FiqhIslamitische wetenschappen

Het Goddelijk Oordeel betreffende: Demonstraties (Al Moethaaharaat)

Demonstraties of betogingen (al moethaaharaat, enkelvoud al moethaahara) zijn het samenkomen van een groep mensen, op een publieke plaats, om gezamenlijk een bepaalde boodschap te communiceren. Meestal is de communicatie gericht tegen de heersers en gaat deze over iets dat de betogers willen dat gedaan wordt of iets dat niet gedaan wordt. Voorbeelden hiervan zijn de demonstraties tegen de oorlog in Irak, in 2003, overal ter wereld. Maar het is ook mogelijk dat de boodschap een communicatie is gericht aan de samenleving, om de samenleving bewust te maken van een probleem. De “stille marsen” tegen wat men noemt “zinloos geweld” zijn voorbeelden hiervan.

De vraag of demonstraties toegestaan of verboden zijn door Islam is sinds de opstanden Tunesië en Egypte, en in de vele andere moslimlanden sindsdien, op de voorgrond getreden.

Zijn demonstraties fitna en daarom verboden?

Er zijn geleerden volgens wie demonstraties te allen tijde verboden zijn door Islam. Deze bewering onderbouwen zij met verschillende argumenten.

Bijvoorbeeld, sommige geleerden zeggen “demonstraties zijn een vorm van fitna, fitna is verboden in Islam, en dus zijn demonstraties verboden in Islam”. Het woord fitna wordt hier gebruikt met de betekenis “chaos en onrust”, en het bewijs dat het veroorzaken van chaos en onrust verboden is door Islam is bijvoorbeeld:

“En schept geen wanorde op aarde.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al ‘Araaf 7, vers 56)

Het is dus correct, Islam verbiedt het veroorzaken van fitna in de zin van chaos en onrust. Maar, in de bronnen van Islamitsche wetten hebben wij geen bewijzen kunnen vinden die zeggen dat demonstraties fitna zijn.

Degene die zegt dat demonstraties fitna zijn doet dat dus op basis van zijn verstand. Het is zijn persoonlijke mening dat alle demonstraties altijd leiden tot chaos en onrust, zoals de zon altijd in het oosten opkomt en in het westen ondergaat. Niet iedereen is het met deze persoonlijke mening eens, echter. Bijvoorbeeld demonstranten zijn gewoonlijk van mening dat zij niet op straat zijn samenkomen om chaos en onrust te veroorzaken maar juist om aan chaos en onrust een einde te maken. Volgens hen wordt de chaos en onrust veroorzaakt doordat de heerser iets niet goed doet. Dat is dan weer hun persoonlijke mening.

De realiteit is dat er in de praktijk voorbeelden gevonden kunnen worden waar demonstraties ontaardden in vechtpartijen, of plunderingen, of soortgelijks. En dit is fitna in de zin van chaos en onrust. Er kunnen ook voorbeelden gevonden van demonstraties die oproepen tot wat Allah (swt) verboden heeft, zoals democratie, persoonlijke vrijheid, enovoorts. Ook dit is fitna in de zin van chaos en onrust. Maar, er kunnen ook talloze voorbeelden aangehaald worden van demonstraties waar de demonstranten samenkwamen, op vreedzame wijze opriepen tot Islam of Islamitische wetten, en hierna vreedzaam weer naar huis gingen. Voorbeelden van vreedzame demonstraties, met ander woorden, die men onmogelijk van het veroorzaken van chaos en onrust kan betichten.

De realiteit van demonstraties en betogingen is dus: “sommige demonstraties veroorzaken fitna, en sommige demonstraties veroorzaken geen fitna”. En dan wordt het oordeel over demonstraties meer correct: “als de demonstratie fitna veroorzaakt, dan is hij verboden op basis van het principe ‘fitna veroorzaken is verboden door Islam’; als hij geen fitna veroorzaakt, dan is hij op basis van het principe ‘fitna veroorzaken is verboden door Islam’ niet verboden.”

