Uncategorized

De Islamitische Staat Al Khilafa is een plicht (fard) op de moslims

Dat de vestiging van de Islamitische Staat Al Khilafa een plicht (fard) is op de moslims blijkt duidelijk uit de Koran, de Soenna en uit hetgeen deze naar verwijzen zoals de Consensus (Idjma) van de Sahaba.

Bewijzen voor de Islamitische Staat Al Khilafa in de Koran

Voor wat betreft de Koran, Islam heeft het tot plicht gemaakt dat met Islam geregeerd wordt. Al de zaken in hun leven moeten opgelost worden volgens de regels die Allah (swt) heeft geopenbaard. Oftewel de Islamitische Wet de Sjari’a moet ten uitvoer gebracht worden. Allah (swt) zegt:

“Oordeel daarom tussen hen met hetgeen Allah heeft geopenbaard, en volg hun boze neigingen niet tegen de waarheid die tot u is gekomen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 48)

En:

“En spreek recht tussen hen naar hetgeen Allah u heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen niet en wees op uw hoede dat zij u niet afleiden van hetgeen Allah u heeft geopenbaard.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 49)

En:

“Maar nee, bij jouw Heer, zij geloven pas echt wanneer zij jou tot rechter maken over wat bij hen omstreden is en als zij dan bij zichzelf geen moeite hebben met wat jij geoordeeld hebt en het volledig aanvaarden.” (Zie de vertalingen van de betekenissen van de Koran, An Nissaa 4, vers 65)

En:

“Het oordeel komt alleen Allah toe. Hij beveelt dat jullie alleen Hem dienen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.” (Zie de vertalingen van de betekenissen van de Koran, Joesoef 12, vers 40)

De Islamitische Staat Al Khilafa is de staat die enkel en alleen regeert met Islam. De Islamitische Staat Al Khilafa, met andere woorden Al Khilafa, is degene die ervoor zorgt dat deze plicht nagekomen wordt. Aangezien het regeren met Islam een plicht is, is dus ook de Islamitische Staat Al Khilafa een plicht.

Allah (swt) heeft daarom degenen die niet regeren met hetgeen Allah (swt) heeft geopenbaard veroordeeld in de meest sterke van bewoordingen:

“En wie niet rechtspreken volgens hetgeen Allah heeft nedergezonden, dezen zijn ongelovigen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 44)

En:

“En wie niet rechtspreken volgens hetgeen Allah heeft nedergezonden, dezen zijn onderdrukkers.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 45)

En:

“En wie niet rechtspreken volgens hetgeen Allah heeft nedergezonden, dezen zijn overtreders.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 47)

De definiërende eigenschap van de Islamitische Staat Al Khilafa is dat zij met enkel en alleen de Wet van Allah (swt) regeert, oftewel dat zij met enkel en alleen de geboden en verboden van Allah (swt) de belangen van de moslims behartigt.

Bewijzen voor de Islamitische Staat Al Khilafa in de Soenna

Voor wat betreft de Soenna, Islam heeft het tot een plicht gemaakt dat er in ieder tijdperk een bay’a (eed van trouw en gehoorzaamheid) aan de Khalifa gegeven wordt. De Khalifa is het staatshoofd in de Islamitische Staat Al Khilafa. De Boodschapper van Allah (saw) heeft het belang van de plicht tot het geven van de bay’a duidelijk gemaakt door de afwezigheid van de bay’a te vergelijken met ongeloof (koefr): “Wie sterft zonder de bay’a rond zijn nek, sterft de dood van Djahiliyya.” (Moeslim).

Djahiliyya is de tijd van onwetendheid voor de komst van Islam toen de mensen dus niet de Rechte Leiding van Allah (swt) volgden. Sinds Islam bestaat is de verwijzing naar Djahiliyya een synoniem voor ongeloof. De vergelijking met ongeloof is een van de manieren waarop een plicht (fard) wordt aangeven.

De plicht tot het geven van bay’a geeft eigenlijk een plicht aan voor wat betreft het bestaan van de Islamitische Staat Al Khilafa. Omdat het geven van de bay’a aan de Khalifa een plicht is, en omdat het bestaan van een Khalifa vereist dat de Islamitische Staat Al Khilafa bestaat.

Sommige mensen zeggen “maar er is geen Khalifa nu dus de plicht tot het geven van de bay’a bestaat ook niet”. Maar dit is een mening die niet ondersteund wordt door de hadith zelf. De hadith vergelijkt een bepaalde situatie met ongeloof, wat betekent dat deze situatie verboden (haraam) is. Deze situatie moet dus veranderd worden. Oftewel, afwezigheid van bay’a is verboden (haraam) dus aanwezigheid van bay’a is verplicht (fard).

