Intellectueel

De realiteit van de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst en de juiste oplossing hiervoor

Per jaar registreert de politie in Nederland 1,2 miljoen misdrijven. [1] Op een bevolking van 16 miljoen mensen is dit een schrikbarend cijfer, waaruit enkel geconcludeerd dat Nederland kampt met een crisis op het gebied van criminaliteit. De ernst van deze crisis is nog groter dan het getal van 1,2 miljoen geregistreerde misdrijven per jaar doet vermoeden. Het werkelijke aantal misdrijven in Nederland gaat het getal van 1,2 miljoen namelijk ver te boven, omdat slechts 2/3e van alle misdrijven daadwerkelijk wordt aangegeven bij politie. [2] Criminaliteit, met andere woorden, is een immens probleem in Nederland.

Bij veel mensen leeft het idee dat dit probleem van criminaliteit in hoofdzaak wordt veroorzaakt door Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Dit idee is grotendeels op vermoedens gebaseerd, omdat bij de registratie van misdrijven de etnische achtergrond van dader / verdachte gewoonlijk niet wordt geregistreerd.[3]

Desalniettemin wordt door de politiek geregeld ingespeeld op dit “onderbuikgevoel” in de samenleving, door deze als feit te presenteren. Schijnoplossingen voor het probleem van criminaliteit in Nederland worden dan gepresenteerd, die het doen voorkomen alsof het een bevestigt feit is dat Nederlanders van Marokkaanse afkomst de voornaamste bron van alle criminaliteit zijn, omdat die het goed doen bij het electoraat. [4] Niet alleen lossen de politici hiermee het probleem van criminaliteit in Nederland niet werkelijk op, maar zij creëren hierdoor een verder probleem in de samenleving. Zij voeden hiermee namelijk het onderling wantrouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de samenleving, waardoor zij effectief aanzetten tot onrust, racisme en uitsluiting.

Dit nieuwe, additionele probleem wordt enkel verder gevoed op het moment dat de meer succesvolle leden van de gemeenschap van Nederlanders van Marokkaanse afkomst in reactie op de ontstane onrust in de samenleving, zichzelf middels opiniestukken in kranten distantiëren van de rest van hun gemeenschap. [5] Ongetwijfeld doen zij dit met de beste bedoelingen, omdat zij denken hierdoor bij te dragen aan een oplossing voor het probleem van criminaliteit in Nederland, maar de realiteit is dit de problemen in de samenleving enkel groter maakt. Aan het probleem van criminaliteit doet ook een dergelijke actie niets, namelijk. Maar wat het wel doet is de onderbuikgevoelens in de samenleving die zeggen dat het criminaliteitprobleem van Nederland veroorzaakt is door Nederlanders van Marokkaanse afkomst, bevestigen. Zonder rechtvaardiging hiervoor. Al wat dergelijke acties dus doen is de onrust, het racisme en de uitsluiting in samenleving verergeren.

Van eenieder die zich met het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst wil bezig houden is daarom vereist dat hij zich eerst goed laat voorlichten over de realiteit van dit probleem. Om te voorkomen dat zijn goede bedoelingen uiteindelijk niets anders als resultaat hebben dan verergering van de onrust in de samenleving.

Het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst moet eerst in perspectief geplaatst worden. Is het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst inderdaad de kern van het criminaliteitprobleem in Nederland? Of is het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst onderdeel van een veel groter probleem met criminaliteit in Nederland? Hiervoor moet gebruik gemaakt worden van de beschikbare en betrouwbare data omtrent criminaliteit en etniciteit in Nederland.

Dit perspectief is noodzakelijk om tot een goed advies te kunnen komen over hoe het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst ten beste aangegrepen kan worden. Als uit het onderzoek naar de realiteit van het probleem van criminaliteit in Nederland en de realiteit van het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst namelijk blijkt dat laatstgenoemde inderdaad de verklaring is voor het probleem van criminaliteit in Nederland, dan moet voor deze realiteit niet uit naam van politieke correctheid weggelopen worden. Dan is een advies ter bestrijding van specifiek de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst noodzakelijk.

Daarentegen, als uit het onderzoek naar de realiteit van het probleem van criminaliteit in Nederland en de realiteit van het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst blijkt dat laatstgenoemde onderdeel is van een groter, meer algemeen probleem met criminaliteit in Nederland, dan kan het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst enkel opgelost worden door dit grotere probleem aan te grijpen. Een specifieke aanpak van het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst is dan meest waarschijnlijk niet noodzakelijk. Bovendien, zou men in deze situatie desalniettemin toch de oplossing voor het grotere probleem van criminaliteit in Nederland zoeken in het oplossen van het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst, dan zal het probleem met criminaliteit in Nederland niet opgelost worden. Dan zou men bezig zijn met schijnoplossingen, waardoor de Nederlanders van Marokkaanse afkomst enkel valselijk beschuldigd worden van verantwoordelijkheid voor het grotere, meer algemene probleem met criminaliteit in Nederland.