Specifiek voor wat betreft de recente demonstraties in de moslimwereld moet gezegd worden: hun boodschap was tegen de tirannieke heerschappij in hun land en de uitbuiting en onderdrukking die deze veroorzaakte. En van deze boodschap kan men niet zeggen dat dit chaos en onrust veroorzaakt. Juist integendeel. Het was een oproep die aan chaos en onrust een einde wilde maken. Misschien zegt men: “Ja, maar bij deze demonstraties werd gevochten”. Het antwoord hierop is: de gevechten werden begonnen door de tirannieke regimes. De demonstranten verdedigden zichzelf enkel. Dus het feit dat er gevochten werd is geen argument om te zeggen “de demonstraties in de moslimlanden veroorzaakten fitna”. Juist integendeel. Dat de tirannen van de moslimlanden geweld gebruikten tegen de vreedzame demonstranten bewijst dat de tirannen de bronnen van chaos en onrust zijn! En dus dat de demonstranten een macht tegen de chaos en de onrust waren!

Bovendien, zelfs als de demonstranten zouden zijn begonnen met het gebruik van geweld, dan nog kan men niet zeggen “demonstraties veroorzaken fitna”. De fitna is dan immers in het gebruik van geweld tijdens de demonstratie, niet in de demonstratie zelf. Men moet dan zeggen “geweld tijdens een demonstratie veroorzaakt fitna, en op basis van het principe ‘fitna veroorzaken is verboden door Islam’ is geweld tijdens demonstraties daarom verboden.”

De fatwa “demonstraties zijn fitna en dus verboden” is dus niet een correcte Islamitische mening, want de bewering “demonstraties zijn fitna” is een bediscusieerbare, persoonlijke mening. En deze mening is incorrect omdat demonstraties enkel soms fitna veroorzaken maar vaak ook niet.

Zijn demonstraties ongehoorzaamheid en daarom verboden

Andere geleerden die zeggen dat demonstraties verboden zijn baseren zich op het idee dat de moslim altijd zijn heerser moet gehoorzamen, wat deze heerser ook doet. Zij verwijzen hierbij ondermeer naar hetgeen Allah (swt) gezegd heeft:

“O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisaa 4, vers 59)

Of naar wat de Boodschapper van Allah (saw) gezegd heeft, zoals: “Wie ook de heerser gehoorzaamt, hij heeft mij gehoorzaamd, en wie mij gehoorzaamt hij heeft Allah gehoorzaamt. En wie de heerser ongehoorzaam is, die hij is mij ongehoorzaamd, en wie mij ongehoorzaam is hij is Allah ongehoorzaam.” (Boechari, Moeslim). En: “Er zullen leiders komen die mijn leiding niet volgen en die mijn Soenna niet volgen. Er zullen onder hen mannen zijn met harten als duivels in de lichamen van mensen.” Iemand vroeg de Boodschapper van Allah (saw): “Wat zal ik doen, o Boodschapper van Allah (saw), als ik die tijd bereik?”. Hij (saw) antwoordde: “Je moet luisteren naar en gehoorzamen aan de heerser, zelfs als hij je rug slaat en je geld neemt: luister en gehoorzaam dan nog steeds!”. (Moeslim).

En op basis hiervan zeggen zij: een moslim mag niet demonstreren of betogen tegen zijn heerser want dit is een vorm van in opstand komen tegen de heerser.

Echter, het is niet correct om te zeggen dat een moslim nooit in opstand mag komen tegen zijn heerser. Want er is bijvoorbeeld ook overgeleverd van de Boodschapper van Allah (saw): “Leiders zullen over jullie worden benoemd, en jullie zullen vinden dat zij zowel goede als slechte daden verrichten. Wie hun slechte daden haat worden ontheven van schuld. Wie hun slechte daden afkeurt is veilig. Maar wie hun slechte daden goedkeurt en hen imiteert (is zondig).” De mensen vroegen: “Boodschapper van Allah, zouden wij dan niet tegen hen moeten vechten?”. Hij antwoordde: “Nee, niet zolang zij het gebed onder jullie vestigen.” (Moeslim). Hieruit blijkt dat opstand is toegestaan wanneer de leider het gebed niet meer vestigt over de mensen. Wanneer precies dit is is een aparte discussie, maar dit volstaat reeds om duidelijk te maken dat de moslims niet compleet verboden zijn om in opstand te komen tegen hun heersers.[1]

