Het Verenigd Koninkrijk was de gastheer van de 26e VN Climate Change Conference of the Parties (COP26) welke plaatsvond tussen 31 oktober en 13 november 2021. De COP26 bracht landen bij elkaar om samen te accelereren richting de doelstelling van de Parijs verklaring en het VN-raamwerk klimaatveranderingen. Het resultaat van de twee weken intensieve discussies betreft een overzicht van doelstellingen die leest als een integrale herhaling van eerder vastgestelde doelstellingen, verwoord op een algemene wijze zonder concretisering van subdoelstellingen. Een artikel in decorrespondent noemde het “boterzachte toezeggingen” en “lege beloftes”. Nog bijzonderder, het huidige beleid van veel regeringen zal de komende decennia volgens berekeningen resulteren in een wereldwijde temperatuurstijging van 3 graden Celsius.
Een wereld die 3 graden warmer is zal 30 to 50 procent minder diersoorten bevatten. Anderhalf miljard mensen zullen op de vlucht slaan, oogsten zullen minder opleveren en er zullen wereldwijd grote voedseltekorten ontstaan. Discussies over gebruik van specifieke termen geven bloot dat oprechte zorgen om de toestand van de Aarde ontbreekt in het doorhakken van knopen. Een van de punten waar bijvoorbeeld overeenstemming over is bereikt, is het afbouwen van het steenkoolgebruik. Hierbij zijn geen concrete jaartallen vermeld, is er sprake van gestelde voorwaarden en kon India het gebruik van het woord “uitfaseren” niet waarderen. Een ondertekening vanuit India vond pas plaats toen uitfaseren werd gewijzigd naar “afbouwen”.
Een ander voorbeeld betreft het artikel over het beëindigen van het gebruik van inefficiënte subsidies voor fossiele brandstoffen. Hierbij is niets concreet gedefinieerd en schort het aan specificiteit op alle vlakken. Toch was er sprake van een voldaan gevoel bij onder meer de Europese Unie (EU). Dat dit punt over fossiele brandstoffen het tot de eindtekst heeft behaald wordt door de EU als een belangrijke stap beschouwd. Ook is er sprake van (terechte) kritiek van binnenuit, zo heeft secretaris-generaal Antonio Guterres (van de Verenigde Naties) aangegeven dat het resultaat van COP26 een compromis betreft, een belangrijke stap, maar zeker niet voldoende.
Bovenstaande verduidelijkt waar de belangen en doelstellingen van de verschillende landen die deelnamen aan de COP26 daadwerkelijk liggen, namelijk economische belangen. Een balans tussen economische en milieu-gerelateerde belangen zou niet vreemd zijn, maar een dergelijke onevenwichtigheid is tekenend voor de het systematische denkkader waarin wij ons vandaag de dag bevinden. Een seculier, kapitalistisch stelsel, gestoeld op structurele en systematische groei van economische kengetallen kan niet goed omgaan met groei-belemmerende factoren zoals het beschermen van het milieu en het voorkomen van ergere schade. En zelfs als er landen zijn die zich profileren als vaandeldragers van het alternatief op fossiele brandstoffen dan komt dit door een ongewenste afhankelijkheid van OPEC, Rusland of de Verenigde Staten en dit betreft dus een politiek gedreven motivatie om niet per se af te stappen van fossiele brandstoffen, maar om grotere onafhankelijkheid te creëren op het gebied van energieproductie.
Erger nog is de verslagen houding van de leiders van de moslimwereld. Er is gebrek aan leiderschap en ideologische visie wat resulteert in een ineffectieve stem van de moslimleiders in de globale klimaatdiscussies. Het resultaat hiervan is een klimaatdiscussie die enkel rekening houdt met belangen en prioriteiten van de dominante spelers in het gesprek. Dit terwijl onze Islamitische ideologie de status quo op een fundamentele wijze uitdaagt door te kijken naar menselijke gedragingen, kapitalistisch economische groeiambities waarbij geen rekening wordt gehouden met de milieulasten die dit met zich teweegbrengen en het gebrek aan onderscheid in materialistisch denken tussen bevrediging van primaire behoeften versus de oneindig (lijkende) vraag naar luxegoederen.
Dit is ook de voornaamste reden dat de politieke voorstellen die voortvloeien uit een COP26 zich voornamelijk richten op de aanbod-zijde van de economie, welke zich richten op enkel technologische efficiëntie of beperkingen op C02 productie. Sociaal-maatschappelijke voorstellen om bijvoorbeeld minder vlees te consumeren zijn niet geïnstitutionaliseerd en dit getuigt ook van het feit dat dit systeem het idee van minder consumptie en productie niet ondersteunt. Het dominante systeem stoelt op consumptie en productievermeerdering en heeft dus logischerwijze ook als enige oplossing dat productie dus schoner en milieuvriendelijker dient plaats te vinden en dat technologie hier een belangrijke rol in kan spelen, maar dat dit alles niet ten koste mag gaan van economische vooruitgang en profijt.
Een toekomstige Islamitische staat zou de energiecrisis middels een diversificatie beleid benaderen en zonder invloed van multinationals kijken naar de mogelijkheden om zonne-, wind-, geothermische-, fossiele of nucleaire energie ter voordeel van haar bevolking in te zetten. Alle type energie worden namelijk geclassificeerd als zegeningen van Allah (swt). Wel dienen wij lering te trekken uit het verleden om negatieve bijwerkingen te voorkomen van het gebruik van de bovenstaande energie-mix. Een Islamitische maatschappij is er namelijk een die schadelijke gedragingen ontmoedigt op zowel individuele als maatschappelijk niveau en zou middels haar ideeën een reductie in vraag naar materie kunnen bewerkstelligen. Mensen zijn namelijk zowel in dit leven als in het hiernamaals verantwoordelijk voor hun handelingen tegenover Allah (swt). Dus keuze tussen schade en profijt is niet alleen gestoeld op persoonlijke moraliteit of wereldse voordelen, maar op objectieve maatstaven en maatschappelijk belang.
Het politieke leiderschap binnen een Islamitisch systeem dient zorg te dragen voor de belangen van haar onderdanen en energieproductie is hier ook een belangrijk onderdeel van. Privatisering hiervan is vanuit Goddelijke maatstaven dus ook geen optie. Dit betekent dat de feitelijke zeggenschap van een staat om een energiecrisis te tackelen velen malen groter is dan dat regeringen dat nu hebben.. Wetenschap zou worden ingezet om de consequenties van mens-gemaakte keuzes/fouten (met betrekking tot het milieu) te onderzoeken, technische experts zouden worden ingezet om strategieën uit te werken en milieu-adviseurs zouden worden geraadpleegd om de juiste beslissingen te maken. Bovendien zou een Khilafah openlijk kritiek uitoefenen op een bijeenkomst zoals de COP26 en de evident duidelijke eigenbelangen van de belangrijkste spelers blootstellen. Schade berokkend door het kapitalistisch denken zou aan de kaak worden gesteld en echte geopolitieke leiderschap zou worden toegepast om de klimaatagenda te dicteren.
فَمَن يَعْمَلْ مِثْقَالَ ذَرَّةٍ خَيْرًا يَرَهُۥوَمَن يَعْمَلْ مِثْقَالَ ذَرَّةٍ شَرًّا يَرَهُ
“Dus wie iets goeds deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. En wie iets kwaads deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien.”
(Zie VBK: Soera 99 vers 7-8)