En als uit het onderzoek naar de realiteit van het probleem van criminaliteit in Nederland en de realiteit van het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst blijkt dat laatstgenoemde onderdeel is van een groter, meer algemeen probleem met criminaliteit in Nederland, maar ook dat de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst toch specifiek eigen karakteristieken heeft, dan kan een advies ter bestrijding van specifiek de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst van waarde zijn. Op voorwaarde natuurlijk dat men dan niet de verkeerde verwachtingen schept betreffende het te verwachten resultaat van de adviezen. En dus moet men dan het aandeel van de Nederlanders van Marokkaanse afkomst in de criminaliteit in Nederland helder en duidelijk uiteenzetten.

Deze inzichten in de vereisten voor ieder onderzoek naar de criminaliteit in Nederland in het algemeen, en onder de Nederlanders van Marokkaanse afkomst in het bijzonder, vormen de leidraad voor dit rapport. Het zal derhalve bestaan uit een onderzoek naar het aandeel van de Nederlanders van Marokkaanse afkomst in de criminaliteit in Nederland; een onderzoek naar de oorzaken voor de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst, waarbij de nadruk zal liggen op onderzoek naar de vraag of deze oorzaken specifiek zijn voor de gemeenschap van Nederlanders van Marokkaanse afkomst of meer algemeen; en een advies over mogelijke oplossingen voor het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst.

Een statistische analyse van misdaad in Nederland

Zoals gezegd in de introductie tot dit rapport wordt bij de registratie van misdrijven de etnische achtergrond van dader / verdachte gewoonlijk niet geregistreerd. De enige uitzondering op deze regel is de gemeente Rotterdam. De politie van Rotterdam / Hoogland registreert namelijk wel de etnische achtergrond van verdachten. De op deze wijze verzamelde data heeft onderzoekers in staat gesteld om de misdaad in Rotterdam in relatie te brengen met etniciteit. [6] En als men de gegevens accepteert als representatief voor de rest van Nederland, dan hebben de uitkomsten van deze onderneming aangetoond dat het in Nederland overheersende vermoeden dat de criminaliteit veroorzaakt wordt door Nederlanders van Marokkaanse afkomst, niet gerechtvaardigd is.

Verreweg de meeste misdrijven in Rotterdam worden namelijk gepleegd door zogenoemde “autochtonen”. Autochtone Nederlanders zijn verantwoordelijk voor 32% van de jaarlijkse misdrijven in Rotterdam. In de lijst van het aantal misdrijven per etnische bevolkingsgroep worden zij gevolg door de Nederlanders met Surinaamse afkomst die 16% van de jaarlijkse misdrijven in Rotterdam voor hun rekening nemen. Nederlanders met Marokkaanse afkomst nemen met de verantwoordelijkheid voor omstreeks 13% van de jaarlijkse misdrijven in Rotterdam “slechts” de derde plaats in op deze lijst. Vierde op de lijst zijn Nederlanders met Antilliaanse afkomst met 10%, gevolgd door Nederlanders met Turkse afkomst (9%).

Deze misdaadstatistieken van de gemeente Rotterdam hebben echter ook aangetoond dat bepaalde etniciteiten een veel groter deel van de misdaad voor hun rekening dan men zou vermoeden gezien hun aandeel in de totale bevolking. Op de lijst van het gemiddeld aantal misdrijven per hoofd van de bevolkingsgroep staan de autochtone Nederlanders namelijk onderaan. Gemiddeld wordt jaarlijks 3% van de autochtone Nederlanders in Rotterdam veroordeeld voor een misdrijf. Bovenaan deze lijst staan de Nederlanders van Antilliaanse afkomst, waarvan ieder jaar gemiddeld 14% veroordeeld wordt voor een misdrijf. De Nederlanders van Marokkaanse afkomst staan op deze lijst op de tweede plaats, omdat gemiddeld 9% van hen jaarlijks veroordeeld wordt een misdrijf. De derde plaats wordt gedeeld door de Nederlanders met Surinaamse afkomst en Nederlanders met Kaapverdische afkomst, in welke beide groepen jaarlijks gemiddeld 8% veroordeeld wordt een misdrijf. Voor wat betreft de Nederlanders van Turkse afkomst geldt dat jaarlijks gemiddeld 5% van hen veroordeeld wordt voor een misdaad.

________________________________________
Tabel: misdaadstatistieken Rotterdam, 2007

Uitleg bij de tabel:
1. Aantal personen in de bevolkingsgroep

2. Aantal misdrijven jaarlijks begaan door leden van de bevolkingsgroep
a. Aantal misdrijven jaarlijks begaan door leden van de bevolkingsgroep als percentage op het totaal aantal misdrijven
b. Gemiddeld aantal misdrijven per hoofd van de bevolkingsgroep

3. Aantal leden van de bevolkingsgroep dat jaarlijks als verdachte van een misdaad in aanraking met politie
a. Aantal leden van de bevolkingsgroep dat jaarlijks als verdachte van een misdaad in aanraking met politie, als percentage op het totaal aantal verdachten
b. Gemiddeld aantal verdachten per hoofd van de bevolkingsgroep

Bron: “Antilliaanse Rotterdammers 2008; een monitor van hun maatschappelijke positie”
________________________________________

Uit deze cijfers moet dus geconcludeerd worden dat het probleem van misdaad in Nederland niet een zuiver “Marokkaans” probleem is. Criminaliteit komt niet enkel onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst voor en het probleem van criminaliteit in Nederland wordt niet enkel veroorzaakt door Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Men moet er dus voor waken om te denken dat het probleem van criminaliteit in Nederland opgelost zal worden wanneer het probleem van criminaliteit onder Nederlanders met Marokkaanse afkomst aangegrepen wordt.