Bovendien, demonstreren en betogen is niet noodzakelijkwijs “in opstand komen tegen”. Middels een demonstratie of betoging kan inderdaad gecommuniceerd worden dat men de heerser wil zien vertrekken. Zo een demonstratie of betoging is inderdaad onderdeel van “in opstand komen tegen”. Maar, een demonstratie of betoging kan een heerser ook adviseren over wat hij wel of niet moet doen. Het kan een vorm zijn van het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade, met andere woorden. En de moslims behoren hun heersers te adviseren en ook tegenover hen het goede te gebieden en het kwade te verbieden: “We gaven de eed aan de Boodschapper van Allah (saw) dat we hem zouden gehoorzamen en naar hem zouden luisteren in tijden van voorspoed en tegenspoed, en dat we de autoriteit van degenen die hier recht op hadden niet zouden betwisten, en dat we op zouden staan om de waarheid te zeggen waar we ook zouden zijn zonder de beschuldigingen van de beschuldigers te vrezen, in naam van Allah (swt).” (Boechari). Dit is zelfs een zeer sterk aangeraden daad. De Boodschapper van Allah (saw) heeft namelijk gezegd: “De grootste sjahied (martelaar) is Hamza, en de man die een woord van waarheid spreekt tegen een onrechtvaardige heerser en (hiervoor) door hem gedood wordt.” (Aboe Dawoed). En: “De beste Djihaad is het spreken van een woord van waarheid tegen een onrechtvaardige heerser.” (Ibn Maadja, Aboe Dawoed en At Tirmidhi).

Dus het is incorrect om te zeggen “demonstraties zijn verboden want het is opstaan tegen de heerser, en opstaan tegen de heersers is haraam”. Opstaan tegen de heersers is niet altijd haraam, namelijk; en demonstraties zijn niet altijd opstaan tegen de heerser.

Is het gebieden van het goede en verbieden van het kwade niet voor het gewone volk?

Weer andere geleerden erkennen dat demonstraties en betogingen een vorm van het goede gebieden en het het kwade verbieden kunnen zijn. En zij erkennen dat het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade ook tegenover de heersers moet gebeuren. Maar, zeggen zij, de geleerden moeten zich hiermee bezig houden en niet de gewone mensen. Daarom zijn demonstraties volgens hen verboden, want demonstraties zijn samenkomsten van hoofdzakelijk gewone mensen. Hun bewijs hiervoor is hetgeen Allah (swt) heeft gezegd:

“En laat er een groep onder u zijn die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Imraan 3, vers 104)

En zij wijzen er dan op dat in de Tafsier van Ibn Kathier valt te lezen: “Ad Dahhak zei (hierover): ‘Zij zijn een speciale groep van onder de metgezellen en een speciale groep van onder de degenen na hen, te weten degenen die Djihaad verrichten en de geleerden’.”.

Echter, Ibn Kathier zelf zegt ook: “Het doel van deze aya is dat een deel van de moslims oemma deze taak moet doen, ook al is het een plicht op ieder lid van deze oemma, voor ieder volgens zijn capaciteit. Moeslim heeft overgeleverd van Aboe Hoerayra dat de Boodschapper van Allah (saw) heeft gezegd: ‘Wie ook een kwaad waarneemt, laat hem het veranderen met zijn hand; en als hij hier niet toe in staat is, dan met zijn tong; en als hij zelfs hiertoe niet in staat is, dan met zijn hart. Maar dit laatste is de zwaktse vorm van imaan.’.” Dit betekent dat Ibn Kathier niet van mening is dat enkel de geleerden het goede mogen gebieden en het kwade mogen verbieden. Hij is van mening dat dit een plicht is op iedere moslim is. Dus het is ook incorrect om te zeggen “demonstraties zijn verboden want het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade is het werk van enkel de geleerden”. Volgens de aya van Allah (swt) is dit het werke van iedere moslim, namelijk, ieder naar zijn capaciteit.