Bovendien, de hadith zelf beperkt de situatie van haar toepasselijkheid niet door iets te zeggen als “als dit-en-dit de situatie is, en er is dan geen bay’a, dan is zus-en-zo de consequentie”. De betekenis van de hadieth is daarom algemeen. Met andere woorden, de plicht tot het geven van de bay’a zoals die duidelijk blijkt uit de hadith is niet beperkt tot de situatie waarin er een Khalifa is. Deze plicht is algemeen geldend.

Dus omdat de hadith aangeeft dat Islam heeft geoordeeld dat het geven van de bay’a aan de Khalifa een plicht is in iedere situatie, is het eveneens een plicht dat de Islamitische Staat Al Khilafa te allen tijde bestaat. Immers, anders kan men de eerste plicht, het geven van de bay’a aan de Khalifa niet nakomen. Dus uit de hadith blijkt dat op de moslims een plicht is om er voor zorgen dat de er een Islamitische Staat Al Khilafa is, en een Khalifa aangesteld is die, over hen regeert met enkel en alleen Islam, waaraan zij vervolgens de bay’a kunnen geven.

In een andere hadith sprak de Boodschapper van Allah (saw) over het geven van de bay’a aan iedere Khalifa die na zou moeten komen: “De belangen van Bani Israiel werden behartigd door Profeten. Na het sterven van iedere Profeet werd deze opgevolgd door een andere Profeet. Er is geen Profeet na mij, maar er zullen Khoelafaa [meervoud van Khalifa, vert.] zijn. Men vroeg: ‘Wat geeft u ons als opdracht om te doen?’. Hij zei: ‘Geef hen de bay’a de één na de ander, want Allah zal hen ondervragen over hetgeen (de verantwoordelijkheid) Hij hen gegeven heeft’.” (Boechari).

Dus de Boodschapper van Allah (saw) informeerde moslims dat na hem (saw) de belangen van de moslims behartigt zouden worden door een Khalifa. En deze informatie is eveneens een aanduiding van de plicht tot het benoemen van een Khalifa. Oftewel, de betekenis van de hadith is “er moeten Khoelafaa zijn na mij”.

Verder heeft de Boodschapper van Allah (saw) de Imaam van de moslims – in de context van regeren is het woord Imaam een synoniem voor Khalifa – beschreven als een schild: “Voorwaar, de Imaam is als een schild, van waarachter jullie vechten en door wie jullie beschermd worden.” (Moeslim). Deze hadith beschrijft het voordeel dat de moslims zullen genieten bij het bestaan van een Khalifa. Hieromtrent geldt in de Islamitische jurisprudentie een principe dat zegt “wat voorkomt dat het Goddelijk Oordeel schade berokkend wordt, is verplicht”. De hadieth maakt duidelijk dat de Khalifa iets is dat de moslims beschermt tegen het slechte. Daarom dus ook uit deze hadith dat het bestaan van de Islamitische Staat Al Khilafa een plicht is.

Bewijzen voor de Islamitische Staat Al Khilafa in de Consensus van de Sahaba

De Consensus (Idjma) van de Sahaba wordt door al de geleerden van Islam gezien als een bron waaruit Islamitische wetten blijken.

Voor wat betreft Consensus (Idjma) van de Sahaba en de plicht van het bestaan van de Islamitische Staat Al Khilafa, de Sahaba hebben laten zien dat er voor hen niets belangrijkers bestond dan het bestaan van de Islamitische Staat Al Khilafa. Iedere keer dat de post van Khalifa vrij kwam, omdat de Khalifa was gestorven, haastten zij zich om een nieuwe Khalifa te benoemen. Zelfs toen de Boodschapper van Allah (saw) stierf bekommerde het grootste deel van de meeste voorname moslims zich eerst met de aanstelling van een Khalifa. Dezelfde dag nog kozen zij Aboe Bakr (ra) als Khalifa en gaven ze hem de bay’a. En de volgende dag kwamen al de mensen bijeen in de moskee om de bay’a te geven aan Aboe Bakr (ra). En pas nadat de kwestie van de bay’a opgelost was werd de Boodschapper van Allah (saw) begraven, drie dagen en twee nachten na zijn (saw) overlijden: “‘Oemar vertelde: ‘Na de dood van de Boodschapper van Allah (saw) vernamen we dat de Ansar zich niet bij ons verzamelden, maar dat ze zich verzameld hadden op de binnenplaats van Bani Sa’ida. ‘Ali en Az Zoebayr, en wie zich ook tezamen met hen bevonden, waren niet met ons terwijl de moehadjirien zich verzamelden bij Aboe Bakr. Ik zei tegen Aboe Bakr: ,,Laat ons gaan tot naar de Ansaar broeders van ons’’. En zo trokken we er op uit om hen te vinden, en toen we tot nabij aan hen kwamen troffen we twee van de vrome mensen onder hen die ons informeerden betreffende het finale besluit van de Ansaar. Ze zeiden: ,,O groep van moehadjirien, waar gaan jullie naar toe?’’. We antwoordden: ,,We gaan naar onze Ansaari broeders’’. Ze zeiden tegen ons: ,,Jullie zouden niet naar hen moeten gaan. Breng ten uitvoer wat wij al besloten hebben’’. Ik zei: ,,Bij Allah, we zullen naar hen gaan’’. En zo gingen we voort totdat we hen bereikten bij de schuur van Bani Sa’id.” Na enige discussie zei Aboe Bakr (ra): “… Jullie moeten kiezen, ofwel ‘Oemar ofwel Aboe Oebayda bin Al Djarra als jullie Khalifa.” ‘Oemar zei: “Nee, we verkiezen jouw, want jij bent onze leider en de beste van onder ons en de meest geliefde van ons allemaal bij de Boodschapper van Allah.” Dus nam ‘Oemar de hand van Aboe Bakr en gaf hem de bay’a, en ook de mensen gaven hem de bay’a. Al Habbab ibn Al Moenthier (van onder de Ansaar) was de eerste die hierop volgde. (Soejoeti).

