Fiqh

Wanneer is iemand een Islamitische leider waaraan gehoorzaamheid verplicht is?

Een veel voorkomende discussie onder de moslims is over onze heersers en leiders in de moslimlanden. Dienen zij vanuit Islam gehoorzaamd te worden of is dit niet het geval. Dit artikel tracht kort uiteen te zetten wat het concept van regentschap (hoekm) is in Islam en hoe dit wordt toegepast op de huidige realiteit.

In de Koran en de soenna zijn er meerdere teksten te vinden die betrekking hebben op de islamitische leiders. Zo zijn er meerdere teksten te vinden die duiden op de verplichting van gehoorzaamheid aan islamitische leiders. Allah (swt) zegt:

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا أَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ وَأُولِي الْأَمْرِ مِنكُمْ

“O jullie die geloven, gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper en degenen van autoriteit (oelil amr) vanonder jullie” (An Nisaa 59)

Met oelil amr (mv. van walie oel amr) wordt derhalve de islamitische heersers bedoeld.

De Profeet (saw) heeft gezegd in een lange hadieth opgenomen in Moeslim waarbij de sahaabi Aboe Hoedayfah een aantal vragen stelt het volgende over het gehoorzamen van de leiders:

تَسْمَعُ وَتُطِيعُ لِلْأَمِيرِ وَإِنْ ضُرِبَ ظَهْرُكَ وَأُخِذَ مَالُكَ فَاسْمَعْ وَأَطِعْ

Luister en gehoorzaam de leider (amier), ook al slaat hij jouw rug (in onrecht) of neemt hij jouw eigendommen af (in onrecht), luister en gehoorzaam” (Moeslim)

Met andere woorden, men dient de leiders als goede moslim te gehoorzamen, ook al plegen deze leiders onrecht, gehoorzaamheid aan hem is verplicht.

من أطاعني فقد أطاع الله ومن عصاني فقد عصى الله، ومن يطع الأمير فقد أطاعني ومن يعص الأمير فقد عصاني

 Wie mij gehoorzaamt, hij gehoorzaamt Allah en wij mij ongehoorzaam is, hij is ongehoorzaam aan Allah. En wie de heerser (amier) gehoorzaamt, hij heeft mij gehoorzaamd, en wij ongehoorzaam is aan de heerser, hij is ongehoorzaam aan mij geweest.” (Boegaarie)

Hier koppelt de Boodschapper (saw) gehoorzaamheid aan de heerser zelfs aan de gehoorzaamheid aan hem en Allah (swt). Derhalve is dit een grote zonde.

من كره من أميره شيئا فليصبر عليه، فإنه ليس أحد من الناس خرج من السلطان شبراً فمات عليه، إلا مات ميتة جاهلية

 “Wie iets haat van zijn heerser (amier) zal geduld moeten tonen. Want er is geen persoon van de mensen die in opstand komt tegen de heerser (as soeltaan) met een handspan lengte en daarop sterft, behalve dat hij de dood van onwetendheid sterft.” (Boegaarie)

Uit deze hadieth kan begrepen worden dat men wanneer hij iets ziet wat hij haat vanuit Islam, bijvoorbeeld onrecht, dan dient deze persoon geduld te hebben en niet in opstand te komen anders riskeert hij de dood van onwetendheid. Onwetendheid (djaahiliyya) refereert naar het pre-islamitische tijdperk van afgoderij. Het betekent hier niet dat iemand een polytheist is geworden maar het duidt meer op de ernst van de zonde welke dus enorm groot is en geclassificeerd kan worden als fisq (een grote overtreding).

Uit het koranvers en de ahaadieth is dus duidelijk gebleken dat het een ernstige zaak is om ongehoorzaam te zijn jegens de leiders en men absoluut niet tegen hen in opstand mag komen. De bovenstaande argumenten worden daarom ook vaak aangehaald wanneer in de moslimlanden moslims ongehoorzaam zijn of in opstand komen jegens een moslimleider. Echter, het probleem van enkel het hanteren van bovenstaande teksten en de gehele discussie eromheen is dat de definitie en de voorwaarden van islamitisch leiderschap ontbreken. Hoe wordt iemand een islamitisch leider? Wat zijn de voorwaarden hiervoor? Is er altijd in elke situatie gehoorzaamheid verplicht aan de islamitische heerser of zijn er ook uitzonderingen? Hoeveel leiders mogen wij hebben als moslims?

Dit zijn allemaal vragen welke beantwoording vereisen.

Leiderschap en de voorwaarden hiervan in Islam

Er zijn meerdere benamingen die worden gegeven in de Koran en Soenna met betrekking tot leiderschap. Voorbeelden hiervan zijn: Imaam, haakim, walie oel amr, amier, soeltaan, khaliefah. Allen duiden op leiderschap.