Dit gezegd hebbende, het is wel zo dat criminaliteit veel onder Nederlanders met Marokkaanse afkomst voorkomt. Deze waarneming rechtvaardigt het spreken over een “probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst”, waarbij dus in ogenschouw moet worden gehouden dat niet enkel Nederlanders van Marokkaanse afkomst dit probleem hebben. Maar in ieder geval rechtvaardigt deze waarneming onderzoek dat uitgaat van een “probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst”. Dit onderzoek moet proberen vast te stellen of de oorzaken voor het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst gelijk zijn aan, of anders zijn dan, de oorzaken voor het grotere, meer algemene probleem van criminaliteit in Nederland.

Als de oorzaken anders zijn, dan is het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst een specifiek probleem dat dus een specifiek eigen oplossing nodig heeft. Maar als de criminaliteit onder alle bevolkingsgroepen dezelfde oorzaken heeft, dan is het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst een deelprobleem van het grotere, meer algemene probleem van criminaliteit in Nederland. En dan is concentratie op het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst niet enkel onnodig, maar zelfs misleidend.

Nederlanders van Marokkaanse afkomst: een cultuur van criminaliteit?

Het is een statistisch feit dat criminaliteit gemiddeld meer voorkomt bij Nederlanders van Marokkaanse afkomst dan bij autochtone Nederlanders. Dit feit is een argument om te stellen dat de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst een specifiek probleem is, dat te maken moet hebben met bepaalde eigenschappen van de Nederlanders van Marokkaanse afkomst, hun afkomst of gemeenschap, of de specifieke omstandigheden waarin zij verblijven in de samenleving.

Veel van de mensen die beweren dat criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst een specifiek probleem is, zijn snel met het toewijzen van blaam aan de “cultuur” Nederlanders van Marokkaanse afkomst. De criminaliteit door Nederlanders van Marokkaanse afkomst is volgens hen het resultaat van het feit dat zij van huis uit de Marokkaans/Islamitische cultuur meekrijgen. Maar hoe correct is deze zienswijze?

Een eerste probleem met deze probleemanalyse is dat zij niet verklaart waarom er voor wat betreft de eerste generatie Nederlanders van Marokkaanse afkomst geen probleem bestaat met criminaliteit. Het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst is een probleem uitsluitend van de tweede en derde generatie. Maar als de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst werkelijk veroorzaakt zou worden door de Marokkaanse/Islamitische cultuur, dan zou dit probleem bij al de generaties Nederlanders van Marokkaanse afkomst waargenomen moeten worden. En eigenlijk vooral bij de eerste generatie, die veel meer dan de tweede en derde generatie beïnvloed is door de Marokkaanse/Islamitische cultuur. In werkelijkheid is dit echter niet het geval.

Genoemde probleemanalyse stemt ook niet overeen met de waarneming in Rotterdam dat criminaliteit niet enkel onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst voorkomt. In het totaal aantal misdaden vormen de misdaden van de Nederlanders van Marokkaanse afkomst zelfs slechts een minderheid. Maar als criminaliteit werkelijk zou resulteren uit de Marokkaans/Islamitische cultuur, dan zou criminaliteit enkel voor kunnen komen onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Ook dit is niet het geval.

Er bestaat ook geen objectieve reden om aan te nemen dat de Marokkaans / Islamitische cultuur aanzet tot criminaliteit. De Marokkaanse / Islamitische cultuur wordt feitelijk gedomineerd door Islam, zoals al de culturen in de landen van de moslims. En voor de landen van de moslims geldt dat daar criminaliteit veel minder een probleem is dan in de landen van het westen. [7] Dit heeft te maken met het algemeen bekende feit dat Islam absoluut intolerant is voor iedere vorm criminaliteit, en de meest strenge van straffen heeft verordend voor de crimineel. [8] Hiernaast heeft Islam zelf grenzen gesteld aan hetgeen het in theorie toegestaan heeft, om de samenleving te beschermen van overlast. Profeet Mohammed (de vrede van Allah zij over hem, zijn familie, en degenen die het door hem gestelde voorbeeld volgen) heeft namelijk gezegd: “Een man is niet een gelovige totdat zijn buurman vrijgesteld is van gedrag dat hem schaadt” [9] en “Hij wiens buurman niet vrijgesteld is van verkeerd gedrag zal het Paradijs niet betreden”. [10]