Het Kalifaat van Khalifa Aboe Bakr (ra) duurde 2 jaar en 3 maanden. Aboe Bakr (ra) werd toen ziek en na de vooraanstaanden van onder de moslims geconsulteerd te hebben adviseeerde hij de moslims om ‘Oemar (ra) als Khalifa te kiezen na zijn dood. De moslims deden aldus. Khalifa ‘Oemar zou voor 10 jaar en 6 maanden de Islamitische Staat regeren. Toen aan het einde van deze periode Khalifa ‘Oemar (ra) zijn dood voelde naderen, nadat hij door de perzische niet-moslim slaaf Firoz (Aboe Loeloe) neergestoken was tijdens het gebed, gaf hij de mensen die hij gewoonlijk om hun meningen vroeg de opdracht om na zijn sterven binnen een periode van drie dagen één van hen als Khalifa te kiezen. Zij waren ‘Ali bin Aboe Taalib (ra), ‘Oethman bin ‘Affaan (ra), ‘Abdoer Rahman bin ‘Auf (ra), Sa’ad bin Abi Waqqas (ra), Az Zoebair bin Awwam (ra) en Aboe Talha (ra). Khalifa ‘Oemar riep Aboe Talha bij zich en zei: “Neem 50 van je gewapende mannen om de leden van het committee te bewaken. Laat hen niet uiteen gaan voordat zij een Khalifa gekozen hebben, wat zij moeten doen binnen drie dagen.” (Soejoeti). Dus zou de groep na drie dagen nog niet tot overeenstemming zijn gekomen, zo gaf ‘Oemar (ra) de opdracht, dan moest het hoofd afgehakt worden van degene die schuldig was aan dit feit. Dit was de opdracht van ‘Oemar (ra) ook al waren al de mensen die zich bezig hielden met het kiezen van een nieuwe Khalifa voorname moslims. Dit besluit van ‘Oemar (ra) werd bekend bij de metgezellen van de Boodschapper van Allah (saw), maar niemand protesteerde tegen deze beslissing. Hieruit blijkt dat zij allen dezelfde mening toegedaan waren betreffende het belang van de aanstelling van een Khalifa en het geven van de bay’a aan hem. Dit was het allegrootste belang en al het andere moest hiervoor wijken. Dit is dus een consensus dat het benoemen van een Khailfa en het geven van de bay’a aan hem een plicht is.

Het kan zijn dat sommige moslims zeggen dat de verantwoordelijkheid voor het regeren met Islam niet ligt bij de gemeenschap (Oemma) van de moslims, maar bij de heersers over de moslims. En dus dat de gemeenschap (Oemma) van de moslims geen blaam treft wanneer er niet middels de Islamitische Staat Al Khilafa met Islam geregeerd wordt. En dus dat de gemeenschap (Oemma) van de moslims zich geen zorgen hoeft te maken als er geen Islamitische Staat Al Khilafa is. Maar specifiek voor beweringen als deze heeft de Boodschapper van Allah (saw) gezegd: “Voorwaar, Allah ‘Azza we Djal zal geen volk bestraffen voor de handelingen van slechts enkelen onder hen, totdat zij (het volk) de moenkar [het slechte, het kwade, het niet regeren met Islam, vert.] onder hen waarnemen en zij (het volk) dit niet veranderen alhoewel zij in staat zijn dit te veranderen. En als zij de moenkar niet veranderen dan zullen de mensen als gemeenschap bestraft worden tezamen met de enkelen (die de moenkar doen).” (Ahmed).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button