Het hebben van een leider is verplicht voor de islamitische oemma op basis van onder andere de volgende hadieth:

إِذَا خَرَجَ ثَلَاثَةٌ فِي سَفَرٍ فَلْيُؤَمِّرُوا أَحَدَهُمْ

“Indien drie mensen op reis gaan laat hen dan één van hen aanstellen als leider” (Aboe Dawoed)

Deze hadieth houdt in dat wanneer moslims besluiten met drie personen een bepaald doel te realiseren dan is het verplicht dat één van hen als leider wordt aangesteld over hen om leiding te nemen in de weg naar het bereiken van dit doel. Uit de hadieth kan begrepen worden dat het aantal drie is genomen als minimale hoeveelheid omdat dit gaat om het leiden van een groep mensen. Daarom wanneer de groep groter is dan drie dan is het des te meer nodig (min baab awlaa) dat er een leider zal worden aangesteld.

Daarnaast is het tevens een consensus (idjmaa’) van de sahaaba dat er altijd een leider gekozen wordt. Dit is duidelijk te zien bij de aanstelling van de vier rechtgeleide khaliefen, Aboe Bakr Assidieq, Oemar ibn Al Gattaab, Oethmaan ibn Affaan en Alie ibn abie Taalib. Er is altijd een leider gekozen en werd gezien als de hoogste prioriteit.

Het is daarom verplicht een leider te hebben voor de oemma in de uitvoer van Islam en het dragen van Islam naar de rest van de wereld, wat een goddelijke verplichting is van Allah (swt) wat algemeen bekend is vanuit de Koran en Soenna.

Het worden van een leider in Islam is niet middels erfenis maar de oemma dient de leider te kiezen. Deze leider die gekozen is verwordt enkel tot leider wanneer hij een contract (bai’a) aangaat met de oemma.

Het Arabische woord bai’a (بيعة)wat ook vaak als eed wordt vertaald is afkomstig van de Arabische stamletters baa – yaa – ‘ain wat te maken heeft met verkoop. De Arabische uiting: ‘Djaratil bay’a fie assoeq”(جرت البيعة في السوق) betekent: “Het koopcontract is gesloten in de markt”

De bai’a is derhalve een overeenkomst tussen de oemma enerzijds en de heerser anderzijds. Dit betekent dus dat alvorens de heerser daadwerkelijk heerser kan worden hij zich dient te binden aan een bepaalde voorwaarde, in ruil daarvoor krijgt hij iets terug van de oemma.

Het concept van de bai’a is zeer specifiek en terug te vinden in de bekende hadieth van Oebaada ibn as Saamit:

دَعَانَا رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ ، فَبَايَعْنَاهُ ، فَكَانَ فِيمَا أَخَذَ عَلَيْنَا ، ” أَنْ بَايَعَنَا عَلَى السَّمْعِ وَالطَّاعَةِ فِي مَنْشَطِنَا وَمَكْرَهِنَا ، وَعُسْرِنَا وَيُسْرِنَا ، وَأَثَرَةٍ عَلَيْنَا ، وَأَنْ لَا نُنَازِعَ الْأَمْرَ أَهْلَهُ ، قَالَ : إِلَّا أَنْ تَرَوْا كُفْرًا بَوَاحًا عِنْدَكُمْ مِنَ اللَّهِ فِيهِ بُرْهَانٌ

“De Profeet (saw) riep ons bij hem en wij gaven hem de eed (baaya’naahoe), en vanonder hetgeen wij hem deze eed gaven was dat wij zouden luisteren en gehoorzamen wanneer we in actief of lui zijn, wanneer we het moeilijk of makkelijk hebben, ook al zullen rechten van ons afgenomen worden, en dat wij de heersers niet zullen betwisten. Hij zei: ‘Behalve indien jullie duidelijk ongeloof (koefr boewaah) zullen waarnemen waarvoor Allah’s woord een “bewijs voor is” (Moeslim)

Uit deze hadieth wordt begrepen dat het contract is welke wordt afgesloten tussen de heerser en de oemma dat de moslim verplicht zal zijn in alle tijden gehoorzaam te zijn, in voor en tegenspoed en zelfs wanneer rechten worden afgenomen. De voorwaarde echter hiervoor is wel dat er geen openlijk koefr (koefr boewaah) mag worden begaan. Indien er wel sprake is van openlijk koefr, dan betekent dit een contractbreuk waarbij de eed komt te vervallen. Dit duidt dus op het regeren met Islam, want Allah (swt) heeft het niet regeren met Islam bestempeld als een daad van ongeloof. Allah (swt) zegt:

وَمَن لَّمْ يَحْكُم بِمَا أَنزَلَ اللَّهُ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الْكَافِرُونَ

En wie niet regeert met hetgeen neergezonden door Allah, zij zijn de ongelovigen” (Al Maa’ida, 44)

Derhalve, de basis waarop een leider daadwerkelijk een leider is in Islam is wanneer hij een contract heeft met de oemma dat hij zal regeren met de wetgeving van Islam (sjarie’a) en daarvoor in ruil zal hij gehoorzaamd worden en niet betwist worden.

