Geschiedenis

De oorsprong van Islam in Indonesië (deel 2): Java, de Molukken, Sulawesi en Kalimantan

Inleiding

De meeste moslims hebben een bijzondere affectie voor de Moslims in Zuidoost Azië, Indonesië en Maleisië, Brunei Dar ur Salaam en de zuidelijke regio’s van Thailand en de Filippijnen. Deze bijzonder affectie is direct verbonden met hetgeen eerder is behandeld over de verspreiding van Islam in deze landen.

Islam kwam naar Asj Sjaam, het noorden van Afrika, Centraal Azië en Zuid Oost Europa via de veroveringen van de Moslimlegers. In de meeste gebieden heeft de inheemse bevolking Islam in de eerste instantie verworpen omdat het onbekend was voor hen. Maar nadat de Islamitische systemen werden geïmplementeerd op hen en zij zich realiseerden dat deze systemen de tirannie, onrechtvaardigheid en uitbuiting vervingen met rechtvaardigheid en eerbiedigheid, hadden zij een diepe waardering voor Islam gekregen en bekeerden zij zich tot Islam.

In Zuidoost Azië heeft de inheemse bevolking Islam echter meteen vanaf het begin verwelkomd. Zij verzetten zich niet tegen de komst van de nieuwe religie. Zij nodigden Islamitische predikers uit om aan hen de basisconcepten van Islam te onderwijzen. Vervolgens bekeerden zij zich op basis van de intellectuele kracht van deze concepten.

Helaas is behalve dit, over het algemeen niet veel bekend bij de mensen over de oorsprong van Islam in Zuidoost Azië. Wie brachten Islam naar dit werelddeel? En wanneer? Hoe snel werd Islam geaccepteerd door de lokale bevolking? Wat was hun motivatie om deze nieuwe religie te adopteren?

Dit artikel “De oorsprong van Islam in Indonesië” is geschreven om die vragen te beantwoorden. In het eerste deel is het eerste contact tussen Islam en de Indische bevolking behandeld en hoe Islam verspreid werd op het eiland Sumatra na het eerste contact. Dit tweede deel zal zich concentreren op hoe Islam zich verspreidde naar de andere eilanden van Indonesië; Java, de Molukken, Sulawesi en Kalimantan. Het derde en laatste deel van dit artikel zal ingaan op de lessen die genomen kunnen worden uit de geschiedenis van islam in Indonesië.

De Wali Songo

Tijdens het einde van de zevende eeuw en begin van de achtste eeuw Hidjri, dus de 14de en 15de eeuw volgens de Christelijke jaartelling, was Java onder het gezag van de Hindoe Boeddhistisch koninkrijk van Majapahit. Volgens de lokale legende is Islam door de Wali Songo, dat is Indisch en Arabisch voor de “de negen vertegenwoordigers”, verspreid naar de lokale bevolking.

Maulana Malik Ibrahim wordt over algemeen gezien als de eerste van de Wali Songo. Hij was geboren in Samarkant in het huidige Oezbekistan en reisde via India naar Java om daar te gaan leven. Hij werd bekend als Sunan Gresik, met Sunan wordt ‘Eerbare’ bedoeld en Gresik is de plek waar Malik Ibrahim Islam verspreidde. Volgens overleveringen heeft Sunan Gresik een groot deel van de mensen bekeerd uit de Noordelijke kustgebieden van Java. Men heeft ook over hem verteld dat hij heeft geprobeerd om de koning van Majapahit Viikramavarddhana te bekeren tot Islam maar zonder succes.[33]

Sunan Gresik’s oudste zoon Ali Rahmatoellah volgde in zijn vaders voetsporen. Hij werd ook een onderwijzer van Islam en heeft ook geprobeerd om de koning van Majapahit Angka Wiljaya te bekeren. De koning weigerde om Moslim te worden maar hij heeft Ali Rahmatullah wel toegestaan om een Islamitische school te vestigen in de stad van Ampel vlakbij Surabaya. Ali Rahmatullah die tegenwoordig bekend staat als Raden Rahmat en Sunan Ampel, gebruikte deze school als basis om veel mensen tot Islam te bekeren in zijn gebied.[34]