Moet het gebieden van het goede en verbieden van het kwade in het geheim gebeuren?

Nog weer andere geleerde erkennen dat demonstraties en betogingen een vorm van het goede gebieden en het kwade verbieden kunnen zijn. En zij erkennen dat het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade ook tegenover de heersers moet gebeuren. En zij erkennen dat het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade een plicht op iedere moslim is. Maar, zeggen zij, het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade moet in het geheim plaatsvinden. Het moet middels private gesprekken gedaan worden en niet door luidkeels roepen midden op straat. En daarom zijn demonstraties volgens hen verboden. Hun bewijs is wat de Boodschapper van Allah (saw) gezegd heeft: “Wie ook het verlangen heeft om degene met autoriteit te adviseren, hij moet dit niet openlijk doen. Beter is het om hem (de heerser) bij de hand en naar een afgesloten plaats te brengen (om hem daar te adviseren). En als hij (de heerser) van hem (het advies) accepteert (dan is het goed); en als niet, dan heeft hij (de adviseur) zijn plicht gedaan.” (Ahmed).

Echter, de woorden van deze hadieth geven niet een plicht aan: “Beter is het”. Allah (swt) zegt ook:

“Allah houdt er niet van dat kwaad publiekelijk wordt gemaakt, behalve door iemand die onrecht wordt aangedaan.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera An Nisaa 4, vers 148)

Dus het is wel toegestaan om luidkeels op straat te demonstreren, als men onrecht is aangedaan.

Zijn demonstraties een innovatie in het geloof (bid’a)?

Ten slotte zijn er geleerden die erkennen dat demonstraties en betogingen een vorm van het goede gebieden en het kwade verbieden kunnen zijn. En zij erkennen dat het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade ook tegenover de heersers moet gebeuren. En zij erkennen dat het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade een plicht op iedere moslim is. Maar zij zeggen dat betogingen en demonstraties als middel om het goede te gebieden en het kwade te verbieden verboden zijn. Ter bewijs zeggen zij dan “de moslims hebben nooit aan demonstraties gedaan, dus demonstraties horen niet bij Islam”.

Hun begrip van de kwestie is diep en correct. Betogingen en demonstraties zijn inderdaad slechts manieren om een boodschap te communiceren. En zij zijn daarom inderdaad middelen waarop aan het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade gedaan aan worden. Maar toch is hun mening betreffende demonstraties en betogingen incorrect, en wel voor twee redenen.

Ten eerste, de moslims hebben wel aan demonstraties gedaan. De Boodschapper van Allah (saw) heeft zelfs aan demonstraties gedaan! Dit in reactie op het volgende vers:

“Verkondig daarom openlijk hetgeen u is bevolen en wend u van de afgodendienaren af. Wij zijn u zeker toereikend tegen degenen die bespotten, Die andere goden met Allah vereenzelvigen; maar zij zullen het weldra te weten komen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Hidjr 15, vers 94 – 96)

Na openbaring van dit vers stelde één van de moslims voor om een demonstratie te doen. De Boodschapper van Allah (saw) was akkoord met dit idee en leidde daarop al de moslims in Mekka naar buiten in twee rijen, waarvan de ene aangevoerd werd door ‘Oemar (ra) en de ander door Hamza (ra). Zij marcheerden tezamen naar de Ka’aba en deden daar omcirkelingen van de Ka’aba, terwijl de ongelovigen vol boosheid toekeken en met stenen gooiden naar de moslims. (Al Isaaba door Ibn Hadjr). Dit is een duidelijk voorbeeld van demonstreren en betogen.

