Uncategorized

Terugblik op de zesdelige televisieserie Mocronado’s

In de tweede aflevering van Mocronado’s ging het onder meer over het huwelijk en liefde. Sommigen zagen hun echtgenote voor het eerst op de huwelijksdag en zijn het niet gewend om tegen hun vrouw of kinderen te zeggen dat ze van hen houden.

Het valt niet te ontkennen dat hechtingsproblemen en een gebrek aan ouderbetrokkenheid onder meer hebben geleid tot parentificatie. De naweeën zijn voor sommige kinderen (nu volwassenen) nog steeds voelbaar.

In het leven van de Profeet ﷺ treffen we verschillende voorbeelden van liefde jegens zijn vrouwen en kinderen. Toen hem werd gevraagd van wie hij het meest hield, antwoordde hij met ‘Aaisjah. Toen al-Aqra’ ibn Haabis aanschouwde hoe de Profeet ﷺ zijn kleinzoon kuste, stelde hij dat hij tien kinderen had maar hen nog nooit had gekust. De Profeet ﷺ keek hem aan en zei:

مَنْ لا يَرْحَمُ لا يُرْحَمُ‏
‘Degene die geen barmhartigheid toont, zal geen barmhartigheid worden getoond’ (Sahieh al-Boechari)

Ook is het in islam aangeraden om je echtgenote voorafgaand aan het huwelijk te zien. Niet elk vraagstuk dat ‘hsjoema’ wordt geacht binnen de Marokkaanse cultuur, vloeit voort uit de islam. Dat wil uiteraard niet zeggen dat mannen in die tijd helemaal geen liefde kenden.

In ‘De vijf talen van de liefde’, stelt Gary Chapman dat er naast verrassingen en cadeautjes, aandacht en tijd, aanraking en bevestiging/positieve woorden, ook zoiets bestaat als dienstbaarheid. Hoewel niet iedereen zijn liefde uitsprak, werd dit aangetoond door opofferingen voor het gezin.

Later in de uitzending werd zelfs de wijze waarop men zijn liefde uit (echtgenote bijvoorbeeld in het openbaar aanspreken met een koosnaampje of hand in hand lopen) gekoppeld aan de mate van integratie. Hoewel er zoals eerder gezegd ‘culturele taboes’ heersen die niet per se voortvloeien uit islam, wil dat niet zeggen dat iedere ‘hsjoema’ geen islamitische basis kent. Ook betekent het niet dat ‘culturele taboes’ doorbroken dienen te worden om aan de dominante norm in de samenleving te voldoen. Diverse gebruiken zijn simpelweg het gevolg van hayaa, een belangrijk islamitisch concept dat geheel in strijd is met hedendaagse hedonistische gebruiken.

WNL heeft er wel voor gekozen om een fragment te selecteren waarin te zien is dat een voormalig ‘gastarbeider’ te kennen geeft geïntegreerd te zijn en openlijk zijn liefde uit te spreken. Ook is te zien dat er gezinnen zijn waarbij zowel man als vrouw wordt gefilmd en de vraag wordt gesteld waarom sommige Marokkanen er moeite mee hebben om gefilmd te worden.

Dit wordt vervolgens afgedaan als primitieve houding. En een man die te kennen geeft dat hij zijn echtgenote en dochter niet toestaat om gefilmd te worden, wordt neergezet als conservatieveling. Moslims bewust onderbrengen in verschillende denominaties is geen nieuw fenomeen.

WNL stelt bij de beschrijving van het korte fragment (op het YouTube-kanaal) het volgende:

‘Integreren in de gewoontes van Nederland is niet per se vanzelfsprekend voor de Marokkaanse gastarbeiders die eind jaren 60, begin jaren 70 in Nederland aankwamen. Voor de een speelt het Marokkaans conservatisme een belangrijke rol, terwijl voor de ander het juist heel normaal is om de vrijgevochten Nederlandse normen en waarden over te nemen’….