De assistent van Ali Rahmat in Ampel genaamd Maulana Ishaq reisde naar Blambangan en bouwde daar het fundament voor de vestiging en verspreiding van Islam in dat gebied.[35] Echter, het is ook overgeleverd dat Maulana Ishaq de broer was van Maulana Malik Ibrahim en dus de oom van Ali Rahmatoellah.[36]

Een zoon van Maulana Ishaq, Mohammed Ain oel Jaqien verspreidde Islam naar het eiland Lombok, Makassar bij het eiland van Sulawesi, Kutai in Oost-Kalimantan, Pasir in Zuid-Oost Kalimantan en de Molukse eilanden. Hij werd bekend als Sunan Giri.[37]

De zonen van Ali Rahmatullah i.e. de kleinzonen van Maulana Malik Ibrahim gingen verder met het verspreiden van Islam op Java. Makdoem Ibrahim werd bekend als Sunan Bonang[38] terwijl zijn broer Qasim werd bekend als Sunan Drajat.[39]

Anderen die vaak Sunan genoemd worden op Java zijn Sunan Kalijaga, Sunan Kudus, Sudan Murla en Sunan Gunung Jati.[40]

De notities van de Portugese reiziger Tomé Pires die Java bezocht in het begin van de 8ste eeuw Hidjri, 15de eeuw CE, laten duidelijk zien hoe de vestiging en verspreiding van Islam op Java niet het resultaat was van enkel individuele da’wa door enkel deze islamitische geleerden.

Demak op Java

Tomé Pires’ zijn observatie was dat de Islam die hij zag op de kustgebieden van Java gebracht was door de handelaren uit Arabië, Perzië en India. Vergelijkbaar met de manier hoe dit gebeurde op Sumatra. De Moslims vestigde zich op Java, trouwden met de vrouwen van de lokale bevolking en lieten Islamitische geleerden overkomen. Die geleerden namen vervolgens de taak op hen om Islam te verspreiden onder de lokale bevolking.[41]

Pires heeft ook vermeld dat in zijn tijd er al een onafhankelijk Islamitisch koninkrijk bestond op Java, het koninkrijk van Demak. Het was opgericht in het jaar 1477 CE door PatehRodim ook bekend als Raden Pateh.[42]

Gedurende de periode van de derde koning van Demak, heeft Pangeran (prins) Trenggana, wiens gezag begon in het Christelijke jaar 1505, Islam gesteund met het verspreiden op Java. Trenggana heeft zijn koninkrijk meer laten reguleren volgens de voorschriften van Islam. Voor zichzelf heeft hij de titel Sultan geadopteerd. Hij heeft ook zijn naam veranderd naar Ahmed ‘Abdel Ar Rifin.[43] Daarnaast heeft Sultan Ahmed ‘Abdel Ar Rifin de macht en invloed van de Majapahit verdrongen uit zijn koninkrijk. In het christelijke jaar 1529 had zijn leger de stad van Madiun in Oost Java bereikt. In het jaar 1530 heeft de havenstad Surabaya zich aangesloten bij het Demak Sultanaat. En in het jaar 1545 werd de havenstad van Malang ten oosten van Java veroverd. SunanGiri en SunanKudus hebben een belangrijke rol gespeeld in deze openingen als adviseurs voor de Sultan en leiders van zijn leger.[44]

Op het westelijke gedeelte van Java verspreidde de invloed van het Demak Sultanaat door middel van de inzet van SunanGunungJati. SunanGunungJati’s volledige naam was Noer Al Dien ibn Ibrahim ibnMaulanaIzrail. Hij zou van Arabische voorouders afstammen. Hij wordt SunanFatahillah en SunanFalatehan genoemd. Toen hij een jonge man was, reisde hij naar het Sultanaat van SumadraPasai op Sumatra om Islam te studeren.[45] Nadat Pasai was veroverd door de Portugezen in het Islamitisch jaar 928 en 1521 CE, reisde hij naar Mekka om Islam te studeren. Na zijn terugkeer naar Zuidoost Azië ging hij naar Demak en werd hij een adviseur voor Sultan Ahmed ‘Abdel Ar Rifin, PangeranTrenggana.[46]