Ten tweede, en dit is meer fundamenteel, het is niet correct om te zeggen “wat de Boodschapper van Allah (saw) niet heeft gedaan, is verboden”. De Boodschapper van Allah (saw) heeft ook nooit auto gereden, in een vliegtuig gevlogen, het internet gebruikt, enzovoorts. Dus het gevolg van dit principe is dat we vandaag de dag precies zo moeten leven zoals 1400 jaar geleden. In de Islamitische wetgeving geldt echter het principe dat tussen drie zaken onderscheidt gemaakt moet worden, te weten het doel, de methode en de middelen. Omdat Allah (swt) de Enige Wetgever is, bepaalt enkel Hij (swt) wat de mens mag en niet mag doen, en wat de mens moet en niet moet doen. Alleen Allah (swt) mag dus het doel dat de moslims moeten nastreven bepalen. En wanneer Hij (swt) heeft duidelijk gemaakt hoe precies de moslims hun doel moeten realiseren, dan noemt men dit methode. Een voorbeeld hiervan is het gebed. Dit kent een doel, namelijk aanbidden van Allah (swt), en een methode omdat gebeden moet worden volgens het voorbeeld gesteld door de Boodschapper van Allah (saw). Als een methode bestaat, oftewel als Allah (swt) heeft duidelijk gemaakt hoe precies de moslims hun doel moeten realiseren, dan geldt dat de moslims verplicht zijn om zich hieraan vast te houden en hiervan niet af te wijken. Het volgen van de methode is dus ook een plicht van Allah (swt).

Soms, echter laat Allah (swt) de mensen vrij om zelf te bepalen hoe zij het doel dat Hij (swt) heeft vastgesteld zullen realiseren. Een voorbeeld hiervan is het zojuist genoemde vers:

“Verkondig daarom openlijk hetgeen u is bevolen” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Hidjr 15, vers 94 – 96)

Allah (swt) heeft niets geopenbaard over hoe precies dit moet. De Boodschapper van Allah (swt) deed dit op verschillende plaatsen en of verschillende momenten en met verschillende mensen steeds anders. Hij (saw) sprak hen in hun verzameling toe, hij (saw) nodigde hen bij hem (saw) thuis uit voor eten; hij (saw) sprak met hen persoonlijk; hij (saw) schreef hen brieven; enzovoorts. Dit betekent dat de manier waarop het doel gerealiseerd moet worden is vrijgelaten door Allah (swt). En dan spreekt men in de Islamitische wet over middelen. Het verschil tussen methode en middelen is dus dat de moslims door Allah (swt) verplicht zijn om de methode te volgen, terwijl zij door Allah (swt) vrijgelaten zijn om zelf de middelen te bepalen.

Alvorens een uitspraak te doen over toegestaan of verboden in Islam moet dus eerst onderzoek gedaan worden naar het doel, en of bij het doel een methode hoort of niet. Als er sprake is van een doel of een methode dan geldt het principe “wat de Boodschapper van Allah (saw) niet heeft gedaan, is verboden”. Als bij het doel geen methode hoort dan betekent dit dat het vrijgelaten is door Allah (swt) en mogen de moslims zelf de manier kiezen. En dan, als er sprake is van een middel, dan geldt dit principe niet.

Zoals al gezegd zijn demonstraties en betogingen een middel waarmee aan het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade gedaan kan worden. Dit gebieden van het goede en het verbieden van het kwade heeft Allah (swt) verplicht voor de moslims. Maar hij heeft niet één specieke manier waarvolgens dit gedaan moet worden duidelijk gemaakt. Omdat er dus geen methode voor het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade is, zijn de middelen om dit te doen vrijgelaten door Allah (swt). Dit betekent dat demonstraties en betogingen toegestaan zijn en niet verboden, omdat zij een middel zijn waarmee aan het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade gedaan kan worden.

Demonstraties vanuit het correcte Islamitisch perspectief

De behandeling van de opvattingen betreffende demonstraties en betogingen die gebreken kennen en daarom incorrect zijn heeft dus feitelijk de correcte opvatting betreffende demonstraties en betogingen duidelijk gemaakt. Dit correcte idee is:

˗ Het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade is verplicht, ook tegenover (of beter: juist tegenover) de heersers;

˗ Allah (swt) heeft niet één specieke manier duidelijk gemaakt waarvolgens dit gebieden van het goede en verbieden van het kwade gedaan moet worden. Dus de middelen om dit te doen zijn vrijgelaten door Hem (swt);

˗ Demonstraties en betogingen een middel waarmee aan het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade gedaan kan worden;

˗ Demonstraties en betogingen zijn daarom toegestaan en niet verboden.

