, op de verstandelijke wijze, zal presenteren aan zowel de mensen binnen haar grenzen als buiten haar grenzen. Opdat de mensen in zullen kunnen zien dat Islam werkelijke de enigste juiste Leiding voor het leven is.
Een staat opstaat die het verrichten van het goede makkelijk zal maken en die het verrichten van het kwade moeilijk zal maken. Die de middelen en de mogelijkheid tot het goede ter beschikking van de mensen zal stellen. Die zal garanderen dat ieder mens tenminste beschikt over voeding, kleding en onderdak, zodat niemand zich meer door armoede hoeft te laten verleiden tot het doen van haraam. En die middels wetten het slechte moeilijk zal maken door het te verbieden en te bestraffen.
Deze staat is de staat die regeert volgens Islam, de Islamitische Staat Al Khilafa.
Geen haraam in de Islamitische Staat Al Khilafa?
Sommige mensen denken en zeggen dat zolang de moslims niet allemaal net als engelen zijn die geen enkele misdaad tegenover Allah (swt) begaan, het regeren met Islam niet plaatsvinden kan. Dit idee is onjuiste voor twee redenen. Ten eerste, de mens is niet als de engelen geschapen door Allah (swt). De engelen zijn zo geschapen dat zij niets anders kunnen doen dan hetgeen waarvoor zij geschapen zijn, zijnde de aanbidding van Allah (swt). In het geval van de mens, echter, Allah (swt) heeft hen geschapen met een verstand, oftewel met de capaciteit om de eigen weg in het leven te kiezen. En Allah (swt) heeft de mens het Pad van de Rechte Leiding getoond, waarna Hij (swt) de mens heeft gelaten om te kiezen. Volgen zij dit Pad van de Rechte Leiding op zoek naar de Tevredenheid bij Allah (swt) dan zullen zij het goede leven smaken in dit leven en in het Hiernamaals. Volgen zij dit Pad niet dan zal ontevredenheid hun deel zijn in dit leven, en de bestraffing van Allah (swt) in het Hiernamaals. Allah (swt) zegt:
“En als Allah had gewild, zou Hij u voorzeker tot één volk hebben gemaakt; maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt hem die dit wenst” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nahl 16, vers 93)
Dus het is incorrect om te verwachten dat er ooit zoiets zal bestaan als een hemel op aarde waar ieder mens nooit ook maar de kleinste fout zal maken.
Ten tweede, vanuit deze wetenschap betreffende de mens vertrekkende is de vraag: zou men zich voor kunnen stellen dat Allah (swt) een ideologie zou openbaren die niet om weet te gaan met de realiteit van de mens? Het extreme uiterste van deze opvatting stelt dat Allah (swt) imperfect is, omdat zijn ordening voor het leven van de mens niet past bij de realiteit van het leven van de mens. En dit is een opvatting betreffende Allah (swt), de Almachtige Schepper van de Hemelen en de Aarde, die niet valt te accepteren. Integendeel, Allah (swt) weet dat er goede, vrome mensen zullen zijn maar ook slechte mensen, misdadigers, bedriegers, dieven, et cetera. Daarom omvat de ideologie van Allah (swt) heel specifieke maatregelen om misdaad te voorkomen. Allereerst door de precieze wetgeving uiteen te zetten die uitlegt hoe de mens mag handelen voor de bevrediging van zijn instincten en behoeften en hoe niet, opdat eenieder weet waar hij aan toe is. Hiernaast door de noodzaak tot misdaad weg te nemen, door te garanderen dat eenieder in voeding, kleding en onderdak voorzien is naar zijn primaire behoefte. En ten slotte door middels de dreiging van een zware bestraffing een barrière op te werpen tegen het begaan van een misdaad.
Allah (swt) heeft als onderdeel van Zijn (swt) openbaring de Islamitische Staat Al Khilafa de opdracht te geven om toe te zien op het naleven van de Wet van Allah (swt) door de mensen. Middels de Islamitische Staat Al Khilafa stelt Allah (swt) de mensen een bestraffing in het vooruitzicht nog in dit leven, zouden zij de Wet van Allah (swt) willen overtreden. Hiertoe heeft Allah (swt) ondermeer de Hoedoed geopenbaard, zoals het afhakken van de hand van de dief, opdat ook degene voor wie geldt dat de herinnering aan Allah (swt) hem niet op het rechte pad houdt zich wel twee keer zal bedenken alvorens een misdaad te begaan.