SunanGunungJati heeft zelf het leger van Demak geleid om Banten te veroveren op het westelijke gedeelte van Java van de Hindoe autoriteit van Pajajaran in 1523 CE.[47] Hij ging toen verder en tegen het einde van 1526 of het begin van 1527 CE/933 H heeft hij ook SundaKalapa veroverd. Dat is een havenstad in het westen van Java. SunanGunungJati heeft de stad hernoemt tot Djayakarta wat een Javaanse vertaling is voor ‘FathanMoebinan’ uit het eerste vers van Soera Al Fath van de Koran. De vrije vertaling hiervan is ‘Duidelijke Overwinning’.[48]

Het Sultanaat van Demak heeft de taak op zich genomen om Islam te verspreiden onder zijn eigen bevolking. Om dat te doen, heeft het sultanaat een Islamitisch onderwijssysteem ontwikkeld in de gebieden die onder haar autoriteit vielen. Dit in navolging van het Sultanaat van SumadraPasai en het Sultanaat van Atjeh op Sumatra. In Demak stonden deze scholen bekend als ‘Pesantren’. SunanGunungJati was aangesteld om de Pesantren van de hoofdstad van Sultanaat Demak te besturen.[49]

Mataram op Java

Tijdens het einde van de 16e eeuw CE begon het Sultanaat van Demak te vervallen en op verschillende delen van Java ontstonden er onafhankelijke Islamitische Sultanaten. In het centrale gebied van Java, waar het gebied oorspronkelijk is geopend door het leger van Demak onder aanvoering van Sultan Kudus rond 1530 CE, ontstond toen het Sultanaat van Pajang en Mataram. Uiteindelijk werd het Sultanaat van Mataram rond 1587 overgenomen door Pajang.[50]

Onder het bewind van Sultan Agung die regeerde tussen 1613 en 1646 CE heeft het Sultanaat van Mataram haar gouden tijdperk beleefd. In 1639 CE heeft Agung, die bekend stond als pangeran (prins) Agung, een ambassadeur gestuurd naar Mekka. In 1641 CE kwam dezelfde ambassadeur terug met de toestemming van de Sjarief van Mekka die toestemming had gegeven namens de Ottomaanse Sultan in Istanbul, de Khaliefa van de Moslims, aan Agung om de titel Sultan te gebruiken. Agung heeft toen zijn naam veranderd naar Abdoellah Mohammed MaulanaMatari.[51] Sultan Abdoellah Mohammed MaulanaMatari zorgde ervoor dat Islam werd versterkt in zijn gebied door de Islamitische geleerden de opdracht te geven om moskeeën en pesantrens te vestigen in iedere stad in zijn gebied.[52]

Banten op Java

Op het westelijke deel van Java werd het Sultanaat van Demak overgenomen door het Sultanaat van Banten. In 1579 CE heeft diens heerser MaulanaYusup (Indisch voor Youssef) Pajajaran geopend. Dat was het laatste Hindoe Boeddhistisch koninkrijk op Java. De elite van de Sunda bevolking op Java zijn daarna bekeerd tot de Islam. [53]

In het jaar 1048 H en 1638 CE heeft een nakomeling van MaulanaYusup genaamd Abdel-Qadir een formele relatie ontwikkeld met het thuisland van Islam. Net als Agung van Mataram eerder had gedaan, zond hij ook een ambassadeur naar de Sjerief van Mekka om officieel zijn plecht te geven aan de Islamitische Staat die geregeerd werd door de Ottomaanse Sultan. Hij verzocht de Sultan om erkend te worden door de Islamitische Staat Al Khilafah als de Sultan van Banten. Zijn verzoek werd ingewilligd en zodoende werd een nieuwe traditie geboren in het Sultanaat van Banten. Na Sultan Aboe Al MafaachierAbdelQadir hebben alle nakomelingen officieel hun verzoek ingediend bij de Sjerief van Mekka om aangesteld te worden als Sultan van Banten.[54]