Hierbij moeten een aantal verdere opmerkingen gemaakt worden, echter.

Het is bijvoorbeeld incorrect om te denken dat enkel demonstraties en betogingen een echte verandering kunnen veroorzaken. De gebeurtenissen in Tunesië en Egypte hebben dit laten zien. Wat in deze beide gebeurtenissen de echte doorbraak forceerde waren niet de demonstraties en betogingen. Dezen veranderden niets, tot het moment dat het leger ingreep. Op het moment dat de legers van Tunesië en Egypte de zittende heersers lieten vallen, was het met hen gedaan en was de verandering waarvoor gedemonstreerd werd een realiteit. De rol die de demonstraties en betogingen in Tunesië en Egypte speelden was dus een communicatie naar de mensen van macht en invloed dat het volk ontevreden was, verandering wilde, en niets anders dan deze verandering zou accepteren. Feitelijk dwongen de demonstraties en betogingen het leger dus om te handelen en in te grijpen in de situatie.

Het is mede hierom ook incorrect om te denken dat demonstraties en betogingen de methode ter verandering van Islam is. De methode ter verandering van Islam is de methode ter verandering van de Boodschapper van Allah (saw). Hij werkte onder de mensen om hen te overtuigen van de plicht en noodzaak om te leven in een Islamitische Staat onder de Wet van Allah (swt). En hij werkte tegelijkertijd onder de mensen van macht en invloed om hen te overtuigen van de plicht en noodzaak om te leven in een Islamitische Staat onder de Wet van Allah (swt). Toen hierdoor de publieke opinie in Yathrib vóór de komst van de Boodschapper van Allah (saw) en de vestiging van de Islamitische Staat was, toen stond de mensen van macht en invloed niets meer in de weg om dit, wat zijzelf ook wilden, daadwerkelijk te doen. Hieruit blijkt dat de steun van zowel het volk als de mensen van macht en invloed nodig is voor de echte verandering van de situatie van de mensen. Oftewel voor de vestiging van de Islamitische Staat.

Degene die deze verandering wil zien gebeuren kan en mag zich dus niet concentreren op en beperkten tot de organisatie van massa demonstraties en betogingen. Aan demonstraties en betogingen moet de juiste rol worden gegeven, namelijk: ze moeten gebruikt worden om te communiceren naar de mensen van macht en invloed dat het volk de echte verandering naar de Islamitische Staat wil, zodat de mensen van macht en invloed niet langer bang zullen zijn om deze stap te nemen en zodat de mensen van macht en invloed zich gedwongen zullen voelen om deze stap te nemen.

Maar het nut van demonstraties en betogingen moet ook niet onderschat worden. Daarom is het belangrijk dat de moslims zich niet door angst hiervan weg laten houden. De Boodschapper van Allah (saw): “Als jullie zien dat mijn Oemma bang is om tegen de onderdrukker te zeggen: ‘Jij bent een tiran’, dan is het ‘tot ziens’ voor deze Oemma.” (Ahmed, At Tabaraani, Al Haakim en Al Bayhaqi). En: “Laat de vrees voor de mensen jullie er niet van weerhouden om de waarheid te spreken wanneer jullie het (kwade) zien of horen.” (Boechari, Moeslim). Er mag verder niet vergeten worden dat de Boodschapper van Allah (saw): “Wie sterft door onderdrukking is een martelaar.” (Ahmed). Deelnemen aan demonstraties heeft dus met deelnemen aan echte Djihaad gemeen dat de deelnemer eraan voor twee mogelijke uitkomsten staat die allebeid prachtig zijn: ofwel de overwinning, ofwel de dood van de sjahied!

De Islamitische wetgeving betreffende demonstraties

Ten slotte, demonstraties en betogingen die een middel zijn om het goede te gebieden en het kwade te verbieden moeten gedaan worden op de manier die Islam heeft toegestaan, en niet op de manier die Islam heeft verboden. Dit betekent ondermeer:

˗ Er moet opgeroepen worden tot Islam of tot Islamitische wetten; slogans zoals “vrijheid” zijn daarom afgeraden omdat zij begrepen kunnen worden als een oproep tot het seculiere idee van “persoonlijke vrjheid”.