We kunnen hieruit concluderen dat de moslimheerser is: “De leider welke aangesteld is door de moslim oemma ter implementatie van de sjarie’a en de verkondiging van Islam naar de rest van de wereld”

Het is niet toegestaan meerdere moslimleiders te hebben

Naast het besproken contract is er een andere belangrijke kwestie, namelijk de éénheid van het leiderschap in Islam. Allah (swt) zegt in de Koran:

وَاعْتَصِمُوا بِحَبْلِ اللَّهِ جَمِيعًا وَلَا تَفَرَّقُوا

“En houd allen vast aan het koord van Allah en wees niet verdeeld” (Aal ‘Imraan, 103)

De éénheid van de oemma betekent niet alleen de eenheid in de religie maar juist ook de politieke eenheid.

De Profeet (saw) heeft het volgende gezegd welke dit ondersteunt:

إِذَا بُويِعَ لِخَلِيفَتَيْنِ فَاقْتُلُوا الْآخَرَ مِنْهُمَا

Indien de eed van trouw wordt gegeven aan twee Khaliefen, dood dan de laatste van de twee” (Moeslim)

En hij (saw) heeft gezegd:

وَمَنْ بَايَعَ إِمَامًا فَأَعْطَاهُ صَفْقَةَ يَدِهِ وَثَمَرَةَ قَلْبِهِ ، فَلْيُطِعْهُ إِنِ اسْتَطَاعَ ، فَإِنْ جَاءَ آخَرُ يُنَازِعُهُ فَاضْرِبُوا عُنُقَ الْآخَرِ

Degene die een heerser (imaam) de eed van zijn hand geeft en de vrucht van zijn hart, laat hem dan gehoorzamen zover hij kan. En indien een ander komt welke (deze heerser) betwist (om zelf leider te worden), sla dan de nek van deze persoon” (Moeslim)

Het is derhalve niet toegestaan meerdere leiders te hebben. Het is mogelijk dat onder de leider andere leiders zoals gouverneurs (woelaat) vallen maar er mag geen leider naast de leider van de moslims zijn. Dat de doodstraf hierop volgt laat de ernst van de zaak zien en dat het dus een grote zonde is voor de moslims, mochten zij meerdere leiders over hen hebben aangesteld. Vandaag de dag zijn er meer dan 50 moslimlanden met allemaal uitgeroepen heersers. Dit is op grond van de islamitische regelgeving aldus verboden.

Conclusie

Op dit moment is er geen land in de wereld welke de volledige sjarie’a implementeert behalve in zaken van bijvoorbeeld erfrecht, trouwen, moskeeën die tot het gebed oproepen en vrouwen die islamitische kledij mogen dragen. Sterker nog, er is geen land in de wereld welke een Khilafah voor alle moslims claimt te hebben en een Khaliefah te hebben geïnstalleerd welke Islam ten volle implementeert in alle systemen; het economisch systeem, het strafrechtelijk systeem, het sociaal systeem, etc. De moslimlanden zijn opgedeeld in meer dan 50 staten welke variëren van koninkrijken tot landen met een presidentieel systeem hetgeen absoluut verboden is in Islam.

Derhalve kan de conclusie getrokken worden dat er op dit moment geen leider is waarmee het contract van gehoorzaamheid is afgesloten en zijn al de bovengenoemde ahadieth welke spreken over de gehoorzaamheid van de leiders niet van toepassing op de huidige leiders.

Moslims dienen met alle ernst hun krachten te bundelen om te werken voor het installeren van een werkelijke moslimleider, de Khaliefah, welke de Islam zal implementeren, de moslims overal zal beschermen en Islam zal uitdragen naar de rest van de wereld.  Dit is een grote verplichting waar vele klassieke geleerden over hebben gesproken en de moslims zijn in het geheel zondig wanneer zij dit nalaten. Wanneer deze leider is geïnstalleerd, en hem de bai’a is gegeven, dan is werkelijk de gehoorzaamheid aan hem en zijn gouverneurs van toepassing zoals aangegeven in de ahadieth van de nobele boodschapper (saw). Men dient hen dus te gehoorzamen, al passen zij in sommige gevallen onrecht toe, omdat zij nog steeds de Islam volledig implementeren en dit in het belang is van onze oemma.

 

 

 

Back to top button