Sultan Aboe Al MafaachierAbdelQadir zette zich enorm in voor Islam. Hij verzocht de Sjerief van Mekka om Islamitische geleerden te sturen naar Banten om hem te helpen met het verspreiden van Islam. Daarnaast heeft hij gezorgd voor de lokale Islamitische geleerden door middel van onderhoud en salaris zodat zij het volk Islam konden onderwijzen. Hij heeft ook een formele functie gecreëerd bij het bestuur voor een Islamitische geleerde zodat deze de sultan kon adviseren over de zaken van het Sultanaat. Deze positie werd de Qadi genoemd. De eerste Qadi’s waren Islamitische geleerden die waren afgereisd van het Arabisch Schiereiland naar Banten. Maar naarmate de tijd verstreek werd deze positie ook vervuld door de Indische bevolking zelf nadat zij ook Islam hadden gestudeerd en geleerden waren geworden. De Qadi was verantwoordelijk voor het adviseren van de Sultan en hield toezicht op de naleving en toepassing van de Islamitische wetgeving in het Sultanaat. Als de Sultan vertrok met zijn leger dan liet hij vaak de Qadi het bestuur overnemen. Vaak werden ook kwesties met betrekking tot het buitenlands beleid gedelegeerd aan de Qadi.[55]

Vanwege deze maatregelen werd het Sultanaat van Banten het centrum voor de studie van Islam in Indonesië. Men kwam van alle regionen uit Sumatra, Java en ander Indische eilanden om daar te studeren. Het Sultanaat liet mensen reizen naar Mekka om hun studies daar voort te zetten. Na hun terugkomst werden deze mensen aangesteld om Islam te onderwijzen in Banten.[56]

De Molukken

In het Islamitisch jaar 870 H/1486 CE heeft koning Marhum de heerschappij over Ternate, een eiland van de Molukken, op zich genomen.[57] De Molukse eilanden waren in die tijd bekend met Islam vanwege de vele bezoeken van Moslimhandelaren die daar kruiden kochten. Koning Marhum was bewust van de opkomst van Islam en hij heeft zelfs zijn zoon naar Java gestuurd om Islam te studeren bij SunanGiri.[58] In 891 H/1486 CE overleed koning Marhum en zijn zoon Zain Al Abidien werd de heerser van Ternate. Zain Al Abidien heeft officieel Islam geadopteerd als de religie van de staat. Vervolgens veranderde hij het koninkrijk in een sultanaat als onderdeel van de gehele implementatie van de Islamitische wetgeving. Onder leiding van Sultan Zain Al Abidien werden er nauwe banden ontwikkeld met het sultanaat van Java. Niet alleen op het gebied van handel, maar ook op religieus gebied door middel van het uitnodigen van Islamitische geleerden naar Java. Dit werd gedaan zodat deze geleerden de Sultan konden helpen om Islam te verspreiden onder zijn bevolking in Ternate.[59]

Soelawesi

Onder de invloed van het Sultanaat van Ternate werden de bewoners in de gebieden van Gorontalo en Buton op het eiland van Sulawesi Moslim in het jaar 1525 en 1542 CE.[60]

Ten zuiden van Sulawesi streden de twee koninkrijken van Goa-Tallo en Bone voor dominantie. In het jaar 1580 CE bracht de Sultan van Ternate een bezoek aan de havenstad Makassar in het koninkrijk van Goa-Tallo. Hierbij ontwikkelde hij een diplomatieke band met de koning Tunidjallo. Tunidjallo regeerde van 1565 tot 1590 CE en hij toonde interesse in Islam. Hij had een nauwe band met de Sultan van Johor en het huidige Maleisië en hij heeft de eerste moskee gebouwd in Makassar voor de Moslimhandelaren die in zijn koninkrijk woonden.[61]