Dus ook vanuit de vaststelling dat er altijd slechte mensen hebben bestaan en altijd zullen bestaan resulteert de realisatie dat de islamitische Staat Al Khilafa absoluut noodzakelijk is. Omdat zeer zeker de ideologie van Allah (swt) als beste hiermee om zal weten te gaan, beter dan hetgeen ontsproten is aan het denken van de mensen.
De realiteit van de verdeeldheid van de oemma van Islam
Er bestaat inderdaad verdeeldheid binnen de oemma van Islam. Want de moslimwereld is opgedeeld in verschillende natiestaten. Maar deze verdeeldheid is de moslimwereld opgelegd. Het is het resultaat van politieke samenzweringen tegen de oemma van Islam door de imperialistische naties in de wereld.
Voor verreweg het grootste deel van haar geschiedenis was de oemma verenigd in één staat, de Islamitische Staat Al Khilafa. Op het hoogtepunt van de strijd tegen Al Khilafa, aan het begin van de 20e eeuw, overlegden Groot-Brittannië en Frankrijk samen om tot een afspraak te komen over wie van hen welk deel van Al Khilafa zou mogen bezetten als Al Khilafa eenmaal overwonnen zou zijn. De afspraak tussen Groot-Brittannië en Frankrijk draagt de naam de Sykes-Picot Overeenkomst naar de hoofdonderhandelaars van beide landen Mark Sykes namens Groot-Brittannië en François George Picot namens Frankrijk. Zo zijn de meeste landen van het huidige Midden-Oosten ontstaan en dit is waarom de grenzen van deze landen zulke mooie rechte lijnen kennen – omdat zij door Sykes en Picot min of meer arbitrair met een lineaal zijn getrokken op een landkaart. Ten gevolge hiervan lopen de grenzen niet zelden dwars door reeds sinds eeuwen bestaande dorpen heen.
________________________________________
Bij de foto: Het Brits / Franse plan voor het Midden-Oosten, anno 1914 n.C.
________________________________________
Tot op de dag van vandaag is deze politiek van verdeel en heers een vooraanstaande politiek van de zijde van de imperialistische naties in de omgang met de moslims. Ter indicatie hiervan, nog maar kort geleden lekte een nieuw Amerikaans plan uit voor een nieuwe opdeling van het Midden-Oosten. Ontevreden als Amerika is met de huidige opdeling, die immers door de Britten en Fransen naar hun belangen en interesses tot stand gekomen is, zouden zij zeer graag een andere opdeling van de moslims zien die meer in lijn is met hun belangen en interesses. Onder dit plan, overigens, zouden de moslims in nog meer staten opgedeeld worden dan nu al bestaan.
________________________________________
Bij de foto: Het huidige Midden-Oosten sinds Sykes-Picot
Bij de foto: Het Midden-Oosten naar Amerikaans plan, anno 2006
________________________________________
Deze opgelegde verdeeldheid is een kunstmatige verdeeldheid die door de oemma niet werkelijk diep wordt ervaren. Er vallen verschillende argumenten aan te halen die deze visie bevestigen. Bijvoorbeeld, nog altijd komen op de feestdagen de hierboven beschreven families tezamen aan de kunstmatige grenzen, bijvoorbeeld om elkaar dan over het hek dat de grens markeert eten toe te gooien. Zij voelen geen onderscheidt tussen henzelf, ook al is de ene zijde van de familie Turk geworden en de andere Syriër of Irakees. Een ander argument is het feit dat de Paletsijnse Kwestie, in essentie de verdrijving van de moslims van de grond rondom Al Qoeds (Jeruzalem) door de imperialistische naties middels de zionistische joden, nog altijd een van de belangrijkste kwestie is in de hoofden en harten van al de moslims overal ter wereld. Met andere woorden, de moslims voelen zich ondanks al de natiestaten verbonden met de moslims van Palestina, oftewel met elkaar. Dit uitte zich bijvoorbeeld in de zomer van 2006 toen Libanon werd gebombardeerd door de zionistische bezettingsstaat. Toen melden zich aan de andere kant van de wereld in Indonesië één miljoen moslims aan als vrijwilliger om te vertrekken naar Libanon om de moslims daar te helpen. De oorlogen in Bosnië en Afghanistan geven rechtvaardiging aan eenzelfde conclusie. Ook voor hen geldt dat moslims van over gans de wereld samen kwamen om tezamen te vechten tegen bezetting en misdaad. Al de moslims voelen zich nog altijd één oemma, blijkt hieruit, ook al leven zij in een situatie van opgelegde verdeeldheid.
Het mag niet ontkend worden dat er ook zoiets bestaat als een interne verdeeldheid onder de moslims. Dit is de verdeeldheid op theologische basis. Als voorbeeld hiervan zou men kunnen aanhalen het meningsverschil tussen de de soennitische moslims en de sji’itische moslims.
