Malcolm X maakte in de jaren zestig een onderscheid dat vandaag nog even scherp snijdt. Hij sprak over twee typen slaven: de house negro en de field negro. De eerste leefde in het huis van de meester, genoot van zijn restjes eten, droeg zijn kleding, en verdedigde zelfs het huis van de meester wanneer het in brand stond. De tweede, de field negro, werkte op het veld, voelde de zweep en verlangde naar vrijheid, zelfs als dat zijn dood zou betekenen. Malcolm X gebruikte die metafoor om te laten zien hoe onderdrukking niet alleen fysiek is, maar ook mentaal: de geest van de slaaf kan zo gewend raken aan zijn positie dat hij vrijwillig zijn eigen ketens verdedigt.
In het huis van de meester: de moslim in het Westen
Vandaag bevinden veel moslims in het Westen zich in een vergelijkbare situatie. Wij zijn vrij van ketens, maar gebonden aan een denkkader dat niet het onze is. Wij spreken de taal van de meester, denken volgens zijn categorieën en meten ons succes aan zijn maatstaven. We leven comfortabel in zijn huis, en zolang we niet aan de muren rammelen, mogen we daar blijven. En zo zijn velen van ons, zonder het te beseffen, de house negroes van de moderne wereld geworden. Niet omdat we fysiek worden geketend, maar omdat onze loyaliteit en onze
intellectuele horizon bepaald worden door de grenzen van het westerse systeem.
De field negro van vandaag leeft in onze landen, in de islamitische wereld die nog steeds worstelt met de nasleep van kolonialisme, oorlog, corruptie en afhankelijkheid. Hij is gebonden door fysieke armoede en politieke zwakte. Wij in het Westen zijn gebonden door intellectuele onderwerping en morele verlamming. De één lijdt zichtbaar, de ander onzichtbaar. Beiden dragen ketens, maar van een ander metaal.
Het Westen en de Islam: ideologisch onverenigbaar
Wij worden vaak aangemoedigd om deel te nemen aan het systeem van het Westen. Om te stemmen, om carrière te maken, om te bewijzen dat wij ook loyale burgers kunnen zijn. Maar deelname aan een systeem dat niet gebouwd is op onze waarden zal nooit leiden tot onze bevrijding. Westerse politiek en cultuur zijn ontworpen om het eigen wereldbeeld te behouden. Een wederopstanding van een
soevereine, moreel onafhankelijke islamitische wereld zou voor het Westen geen winst, maar een bedreiging betekenen. De twee ideologieën zijn niet complementair, maar sluiten elkaar wederzijds uit. De een moet zwak blijven opdat de ander sterk blijft.
Tegen de meester: de weigering van westerse ketens
Daarom is het tijd dat wij de zachte ketenen van comfort verbreken en terugkeren naar de kern van onze geloofsloyaliteit: al-walaa’ wa l-baraa’. Trouw en ontkenning. Trouw aan Allah, Zijn Boodschapper en de gemeenschap van gelovigen, en ontkenning van elke ideologische of morele orde die Zijn leiding vervangt. De Koran zegt:
“O, jullie die geloven! Neem niet de Joden en de Christenen als bondgenoten, zij zijn bondgenoten van elkaar. En als één van jullie hen als bondgenoot neemt, dan behoort hij zeker tot hen. Waarlijk, Allah leidt het onrechtvaardige volk niet.” (Heilige Koran, 5:51).
Dat is geen oproep tot vijandschap, maar tot onafhankelijkheid van denken, tot spirituele en intellectuele zuiverheid en onafhankelijkheid. De profeet zei: “Wie een volk imiteert, behoort tot hen.” (Abu Dawud).
De eerste stap naar vrijheid is dus de weigering om de waarden van een ander als maatstaf voor onze eigen waardigheid te aanvaarden.
Van het huis van de meester naar het huis van Allah
Maar ontkenning is slechts de helft van de weg. De andere helft is opbouw. Allah zegt in de Koran:
“Voorwaar, Allah verandert de toestand van een volk niet, totdat zij hun eigen toestand veranderen.” (Heilige Koran, 13:11).
Dat betekent dat soevereiniteit niet alleen afwijzing is, maar ook schepping. We moeten bouwen aan onze eigen structuren van kennis, economie en politiek. We moeten universiteiten oprichten die niet enkel westerse kennis reproduceren, maar islamitische denkkaders ontwikkelen. We moeten economieën bouwen die niet drijven op rente en consumptie, maar op rechtvaardigheid en duurzaamheid. We
moeten leiders voortbrengen die niet buigen voor westerse goedkeuring, maar knielen voor de wetten van Allah.
De islamitische wereld heeft nooit gebrek gehad aan talent of middelen, maar aan visie. Zolang onze intellectuele elite haar identiteit zoekt in westerse erkenning, zal de ummah nooit herrijzen. Zolang wij trots halen uit de lof van de meester, zullen we nooit de moed vinden om zijn huis te verlaten. De echte bevrijding begint wanneer wij ophouden de brand in het huis van de meester te blussen, en beginnen met het bouwen van ons eigen huis, gegrond op geloof, kennis en solidariteit. Zoals de Profeet zei:
“De gelovigen zijn voor elkaar als één lichaam. Lijdt één van de ledematen, dan heeft dit effect op de rest van het lichaam in de vorm van koorts en slapeloosheid.” (Bukhari en Muslim).
De pijn van onze islamitische broeders en zusters in Gaza, Jemen, Kasjmir en overal waar de ummah bloedt, is de koorts van onze eigen vergetelheid. Hun wonden blijven open omdat velen van ons in het huis van de meester wonen, met kennis, middelen en invloed, maar te vaak zwijgen. Hun pijn groeit naarmate onze stilte dieper luider wordt. Maar de field negro en de house negro delen uiteindelijk hetzelfde lot: de één is geketend in armoede en oorlog, de ander in comfort en gemak, maar beiden blijven gebonden zolang de meester het huis bezit.
Renaissance door imaan, niet door imitatie
Vrijheid begint met ontkenning: het weigeren van geestelijke overheersing. Soevereiniteit begint met opbouw: het herwinnen van de kracht om onze eigen toekomst te bepalen. De islamitische renaissance zal niet beginnen in de parlementen van Nederland en Europa of de denktanks van Washington, maar in de harten van hen die trouw blijven aan hun oorsprong, die weigeren te buigen voor andermans maatstaven en weten dat ware waardigheid slechts bij Allah te vinden is.
“En zeg: De waarheid is gekomen en de valsheid is verdwenen. Voorwaar, de valsheid verdwijnt altijd.” (Heilige Koran, 17:81).
De weg naar waardigheid en waarheid begint met het verbreken van de ketens van intellectuele slavernij. Niet door haat, maar door trouw. Niet door imitatie, maar door schepping. En niet door het dienen van het huis van de meester, maar door het bouwen van ons eigen huis, een huis dat niet rust op angst of afhankelijkheid, maar op geloof en vastberadenheid.
Want zolang wij tevreden zijn met het leven in het huis van de meester, zal de field negro blijven bloeden. En zolang wij zijn lof verkiezen boven Allah’s tevredenheid, zullen onze ketens slechts glanzen in plaats van breken. Terwijl de ware renaissance begint wanneer de mens beseft dat hij geen dienaar is van de meester, maar slechts ʿabd van Al-Mālik, de Enige Meester aan Wie alles toebehoort.
Amin Sadiq