Het koninkrijk van Goa-Tallo werd door twee heersers geregeerd. Een heerser in Goa en de ander in Tallo. In het jaar 1014 Hidjri/1605 CE werden deze heersers bezocht door drie Islamitische geleerden uit Minangkabau van Sumatra. De geleerden waren Abdel Makmoer (ook bekend als Dato RiBandang), Soelaiman (bekend als Dato RiPatimang) en AbdelJawad (ook bekend als Dato RiTiro). De koning van Tallo, KarengMatoaya, accepteerde hun uitnodiging naar Islam op de 9de van Jumada 1014 Hidjri, 20 september 1605 CE. Kort daarna bekeerde ook de heerser van Goa tot de Islam. De koning van Tallo heeft toen de naam Sultan AbdoellaAwaaloel Islam geadopteerd. En de heerser van Goa adopteerde de naam Sultan Alaoed Deen. Islam werd zodoende de staatsreligie in Goa-Tallo waarna het volk zich ook bekeerde tot de Islam.[62]

De sultans van Goa-Tallo hebben toen de koning van Bone uitgenodigd om hun voorbeeld te volgen maar hij weigerde. In antwoord hierop hebben de Sultans van Goa-Tallo het gebied van Bone aangevallen in 1606 CE en nogmaals in 1608 CE tot aan 1611 CE. Op die manier hebben zij het koninkrijk van Bone onder hun controle gekregen. Als gevolg hiervan werd Islam gevestigd over het gehele gebied van Sulawesi, waarop het gebied van Toraja de enige noemenswaardige uitzondering is.[63]

De Islamitische geleerde AbdelMakmur heeft de sultans van Goa-Tallo geholpen om de Islamitische wetgeving te implementeren in de gebieden die onder zijn autoriteit vielen. Om deze fundamentele verandering van de samenleving te faciliteren, werden er moskeeën gebouwd over het gehele eiland en iedere moskee had een Islamitische rechter (Qadi), imam en Chatieb (prediker). Hierdoor werd Islam in slechts enkele jaren volledig verworven met Suwalesi.[64]

Kalimantan

De Islamisering van Kalimantan begon in de 10de eeuw van Hidjri en de 16de eeuw christelijke jaartelling. In het jaar 936 H/ 1526 CE heeft PangeranSamudra een machtsconflict tussen de elite van het Dana koninkrijk op Kalimantan in zijn voordeel opgelost. Hij had belangrijke steun gekregen van de Islamitische Sultanaat van Demak tijdens zijn strijd. Hierdoor kwam hij in aanraking met de leringen van Islam en dit leidde ertoe dat hij zich bekeerde tot de Islam en het Sultanaat van Banjar had gesticht. Hij adopteerde de naam en titel Sultan Suriansyah.[65]

Ondanks dat Islam de staatsreligie was in het sultanaat van Banjar, was de invloed op de lokale bevolking van Dayak beperkt. Dit veranderde pas toen Mohammed Arsjad Bin Abdoellah Al Banjari de Sultan werd. Geboren in Martapura, Zuid Kalimantan op 1122 H/ 1710 CE, kon Mohammed Arsjad al vloeiend de Koran reciteren toen hij zeven jaar oud was. Toen dit nieuws de toenmalige Sultan Tahil Allah van Banjar bereikte, had hij de jonge Mohammed Arsjad uitgenodigd om in zijn paleis te wonen. Op latere leeftijd heeft hij Mohammed Arjsad naar Arabie gestuurd om Islam te studeren op kosten van de Sultan. Gedurende zijn verblijf in Mekka en Medina bleef Mohammed Arsjad in contact met de Sultan van Banjar. Middels brieven gaf hij fatawa over religieuze zaken die betrekking hadden op de Moslims in Banjar. In 1186 H/1773 CE keerde Mohammed Arsjad terug naar het Sultanaat om persoonlijk de Sultan te ondersteunen in het besturen van de staat. Hij heeft een onderwijsinstelling gesticht om de mensen van alle leeftijden de Islam te onderwijzen. Voor dit project gaf Sultan Tahmid Allah een groot stuk land aan de rand van de hoofdstad van het Sultanaat. Het gebouw bestond uit verschillende lokalen, studentenwoningen, lerarenwoningen en bibliotheken. Maar er werden daarnaast ook workshops gegeven zodat het onderwijsinstituut financieel onafhankelijk zou blijven. De studenten van deze school werden uiteindelijk vooraanstaande geleerden van Kalimantan. Sjeich Mohammed Arsjad Al Banjari heeft ook de wetgeving van het Sultanaat hervormd zodat het in overeenstemming was met de Islamitische Sjari’a . En hij heeft islamitische rechtbanken opgericht waar het volk naar een moefti kon gaan om hun geschillen op te lossen volgens Islam. Dankzij al dit werk heeft de meerderheid van het sultanaat Islam geaccepteerd als hun religie.[66] [33] Ibid.note 3; Zieook:https://en.wikipedia.org/wiki/Wali_Sanga