Degenen die beweren dat de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst te maken heeft met hun Marokkaans / Islamitische cultuur overschatten ook de invloed van Marokkaans / Islamitische cultuur op de Nederlanders van Marokkaanse afkomst, en zij onderschatten de invloed van de in Nederland dominante cultuur. De enige plaatsen waar de Nederlanders van Marokkaanse afkomst geconfronteerd worden met de Marokkaans / Islamitische cultuur op een wijze die beïnvloeding mogelijk maakt zijn thuis en in de moskee. Voor wat betreft de thuissituatie moet hierbij opgemerkt worden dat enkel de ouders een doorgeefluik van de Marokkaans / Islamitische cultuur zijn. De media waaraan Nederlanders van Marokkaanse afkomst thuis blootgesteld staan zijn een doorgeefluik van de in Nederland dominante cultuur. Alle andere plaatsen buiten het eigen huis en de moskee, zoals school, werk of straat, zijn eveneens plaatsen waar de in Nederland dominante cultuur op hen van invloed is. De realiteit ook voor de Nederlanders van Marokkaanseis derhalve dat zij in het dagelijks hoofdzakelijk geconfronteerd worden met de in Nederland dominante cultuur, en slechts weinig met de Marokkaans / Islamitische cultuur. De meeste Nederlanders van Marokkaanse afkomst zijn daardoor veel meer beïnvloedt door de in Nederland dominante cultuur dan door de Marokkaans / Islamitische cultuur. Daarom ook de observatie van de in Marokko woonachtig publicist (en voormalig leraar op een Amsterdamse zogenoemd “zwarte school”) Kees Beekman: “Nu ik een tijdje in Marokko woon, vind ik de Marokkanen aan wie ik les gaf in Amsterdam helemaal niet meer op Marokkanen lijken. Ik vind ze nu heel Nederlands.” [11]

Het opvallende aan de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst is verder juist dat de criminele Nederlanders van Marokkaanse afkomst in vergelijking met de niet-criminele Nederlanders van Marokkaanse afkomst meer beïnvloed zijn door de door de Nederlandse cultuur en minder door de Marokkaans/Islamitische cultuur. [12] En recent wetenschappelijk onderzoek in Nederland heeft ook aangetoond dat jongeren die bewust met Islam opgevoed worden, en die dus meer beïnvloed zijn door de Marokkaans / Islamitische cultuur, zich meer en beter aan de geldende wetten houden dan andere jongeren. [13]

Deskundigen voor wat betreft het probleem van criminaliteit wijzen er derhalve op dat het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van verre afkomst meer complex is dan enkel cultuur gerelateerd. De factoren die criminaliteit binnen een bevolkingsgroep het beste verklaren, zeggen zij, zijn “armoede” en “sociale controle” [14, 15] en niet de culturele achtergrond.

Armoede als oorzaak voor het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst

Dat er in de rijke, westerse landen een relatie bestaat tussen armoede en criminaliteit is algemeen bekend. [16] Dat Nederlanders van Marokkaanse afkomst gemiddeld genomen vaker arm zijn, is eveneens bekend. [17] Het kan derhalve niet anders of de groter dan gemiddelde armoede onder Nederlanders is een eerste verklaring voor de meer dan gemiddelde criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst.

Maar een vraag die het waard is verder te onderzoeken, is: waarom bestaat er in de in de rijke, westerse landen eigenlijk een relatie tussen armoede en criminaliteit? Dit is namelijk een relatief verschijnsel en niet een absoluut verschijnsel. Als er een absoluut verband zou bestaan tussen armoede en criminaliteit dan zou criminaliteit in de rijke westerse landen namelijk het laagst moeten zijn en in de arme Derde Wereld, die voor een groot deel bestaat uit landen van de moslims, het hoogst. Het tegenovergestelde is echter het geval. [18] De verklaring voor dit verschijnsel moet gezocht worden in hetgeen het rijke westen uniek maakt. Dit is bovenal haar unieke cultuur, oftewel de in haar samenlevingen dominante ideeën. Tot de meest vooraanstaanden van deze ideeën behoren “persoonlijke vrijheid”, “individualisme” en “materialisme”.

Het idee van persoonlijke vrijheid is geresulteerd uit het idee dat bevrediging van de menselijke wensen en verlangens het ultieme doel van het leven moet zijn; het idee dat van ieder mens de wensen en verlangens anders zijn; en het idee dat ieder persoon zelf het best weet wat zijn wensen en verlangens zijn. Bij deze aannames is voor realisatie van het ultieme doel van het leven vereist dat ieder mens zijn handelingen kan baseren op de eigen wensen en verlangens. En dus dat zijn wensen en verlangens “goed” en “kwaad” voor hem moeten uitmaken. [19]

Het idee van individualisme stelt dat de mens zich door niets of niemand moet laten leiden. Nietzsche’s ideaal van de individualistische mens, zijn “supermens (Übermensch)”, is de mens die vrij is van alle normen en waarden; de mens wiens doel het niet langer is om het evenbeeld van God te zijn (zoals in het christendom); of om degene te zijn met wie God tevreden is (zoals in Islam); of om een goede burger te zijn zoals gedefinieerd door anderen. Het is de mens die enkel zichzelf wil zijn. [20]

Het idee van materialisme, ten slotte, is geresulteerd uit het utilitarisme zoals gedefinieerd door Bentham. Bentham ontkende feitelijk de emotionele behoeftes van de mens, waardoor materieel genot in de zoektocht naar geluk het ultieme streven werd. [21]