˗ Er mogen geen vernielingen aangericht worden.

˗ Er mag niet geplunderd worden.

˗ Er mag geen verder geweld gebruikt worden, behoudens zelfverdediging.

˗ Mannen en vrouwen behoren gescheiden te zijn, bijvoorbeeld de mannen voorop en de vrouwen achter; of beiden moeten via verschillende routes marcheren of op verschillende plaatsen samenkomen.

________________________________________

[1] Het oordeel over de houding van de moslims tegenover hun heerser moet rekening houden met de verschillende realiteiten die heersers kunnen hebben. Zij kunnen goed zijn zoals de Rechtgeleide Choelafa’a en Islam strict volgen en implementeren. Zij kunnen ook Islam implementeren maar hierbij fouten maken en tekortkomingen kennen. En dus kan men op- en aanmerkingen over hen hebben. Veel van de latere Choelafa’a vallen in deze categorie. Of zij kunnen Islam in het geheel niet implementeren, zoals de heersers over de moslims vandaag de dag.

Voor wat betreft de heersers die Islam strict volgt en implementeert, met hem hebben de moslims geen probleem. Wat hen betreft geldt: “Een dag onder een rechtvaardige heersers os beter dan zestig jaar ‘ibaada.” (Bayhaqi, At Tabaraani).

Voor wat betreft de heersers die Islam implementeert maar hierbij fouten maakt of tekortkomingen kent, hij heeft advies nodig van de Oemma. In dat geval is de beste eerste stap om hem te adviseren in het private: “Wie ook het verlangen heeft om degene met autoriteit te adviseren, hij moet dit niet openlijk doen. Beter is het om hem (de heerser) bij de hand en naar een afgesloten plaats te brengen (om hem daar te adviseren). En als hij (de heerser) van hem (het advies) accepteert (dan is het goed); en als niet, dan heeft hij (de adviseur) zijn plicht gedaan.” (Achmed). Als hij het advies neemt, en dus begint Islam ten uitvoer te brengen zonder fouten, dan is het goed. En als hij het advies niet neemt, en dus Islam ten uitvoer te blijft brengen terwijl hij fouten blijft maken, dan dat de moslim geduldig moet volharden maar gehoorzaam moet blijven: “Er zullen leiders komen die mijn leiding niet volgen en die mijn Soenna niet volgen. Er zullen onder hen mannen zijn met harten als duivels in de lichamen van mensen.” Men vroeg de Boodschapper van Allah (saw): “Wat zal ik doen, o de Boodschapper van Allah (saw), als ik die tijd bereik?”. Hij (saw) antwoordde: “Je moet luisteren naar en gehoorzamen aan de heerser, zelfs als hij je rug slaat en je geld neemt: luister en gehoorzaam dan nog steeds!”. (Moeslim).

Voor wat betreft de heersers die Islam niet implementeren, zij mogen niet gehoorzaamd worden: “Er is geen gehoorzaamheid tegenover degene die Allah ongehoorzaam is.” (Achmed). De Boodschapper van Allah (swt) heeft de moslims de plicht gegeven om hem en zijn kwaad tegen te houden en hem te dwingen zich aan Islam te houden: “Bij Allah, die mijn ziel in Zijn hand houdt, jullie moeten het goede gebieden en het kwade verbieden, en de hand van de onderdrukker vastnemen en hem meeslepen naar de Waarheid en hem vasthouden op de Waarheid, anders zal Allah jullie harten verenigen met die van hen (de onderdrukkers). En dan zal Hij jullie vervloeken zoals hij de kinderen van Israël heeft vervloekt.” (Aboe Dawoed, At Tirmidhi). En: “(Aboe Bakr zei:) Ik hoorde de Boodschapper van Allah (saw) zeggen: ‘Als de mensen een onrechtvaardige man zien, en hem niet vastnemen (en weerhouden van kwaad), dan is het waarschijnlijk dat Allah (swt) hen grijpt met een vergelding van Hem’.” (Aboe Dawoed, At Tirmidhi).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button