Uiteraard is dit niet verwonderlijk gezien een van de pijlers waar WNL op rust conservatief-liberalisme is, waarbij o.a. het behoud van de eigen cultuur (en de ‘Nederlandse identiteit’ centraal staat). Binnen deze context worden de voormalige ‘gastarbeiders’ geduid. Hun (economische) bijdrage aan de wederopbouw van het land wordt ‘gewaardeerd’ maar ze zijn niet allemaal voldoende ‘geïntegreerd’. Dit vormt de rode draad in meerdere afleveringen waarbij tegenstellingen worden uitvergroot als het gaat om het onderscheid qua islambeleving van de verschillende deelnemers.

In de laatste afleveringen van Mocronado’s ging het onder meer over opvoeding en het identiteitsvraagstuk. Ze kwamen omwille van economische redenen naar een land waarvan ze de taal niet machtig waren en waarvan de leefstijl en cultuur enorm verschilde ten opzichte van het land van herkomst. Sommigen hebben de koloniale periode nog meegemaakt in Marokko en anderen groeiden kort hierna op.

De context waarin ze opgroeiden en waarin ze huis en haard verlieten is ook belangrijk om in ogenschouw te nemen als het gaat om de wijze waarop ze hun kinderen hebben opgevoed. Ook heeft een term als ‘gastarbeider’ en hun bijdrage aan de naoorlogse wederopbouw van Nederland impact op de wijze waarop ze zichzelf positioneren en kijken naar Nederland.

Sommigen steken de loftrompet over Nederland en dan gaat het voornamelijk over de mogelijkheden die het land hen ten opzichte van Marokko zou hebben geboden. Men groeide bijvoorbeeld op in een dorp waar men geen toegang had tot moderne transportmiddelen en de komst naar Nederland zorgde ervoor dat hun kinderen meer kansen zouden hebben (o.a. qua onderwijs) en zouden kunnen floreren.

Hierbij gaat het voornamelijk om economische voorspoed en het is niet verwonderlijk dat deze generatie de jongeren vaak op het hart drukte om goed hun best op school te doen. Dit is een begrijpelijke reactie. Echter is het belangrijk om de politieke context waarin we leven niet te negeren. Nederland is niet een en al rozengeur en maneschijn. Het beleid is in de loop der jaren veranderd van behoud van eigen taal en cultuur naar pure assimilatie.

Het is funest om onze kinderen nu enkel te vertellen dat ze hier als minderheid leven, van de voordelen moeten genieten, blij moeten zijn dat ze moskeeën hebben waar ze het gebed kunnen verrichten en islamitische slagerijen in tegenstelling tot de jaren zestig overal beschikbaar zijn. En dat we het niet moeilijk voor onszelf moeten maken door ons uit te spreken tegen onderdrukkende maatregelen en de regenboogpropanda.

Als islam slechts zou bestaan uit een aantal persoonlijke overtuigingen en rituelen, zou dat wellicht een optie zijn. Maar islam is veel meer dan dat. Islam stelt de norm voor wat we als individu en als oemma moeten nastreven

We leven in een seculiere samenleving waar al is besloten wat acceptabel is in de privésfeer en in het openbaar. Normen en waarden worden vastgesteld en van iedereen wordt gevraagd zich hieraan te conformeren. Het is niet meer voldoende om je slechts aan de wet te conformeren.

Iedereen die zich niet conformeert aan de dominante norm wordt bestempeld als extremist of iemand met een bekrompen mening of radicaal gedachtegoed. Spreken over de islam, vooral ook de sociaal-politieke aspecten ervan, staat niet gelijk aan het verstoren van de status quo. Een betere manier om ernaar te kijken, is om onszelf te beschouwen als aanmoedigers van het goede en verbieders van het kwade.

Dit is een wezenlijk onderdeel van wat het betekent om moslim te zijn. Laten we kijken wat Loeqmaan tegen zijn zoon zei. Hij adviseerde hem om geen sjirk (polytheïsme) te plegen, goed te zijn voor zijn ouders en dat Allah op de hoogte is van wat we doen.