Onder invloed van deze ideeën zijn de mensen in het westen enerzijds zeer egoïstisch geworden en interesseren ze zich niet meer voor de invloed van hun gedrag op anderen; en anderzijds zonder praktische moraal en baseren ze hun beslissing tussen het wel of niet verrichten van een misdaad op enkel de kans van arrestatie door de politie. Tegelijkertijd, onder invloed van deze ideeën wordt de man in de westerse beschaving beoordeeld op eerst en vooral zijn rijkdom (en de vrouw op haar uiterlijke schoonheid), in plaats van op kennis, kunde of bijdrage aan de samenleving. Het is derhalve onvermijdelijk dat in een samenleving waar deze ideeën heersen criminaliteit een groot probleem wordt. Vooral onder degenen die niets hebben en die in armoede leven. Omdat de mensen in deze samenlevingen gemotiveerd worden om ten koste van alles rijkdom te vergaren, omdat hij op basis van rijkdom beoordeeld wordt door de samenleving. En omdat in zijn zoektocht naar rijkdom niets hem weerhoudt van het verrichten van misdaden behalve de angst om gearresteerd te worden, omdat het interne obstakel voor de verrichting van misdaad, de moraal, is opgeheven.

Sociale controle als oorzaak voor het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst

Verschillende onderzoeken hebben ook een verband aangetoond tussen criminaliteit en verwaarlozing. [22] Criminaliteit wordt meer waargenomen onder mensen die als kind of tiener verwaarloosd of mishandeld zijn. Dit is niet verrassend. Kinderen die verwaarloosd worden wordt namelijk niet geleerd wat goed en slecht is. In de westerse samenlevingen worden deze kinderen dan het summum van hetgeen waarnaar de westerse cultuur streeft: egoïstisch, moraalloos en materialistisch.

In de westerse samenlevingen is de ouderlijke taak derhalve van het grootste belang. De ouders moeten de kinderen een besef van moraliteit bijbrengen, omdat de in de samenleving heersende cultuur dit niet zal doen. Voor wat betreft de eerste generatie Nederlanders van Marokkaanse afkomst, die de ouders van nu zijn, wringt hem hier de schoen.

In Marokko is de sociale controle door actoren anders dan de ouders veel groter dan in Nederland. Dit betekent dat in Marokko bijvoorbeeld de buren het gedrag van kinderen zullen controleren en waar nodig corrigeren, waar dit in Nederland, vooral in de grote steden, heel anders is. Veel ouders in Nederland accepteren het niet wanneer iemand anders dan zijzelf hun kinderen terecht wijzen. En daarom is er in Nederland veel minder sociale controle buitenshuis dan in Marokko het geval is. Maar niet iedereen binnen de eerste generatie van Nederlanders van Marokkaanse afkomst lijkt zich dit in voldoende mate te realiseren. Als ouders in Nederland laten zij hun jongens veelal vrij om rond te hangen op straat, misschien ervan uitgaande dat er zoals in Marokko van de buurtgemeenschap sociale controle uit zal gaan. Maar omdat deze sociale controle er niet is in Nederland, groeien hun kinderen effectief op zonder sociale controle. Tijdens het volwassenwordingsproces worden deze “straatkinderen” daardoor zeer sterk beïnvloedt door de ideeën die uitgaan van de in Nederland dominante cultuur, die egoïsme, immoraliteit en materialisme voeden in de mensen. Sterker nog dan andere kinderen wiens ouders wel sociale controle over hen uitoefenen. En dit is een verdere verklaring voor de meer dan gemiddelde criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst.

Vooroordeel als oorzaak voor het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst

Vooroordelen zijn vaak zowel een oorzaak voor het probleem van criminaliteit binnen een specifieke bevolkingsgroep, als een gevolg hiervan.

Vooroordelen zijn een oorzaak voor het probleem van criminaliteit binnen een specifieke bevolkingsgroep omdat zij ertoe leiden dat leden van een bevolkingsgroep achtergesteld worden bij opleiding en werk. Waardoor de bevolkingsgroep effectief tot armoede veroordeeld wordt. En voor armoede geldt dat dit een individu tot misdrijven kan verleiden als in hem de moraal niet sterk verankerd is, zoals eerder is uitgelegd.

Vooroordelen zijn verder een oorzaak voor het probleem van criminaliteit binnen een specifieke bevolkingsgroep omdat zij ertoe leiden dat de samenleving bepaalde individuen niet beoordeelt op basis van hun individuele realiteit, maar op basis van de vooroordelen betreffende de bevolkingsgroep waartoe zij behoren. Hieruit resulteert bij het betrokken individu onvermijdelijk een gevoel van aangedaan onrecht. En als het individu dan niet onder controle wordt gehouden door een sterk in hem verankerde moraal, dan is het goed mogelijk dat dit gevoel ieder bezwaar dat het individu had tegen het verrichten van criminele handelingen weg doet smelten. Het onrecht van beoordeling op basis van vooroordeel doet het individu namelijk met wrok kijken naar de samenleving die hem veroordeelt, wat het egoïsme in hem voedt: “Als de samenleving me toch afwijst, waarom zou ik dan met de samenleving rekening moeten houden?”. En als de moraal in de persoon dan slechts zwak is, dan wordt het voor hem eenvoudiger om misdrijven te verrichten.