In de geschiedenis van Islam heeft dit echter nooit tot serieuze problemen geleid. In Irak, bijvoorbeeld, leefden de soennitische moslims voor honderden jaren in vrede tezamen met de sji’itische moslims. Er bestond altijd een verschil van mening op theologische basis maar dit weerhield beiden er niet van om onderling te trouwen en door elkander heen te wonen en te leven. Het is pas sinds het imperialistische westen gulzig naar de olierijkdommen van Irak het gebied is binnengevallen, dat het theologische meningsverschil tot conflicten heeft geleid.
Amerika heeft het vuur van wantrouwen en haat tussen de soennitische moslims en de sji’itische moslims in Irak toen bewust opgewekt en aangewakkerd, namelijk. Vanaf het begin van de invasie heeft Amerika de moslims van Irak opgedeeld naar theologische stroming. In de media werd Saddam Hoessein plotseling een “soennitische moslim”. Terwijl Saddam in werkelijk een vijand van Islam en alle moslims was. Vervolgens werd de dictatuur van Saddam gepresenteerd als een “dictatuur van de soennitische moslims” tegenover de sji’itische moslims. Terwijl de top van het regime van Saddam bestond uit mensen waarvan sommigen in soennitische families waren geboren, anderen in sji’itische families, en weer anderen in christelijke families. En zowel soennieten, sji’ieten en christenen leidden zwaar onder het bewind van Saddam. Vervolgens werden na de verwijdering van Saddam politieke partijen opgericht in Irak op basis van theologische ideeën. Dus kregen de soennitische moslims van de Amerikanen een “soennitische politieke partij” en een “soennitische leider” aangewezen, en net zo kregen de sji’itische moslims een “sji’itische politieke partij” en een “sji’itische leider” aangewezen. Vervolgens werd door Amerika de beide groepen moslims bij voortdurende behandeld alsof zij niets gemeen hadden, alsof zij andere belangen kenden, et cetera. Hierna werden in het politieke bereik sommige groepen bevoordeeld en de andere achtergesteld. Ten slotte liet Amerika bomaanslagen plegen op moskeeën en markten om de beide theologische stromingen tegen elkaar op te zetten. Met andere woorden, het voorbeeld van de moslims van Irak laat zien dat de interne verdeeldheid een resultaat van de “verdeel en heers” politiek van de imperialistische naties in deze wereld.
Enkel Al Khilafa kan het probleem van verdeeldheid van de moslimwereld oplossen
De imperialistische vijanden van Islam zijn bang voor de macht van een verenigde oemma. Daarom hebben zij de moslims opgedeeld in verschillende landen. Daarom proberen zij de theologische meningsverschillen in de oemma aan te wakkeren en om te zetten in haat en geweld. De daarom hebben zij de marionetten-heersers in de landen van de moslims de instructie te geven om zoveel mogelijk verdeeldheid tussen de moslims op te wekken, bijvoorbeeld door de Islamitische feestdagen ‘Eid al Fitr en ‘Eid al Adha op verschillende dagen te vieren.
Dat dit plaats kan vinden is enkel en alleen daar er geen werkelijk oprecht leiderschap bestaat voor de oemma, het leiderschap gebaseerd op Islam dat zal opkomen voor de belangen van de moslims en hun Islam en dat dus niet toe zal staan dat Amerika en Groot-Brittannië en Frankrijk, et cetera, spelen met de moslims.
Waar de oemma dus naar moet streven is het leiderschap gebaseerd op Islam. De Boodschapper van Allah (swt) heeft namelijk gezegd: “Voorwaar, de Imam is als een schild, van waarachter jullie vechten en door wie jullie beschermd worden”. (Moeslim). De Khalifa, oftewel de Islamitische Staat Al Khilafa, maakt de oemma een eenheid, waardoor de oemma sterk en beschermd zal worden. Al Khilafa zal de manipulatie van de oemma, ten gevolge waarvan zij soms denkt verdeeld te zijn terwijl zij in werkelijkheid verenigd is achter Islam, stoppen. En Al Khilafa zal de opgelegde en kunstmatige verdeeldheid van de oemma in allerlei landen beëindigen en de oemma terug herrenigen in één staat.
De genoemde problemen in de moslimwereld, haraam en verdeeldheid, moeten dus niet gezien moet worden als een obstakel voor de wederoprichting van de Islamitische Staat Al Khilafa. Nee, deze beschouwing van de feiten doet inzien dat de Islamitische Staat Al Khilafa de enigste oplossing voor deze problemen is.