Daarna stelt Allah in Soera Loeqmaan:

يَـٰبُنَىَّ أَقِمِ ٱلصَّلَوٰةَ وَأْمُرْ بِٱلْمَعْرُوفِ وَٱنْهَ عَنِ ٱلْمُنكَرِ وَٱصْبِرْ عَلَىٰ مَآ أَصَابَكَ ۖ إِنَّ ذَٰلِكَ مِنْ عَزْمِ ٱلْأُمُورِ

‘O mijn dierbare zoon! Vestig het gebed, moedig het goede aan en verbied het kwade, en verdraag geduldig wat je ook treft. Dit is zeker een vastberadenheid om naar te streven.’ (Vertaling van de betekennissen van de Koran, ayah 17)

Allah ﷻ draagt ons op om het goede te gebieden, het kwade te verbieden en om eventuele moeilijkheden die dit met zich mee kan brengen, te verdragen. Dit is een essentieel onderdeel van je takenpakket als moslim. Sterker nog, deze oemma onderscheidt zich door deze eigenschappen.

Waar we ook zijn, in welke tijd dan ook, hebben we de verantwoordelijkheid om dit te doen (naar ons vermogen). De Profeet ﷺ heeft gezegd:

من رأى منكم منكرا فليغيره بيده ، فإن لم يستطع فبلسانه ، فإن لم يستطع فبقلبه ، وذلك أضعف الإيمان

‘Wie van jullie een kwaad ziet, moet dat dan met zijn hand veranderen. Als hij dat niet kan, dan [moet hij het] met zijn tong veranderen. En als hij dat niet kan, dan [moet hij het] met zijn hart veranderen. En dat is het geringste (van) iman.’ (Sahieh Moeslim)

Hoewel we veel comfort genieten, kunnen we de moenkar (kwaad) om ons heen niet negeren, dat zoveel problemen veroorzaakt voor zowel moslims als niet-moslims. Maatschappelijke ontwrichting, economische ongelijkheid en moeilijkheden, onveiligheid, onrecht, mentale problemen, milieuschade en nog veel meer.

Wij moslims, die de ware leiding van Allah hebben gekregen, moeten de mensen oproepen tot het enige juiste en beste alternatief dat islam heet. Dat betekent soms ook dat we de vinger op de zere plek leggen door o.a. de schadelijke effecten van het kapitalisme aan de kaak te stellen. En dat moeten we doen met oprechtheid, kennis en wijsheid. Er is een gezegde dat het kwaad overheerst als goede mensen niets doen.

In de afgelopen twintig jaar en met name sinds 9/11 en de zogenaamde ‘War on Terror’, dachten sommige moslims dat we gewoon ons hoofd in het zand konden steken (struisvogelpolitiek) en de problemen vanzelf zouden verdwijnen.

Dat is niet gebeurd. Het wordt alleen maar moeilijker voor de moslimgemeenschappen in het Westen (en in de moslimwereld). Onlangs nog een verbod op de abaya in het Franse onderwijs en een moslim uit Nederland die onderweg naar Marokko opgepakt werd in Spanje en tot op heden in een Spaanse cel vertoeft

Het secularisme wordt steeds meer gepusht. Denk bijvoorbeeld aan de regenboogpropaganda. Islam en moslims liggen constant onder vuur en we zien dat het assimilatieproces wordt versneld. Als we de islamitische identiteit van onze toekomstige generaties die in het Westen leven, willen beschermen, is het belangrijk dat we proactief te werk gaan.

Allah zegt in Soera al-Asr:

إِلَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ وَتَوَاصَوْا۟ بِٱلْحَقِّ وَتَوَاصَوْا۟ بِٱلصَّبْرِ

‘Behalve degenen die geloof hebben, goede daden verrichten, elkaar aansporen tot de waarheid en elkaar aansporen tot volharding’ (Vertaling van de betekenissen van de Koran, ayah 4)

Zie hoe sabr (geduldige volharding) na het aansporen tot de waarheid komt. Mensen houden er niet van de waarheid te horen, vooral degenen die profiteren van de status quo en degenen die verandering vrezen, dus nadat we tot de waarheid hebben opgeroepen, moeten we accepteren wat er op ons pad komt en geduldig blijven.

De vorige generatie heeft een enorme bijdrage geleverd aan het welzijn van de moslimgemeenschap (o.a. bouwen van moskeeën en openen van islamitische slagerijen) maar het is belangrijk dat we ook kritisch zijn, islam altijd als maatstaf hanteren (niet louter profijt) en geen minderwaardigheidscomplex ontwikkelen omdat we het gevoel hebben ’te gast’ te zijn.

Back to top button