Omdat de westerse samenleving het leven baseren op ideeën die het egoïsme en materialisme in de mensen aanmoedigen en zijn moraal verzwakken, lopen vooral zij een risico op verhoogde criminaliteit indien zij zich laten misleiden tot het beoordelen van individuen op basis van vooroordelen betreffende bevolkingsgroep waartoe deze individuen behoren. De vooroordelen verergeren dan het egoïsme en de materiële behoefte in mensen wiens moraliteit reeds zwak gemaakt is. Het einde is dan al gauw zoek, doordat vooroordeel en criminaliteit elkaar voortdurend zullen versterken. De vooroordelen zullen in deze samenlevingen de criminaliteit voeden. En deze criminaliteit zal op zijn beurt dan weer de vooroordelen voeden.

Dit is één van de problemen waarmee Nederland kampt. Nederland is al eerder in deze vicieuze cirkel terechtgekomen, en de criminaliteit binnen de gemeenschap van Nederlanders van Marokkaanse afkomst wordt nu gevoed doordat beoordeling van de individuele leden van deze bevolkingsgroep veelal plaatsvindt op basis van vooroordelen betreffende deze bevolkingsgroep. Dit heeft zich ondermeer heeft geuit in achterstelling van Nederlanders van Marokkaanse afkomst in het onderwijs [23] en op de arbeidsmarkt. [24] Al wat de hieruit resulterende criminaliteit veroorzaakt is verdere vooroordelen. De bestaande vooroordelen betreffende de Nederlanders van Marokkaanse afkomst vormen derhalve ook een verklaring voor de meer dan gemiddelde criminaliteit binnen deze bevolkingsgroep.

Inzichten in de problematiek

De verhandeling tot dusver heeft aantal inzichten met betrekking tot het probleem van de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst duidelijk gemaakt. Om te voorkomen dat de presentatie van adviezen ter oplossing van dit probleem de verkeerde verwachtingen scheppen volgt nu een samenvatting van deze inzichten.

Ten eerste, duidelijk is geworden dat de criminaliteit in Nederland niet wordt veroorzaakt door de Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Het probleem van criminaliteit in Nederland is een groter, meer algemeen probleem. Er moet dus niet worden gedacht dat oplossing van het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst automatische het probleem van criminaliteit in Nederland zal oplossen.

De Nederlanders van Marokkaanse afkomst dragen wel bij aan het probleem van criminaliteit in Nederland. Dit is te verwachten omdat Nederlanders van Marokkaanse afkomst onderdeel zijn van de Nederlandse samenleving. En als de samenleving als geheel met een probleem kampt, dan is het normaal dat al de bevolkingsgroepen die deel uitmaken van deze samenleving ook met dit probleem kampen. Echter, duidelijk is geworden dat Nederlanders van Marokkaanse afkomst meer bijdragen aan criminaliteit in Nederland dan men op basis van hun aandeel in de bevolking zou verwachten. De criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse is dus hoger dan gemiddeld. Het tweede inzicht is derhalve dat de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst een deelprobleem is binnen het grotere, meer algemene van criminaliteit in Nederland. Sommigen van de oorzaken voor de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst zijn dus algemene oorzaken die horen bij het grotere, meer algemene probleem van criminaliteit in Nederland. Andere oorzaken voor de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse daarentegen zijn specifiek en uniek.

Ten derde, omdat het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst oorzaken heeft die het deelt met het grotere, meer algemene probleem van criminaliteit in Nederland, maar ook oorzaken die uniek zijn voor haar, is een specifiek plan nodig voor bestrijding van deze criminaliteit. Een specifiek plan dat kijkt naar zowel de algemeen geldende oorzaken voor criminaliteit als de unieke oorzaken voor de criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst.

Advies: Hoe het probleem aan te pakken?

Het probleem van criminaliteit onder Nederlanders van Marokkaanse afkomst resulteert uit beïnvloeding van de Nederlanders van Marokkaanse afkomst met de in Nederland dominante cultuur, waardoor ze egoïstisch en zonder interne moraal zijn geworden. Dat dit plaats heeft kunnen vinden moet de gemeenschap van Nederlanders van Marokkaanse afkomst voor een niet onaanzienlijk deel zichzelf aanrekenen. Te veel mensen onder hen hebben gefaald in de opvoeding van hun kinderen. Zij hebben het belang van opvoeding in de cultuur van Islam onderschat, en zij hebben in de opvoeding niet de eigen verantwoordelijkheid genomen en erop toegezien dat hun kinderen middels Islam moraliteit en gemeenschapszin werd bijgebracht tijdens het opgroeien.

Doordat dit immense problemen heeft veroorzaakt, wat voor iedereen duidelijk is, is het probleem van onderschatting van het belang van opvoeding in de Islamitische cultuur door de Nederlanders van Marokkaanse afkomst eigenlijk al opgelost. Er bestaat geen noodzaak meer om tegenover de Nederlanders van Marokkaanse afkomst te benadrukken dat Islam in hun levens een centrale moet spelen. Dit bewustzijn is reeds nadrukkelijk aanwezig binnen de gemeenschap, en groeiende. Het is de gemeenschap ondertussen ook wel duidelijk dat het moment is gekomen waarop zij op moet staan om dit probleem te bestrijden. Waar het op dit moment dus om gaat is het kanaliseren van al de bestaande goede wil en beste intenties, richting praktische oplossingen voor het probleem.

