In een artikel van het FD van 8 april jongstleden werd besproken dat er sprake is van onevenwichtigheid in het Nederlandse belastingstelsel. “Het evenwicht in het belastingstelsel is zoek”, “de sterkste schouders dragen niet de zwaarste lasten” en “we zijn een soort renteniers economie aan het worden” betreffen een aantal citaten van staatssecretaris voor Fiscaliteit Marnix van Rij, het Centraal Planbureau en DNB-president Klaas Knot. Zij geven onder aan de streep hetzelfde aan, namelijk dat in het Nederlandse belastingstelsel de werknemer trekt aan het kortste eind. Dergelijke uitspraken zijn in Nederland de aftrap geworden voor discussies over het sterker belasten van vermogen versus inkomsten. De discussies gaan over wie als rijk kan worden geclassificeerd. Is dat bij een vermogen van een miljoen, of twee miljoen? En de wijze waarop het belastingstelsel wordt gebruikt om geld te ‘verstoppen’ om zo min mogelijk belasting te hoeven betalen. In feite gaat deze discussie over het belastingstelsel van het kapitalistisch economisch model zelf.
Het is interessant om na te gaan of deze discussies over het heffen van belastingen over vermogen versus inkomsten en de aanspraak kunnen doen om ‘ingenieuze’ fiscale constructies (om geen of zo min mogelijk belasting te kunnen betalen) ook spelen binnen Islam. De belastingen die geheven worden op onze inkomsten en vermogen in Nederland zijn in geen geval vergelijkbaar met de zakaat die wij betalen om Allah’s (swt) tevredenheid mee te verkrijgen. Maar vanuit financieel monetair perspectief zouden wij deze kunnen vergelijken, gezien in beide gevallen er sprake is van een bedrag van gelden op vermogen en inkomsten.
De zakaat is één van de vijf pilaren van Islam, zoals de Boodschapper van Allah (saw) heeft gezegd: “Islam is gebouwd op vijf (pilaren): De getuigenis dat niemand het recht heeft aanbeden te worden buiten Allah en dat Mohammed de Boodschapper van Allah (saw) is, het vestigen van de salah, het geven van zakaat, vasten tijdens Ramadan en de Hadj naar het Huis.” (Boechari en Moeslim). Hieruit blijkt dat de betaling van de zakaat een vorm van aanbidding (‘ibaada) is die Allah (swt) de mensheid heeft opgelegd, naast het gebed (salah), het vasten in Ramadan en de Hadj. Hieruit blijkt ook dat de betaling van de zakaat één van de belangrijkste plichten in Islam is. Het is een kernelement van Islam en dit wordt door verschillende andere verzen en ahadith verder benadrukt. Zo zegt Allah (swt) bijvoorbeeld:
“En gelooft in hetgeen Ik heb geopenbaard, vervullende datgene, wat gij reeds bezit en weest niet de eersten, die het verwerpen; verruilt evenmin mijn tekenen voor geringe prijs en zoekt bescherming in Mij alleen. En verwart de waarheid niet met de onwaarheid, noch verbergt de waarheid tegen beter weten in. En houdt het gebed en betaalt de zakaat en bidt met hen, die bidden.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 41 – 43).
De zakaat dient betaald te worden op moment deze de nisaab. Zowel in het geval van goud als in zilver moet 2.5% van het bezit betaald worden aan zakaat, omdat de Boodschapper van Allah (saw) heeft gezegd: “Breng de zakaat van de riqqa (zilveren munt) als één dirham voor iedere veertig.” (Boechari). En: “Wanneer je tweehonderd dirhams bezit en een jaar gaat hier overheen, dan moet je vijf dirhams betalen.” Zakaat wordt dus geheven op vermogen en niet op inkomsten. Islam heeft dus een inherent nivellerend mechanisme om te waarborgen dat opgebouwd vermogen minimaal een keer per jaar wordt aangewend om de economische motor sneller te laten draaien.
Wanneer men dit vergelijkt met de wijze waarop belastingen worden geheven in het Westen dan is dit een schrijnend verschil. Het Nederlands belastingstelsel wat nivellerend zou moeten werken, werkt denivellerend. De (ultra)rijken in de samenleving zijn in staat hun vermogen af te schermen tegen het moeten betalen van belastingen door gebruik te maken van mazen in fiscale wetgeving. De verwerking van hun inkomsten leidt er verder toe dat zij op papier in staat zijn om te laten zien dat de vergaarde inkomsten beperkt zijn. In feite leidt dit dus tot het niet of zeer beperkt betalen van belastingen. Diegene die geen toegang hebben tot fiscale experts, weinig opgebouwde vermogen hebben, maar enkel afhankelijk zijn van hun maandelijkse inkomsten betalen procentueel gezien de hoofdprijs. Dit kan verschillen van land tot land, maar kan in Nederland zelfs oplopen tot een percentage van bijna 50%.
Binnen Islam bepaalt de wetgever (Allah swt) wie als rijk geclassificeerd kan worden en wat als ‘belastbaar’ vermogen kan worden geclassificeerd. Allah (swt) bespaart ons eindeloze discussies wanneer vermogen als ‘veel’ of wanneer iemand als ‘rijk genoeg’ kan worden gezien. Bij het bestuderen van dergelijke onderwerpen dienen wij uit het kapitalistisch paradigma te stappen en de mensen te onderwijzen van de vele wijsheden en mechanismen van Islam die de wereld rechtvaardiger maken. Die zorgen voor een betere distributie van de welvaart en waarborgen dat iedereen zijn steen bijdraagt naar gelang zijn vermogen. Islam kent geen fiscale constructies die de rijken kunnen helpen met het ontwijken van belastingen. Niemand kan zijn vermogen ‘verstoppen’ voor Allah (swt). En Allah weet het beste.