[34] “Islam and Javanese Acculturation: Textual and Contextual Analysis of the Slametan Ritual”, MasdarHilmy, McGrill University, 1999, https://www.academia.edu/891910/Islam_and_Javanese_acculturation_textual_and_contextual_analysis_of_the_slametan_ritual

[35] Ibid.note 34

[36] https://en.wikipedia.org/wiki/Wali_Sanga

[37] Ibid.note 7

[38] https://en.wikipedia.org/wiki/Sunan_Bonang

[39] https://en.wikipedia.org/wiki/Sunan_Drajat

[40] Ibid.note 33

[41] Ibid.note 34

[42] Ibid.note 34

[43] Ibid.note 3

[44] Ibid.note 7

[45] Ibid.note 3

[46] “Islam in Indonesia”, HoesseinDjajadiningrat, in “Islam, The Straight Path: Islam Interpreted by Muslims”, Kenneth W. Morgan, The Ronal Press Company, 1958, http://www.religion-online.org/showbook.asp?title=1656

[47] Ibid.note 7

[48] Ibid.note 46

[49] Ibid.note 3

[50] Ibid.note 7

[51] Ibid.note 7

[52] Ibid.note 3

[53] Ibid.note 7

[54] “The Origins of Islamic Reformism in Southeast Asia: Networks of Malay-Indonesian ‘Ulama in the Seventeeth and Eighteenth Century”, AzyumardiAzra, KITLV Press, 2004; Zieook: “Shari`a court, tarekat and pesantren: religious institutions in the sultanate of Banten”, Martin van Bruinessen, Arcipel, 1995, http://www.hum.uu.nl/medewerkers/m.vanbruinessen/publications/Bruinessen_Sharia_Court_Tarekat_and_Pesantren_in_Banten-libre.pdf

[55] “Shari`a court, tarekat and pesantren: religious institutions in the sultanate of Banten”, Martin van Bruinessen, Arcipel, 1995, http://www.hum.uu.nl/medewerkers/m.vanbruinessen/publications/Bruinessen_Sharia_Court_Tarekat_and_Pesantren_in_Banten-libre.pdf

[56] Ibid.note 55

[57] “History of the Indian archipelago”, John Crawfurd, 1820, https://archive.org/details/historyofindiana03craw

[58] Ibid.note 7

[59] Ibid.note 57

[60] “The Bugis”, Christian Pelras, Backwell Publishing, 1996

[61] “De Islamisering van Makassar”, J. Noorduyn, 1956, http://booksandjournals.brillonline.com/content/journals/10.1163/22134379-90002316?crawler=true

[62] “The Bugis”, Christian Pelras, Backwell Publishing, 1996; See also “De Islamisering van Makassar”, J. Noorduyn, 1956, http://booksandjournals.brillonline.com/content/journals/10.1163/22134379-90002316?crawler=true

[63] Ibid.note 62

[64] Ibid.note 60

[65] “The Origins of Islamic Reformism in Southeast Asia: Networks of Malay-Indonesian ‘Ulama in the Seventeenth and Eighteenth Century”, AzyumardiAzra, KITLV Press, 2004; see also “Islam in Modern Asia”, I.K. Khan, M.D. Publications, 2006

[66] Ibid.note 66[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]
Back to top button