Wat op dit moment nodig is, is ervoor zorgen dat ouders over de capaciteit beschikken om hun kinderen deze Islamitische cultuur mee te geven. Zodat in hen al op jonge leeftijd het verlangen naar de Tevredenheid van Allah (swt) aangewakkerd wordt, zodat Vrees voor Allah (swt) de innerlijke moraal sterk maakt, en egoïsme en materialisme bestreden worden. Om dit mogelijk te maken moet het volgende gebeuren:

1. “De westerse ideeën ‘persoonlijke vrijheid’, ‘individualisme’ en ‘materialisme’ zijn de primaire oorzaak van criminaliteit”: De bevolkingsgroep moet zich de resultaten van dit onderzoek, zijnde dat de in Nederlandse samenleving dominante ideeën de primaire oorzaak zijn voor criminaliteit, goed ter harte nemen. Als zodanig moeten alle activiteiten gericht op bestrijding van de criminaliteit onder de Nederlanders van Marokkaanse afkomst als primaire doel hebben om beïnvloeding van onze jongeren door deze ideeën tegen te gaan. En om ervoor te zorgen dat zij in plaats van door deze ideeën beïnvloed worden door Islam.

2. “Zien doet volgen”: Kinderen leren eerst en vooral door het gedrag dat zij bij hun ouders zien. De ouders van nu en de toekomst moeten er derhalve voor zorgen dat zijzelf de Islamitische cultuur de juiste plaats – de centrale plaats – in hun leven geven. Derhalve is vereist dat de ouders van nu en de toekomst ervoor zorgen dat zij de Islamitische cultuur kennen, begrijpen en geadopteerd hebben.

3. “We moeten het zelf doen”: De bevolkingsgroep moet het op zichzelf nemen om kennis en begrip van de Islamitische cultuur in de gemeenschap te laten groeien, en hiervoor niet naar de overheid kijken. De overheid heeft namelijk laten blijken geen profijt te zien in de Islamitische cultuur maar enkel in het controleren en manipuleren van het begrip van deze cultuur. [25]

4. “Moskeeën, neem de rol die de religie jullie gegeven heeft”: De moskeeën moeten ernaar streven om niet enkel plaatsen van gebed te zijn, maar instituten waar de Islamitische cultuur bestudeerd wordt als oplossing voor de praktische problemen van dit leven, zoals de religie van hen verwacht. Dit is noodzakelijk om studie het gedrag en het denken te laten beïnvloeden. De studie van Islam mag dus niet enkel een theoretische wetenschap zijn, noch mag deze zich enkel met het onzienlijke bezig houden, want als de studie losgekoppeld is van het dagelijkse leven dan zal deze het gedrag en het denken niet beïnvloeden. Dit zal van de moskeeën vereisen dat zij zich inzetten om onafhankelijke platformen te worden voor discussie en debat over Islamitische ideeën. De moskeeën moeten zich dus niet door kortzichtige belangen laten misleiden tot het censureren van het ene Islamitische idee ten gunste van het andere, zelfs niet wanneer ze hiertoe opgedragen worden door de overheid. [26] De reden hiervoor is dat, zoals reeds gezegd, de overheid heeft laten merken geen profijt te zien in de Islamitische cultuur, en dus ook niet in versterking van de Islamitische cultuur, maar enkel in het controleren en manipuleren van het begrip van deze cultuur. Bovendien, in een klimaat van censuur kan kennisgroei nooit resulteren. Censuur doet juist het tegenovergestelde resulteren, zijnde intellectuele achteruitgang.

5. “Het ouderschap is serieus werk dat een serieuze voorbereiding vereist”: De ouders van nu en de toekomst moeten praktische kennis opdoen betreffende opvoeding. Voor het belangrijkste deel kunnen zij dit vinden in de Islamitische cultuur. Islam heeft geen enkele kwestie onbesproken gelaten, en Profeet Mohammed (de vrede van Allah zij over hem, zijn familie, en degenen die het door hem gestelde voorbeeld volgen) heeft verschillende adviezen gegeven over hoe ouders hun kinderen ten beste kunnen opvoeden. De praktische kennis betreffende opvoeding kan verder geholpen worden door ouders ervaringen te laten delen. Wederom de moskeeën zouden hierin een faciliterende rol moeten spelen.

6. “Waardeer de religie op correcte wijze en bescherm haar derhalve”: De gemeenschap moet het niet tolereren dat de waardevolle Islamitische cultuur bespot en beschimpt wordt door haatdragende lieden, omdat deze bespotting en beschimping ten doel heeft de moslims weg te jagen van de Islamitische cultuur. De gemeenschap kent derhalve de Islamitische plicht zich luid en duidelijk uit te spreken tegen ieder voorval van bespotting en beschimping, om zichzelf te beschermen.

7. “Stop de vicieuze cirkel vooroordeel – criminaliteit – vooroordeel”: Op basis van al deze initiatieven die in haar eigen handen zijn, moet de gemeenschap de ruimere samenleving oproepen een halt te maken met het beoordelen van Nederlanders van Marokkaanse afkomst op basis van vooroordeel. Zo moet de vicieuze cirkel gestopt worden waarin het onrecht van veroordeling op basis van vooroordeel de criminaliteit onder de Nederlanders van Marokkaanse afkomst voedt, wat op haar beurt dan weer het onrecht van veroordeling op basis van vooroordeel voedt.

________________________________________

[1] Zie: “Daling geregistreerde criminaliteit stagneert”
www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/veiligheid-recht/publicaties/artikelen/archief/2008/2008-2516-wm.htm

[2] Zie: “Criminal Victimisation in International Perspective (ICVS): 2004 – 2005”,
www.rechten.uvt.nl/icvs/pdffiles/ICVS2004_05.pdf

[3] Het is relatief recent dat de politiek is begonnen te spreken over verandering van de gewoonte bij politie om niet de etniciteit van verdachten te registreren. Zie: “(Minister) Ter Horst wil bij misdaad etniciteit registreren”, www.nu.nl/algemeen/1746807/ter-horst-wil-bij-misdaad-etniciteit-registreren.html

[4] Zie: “De ‘Marokkaanse hangjongeren’ zijn voor de politiek slechts spel om de mensen te misleiden en stemmen te winnen”, www.expliciet.nl/content/view/11720/108/

[5] Zie: “Stop criminaliteit Marokkaans-Nederlandse jeugd!”, www.extra.volkskrant.nl/opinie/artikel/show/id/4310/Stop_criminaliteit_Marokkaans-Nederlandse_jeugd%21

[6] Zie: “Antilliaanse Rotterdammers 2008; een monitor van hun maatschappelijke positie”, www.bds.rotterdam.nl/dsc?c=getobject&s=obj&!sessionid=1rhoUlCp3M4eGxJh@OuGEX@lW9pz8@H1!f8xG1jmf1WBRze8Ga59bo5Wz8ZWno7p&objectid=194087&!dsname=bsd2i

[7] Zie: “United Nations survey of crime trends and Operations of Criminal Justice Systems”, www.unodc.org/pdf/research/9th_survey/CTS9ByIndicatorExtract.pdf

[8] Zie: “Het system van strafrecht in Islam”, Expliciet Magazine nummer 22, www.expliciet.nl/content/view/2793/85/

[9] Zie: “Moesnad Ahmed ibn Hanbal”, door Ahmed ibn Hanbal

[10] Zie: “Al Moesnadoe Al Sahihoe bi Naklil Adli (kortweg: Sahieh Moeslim)” door Moeslim ibn al Hadjadj

[11] Zie: “Marokkaanse armoede als excuus”, www.depers.nl/buitenland/65248/Marokkaanse-armoede-als-excuus.html

[12] Zie: “Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart?”, www.uu.nl/SiteCollectionDocuments/Corp_UU%20en%20Nieuws/marokaanse-probleemjongeren.pdf

[13] Zie: “Moslimjeugd volgt regels beter op”, www.nd.nl/artikelen/2009/oktober/15/moslimjeugd-volgt-regels-beter-op

[14] Zie: “Integratie is niet de oplossing”, www.nrc.nl/nieuwsthema/marokkanen_in_nederland/article1810954.ece/Integratie_is_niet_de_oplossing

[15] Zie: “Misdaad meer dan etnische kwestie”, www.volkskrant.nl/binnenland/article1208796.ece/Misdaad_meer_dan_etnische_kwestie

[16] Zie: “Armoede en criminaliteit”, www.ministrando.org/themas/armoede_en_criminaliteit.html

[17] Zie: “Amsterdamse Armoedemonitor, nummer 11”, www.os.amsterdam.nl/pdf/2008_armoedemonitor_11

[18] Ibidem noot 7

[19] Zie: “Kritiek op het idee van persoonlijke vrijheid”, Expliciet Magazine nummer 21, www.expliciet.nl/content/view/2169/85/

[20] Zie: “Kritiek op individualisme”, Expliciet Magazine nummer 33, www.expliciet.nl/content/view/11415/85/

[21] Zie: “Kritiek op gelukzaligheid in de westerse filosofie”, Expliciet Magazine, nummer 38, www.expliciet.nl/content/view/14938/85/

[22] Ibidem noot 16

[23] Zie: “Basisschooladviezen en etniciteit”, www.amsterdam.nl/?ActItmIdt=38067

[24] Zie: “Allochtone werknemers worden ongewild achtergesteld”,
www.volkskrant.nl/archief_gratis/article766014.ece/Allochtone_werknemers_worden_ongewild_achtergesteld

[25] Zie: “Nederlandse imamopleiding moet radicalisme voorkomen”,
www.wereldomroep.nl/actua/nl/samenleving/imamopleiding

[26] Zie: “Cheppih begint Poldermoskee als wapen tegen radicalisering”,
www.trouw.nl/krantenarchief/2008/04/12/2085910/Cheppih_begint_Poldermoskee_als_wapen_tegen_radicalisering.html

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button