Nog niet zo lang geleden leefde een grote groep Nederlanders in de Islamitische Staat Al Khilafa. De Islamitische Staat Al Khilafa had de Nederlanders actief geholpen om onafhankelijk te worden van Spanje. En als onderdeel van deze hulp had de Khalifa in 1612 de Nederlandse ambassadeur ontvangen. De Khalifa begunstigde Nederland toen met het recht on vrij handel te drijven in en met de Islamitische Staat Al Khilafa.
In de zeventiende eeuw ontwikkelde de stad Smyrna (heden ten dage Izmir in Turkije) zich tot het centrum van de handel tussen West-Europa en de Islamitische Staat Al Khilafa. De Nederlanders maakten vanwege het verdrag tussen Nederland en de Islamitische Staat Al Khilafa deel uit van deze handel. Leidse kooplieden exporteerden laken naar Smyrna, in een bonte mengeling van kleuren, dat werd gebruikt in de Ottomaanse kleding. Terug uit Smyrna kwam ondermeer geverfd katoen, angorawol, rozijnen en krenten.
Bron: “Smyrna en Ephese”, door D.W. Rost van Tonningen, in De Gids, jaargang 40, 1876. (* De conversie van de historische guldens naar 2011 euro’s s gedaan op basis van goudprijs in 1870 – 1874 versus die in 2011).
Als gevolg van de handel tussen Nederland en de Ottomaanse Islamitische Staat Al Khilafa ontstond er in Smyrna een echte Nederlandse enclave want verschillende Nederlandse handelaren verhuisden tezamen met hun families naar Smyrna. Naarmate de handel groeide, werd daarom door de Nederlanders besloten om in Smyrna een consulaat te openen. Zodat de belangen van de Nederlanders in Smyrna en hun handel beschermd konden worden. In eerste instantie werden buitenlanders die al in Smyrna woonden en daar goede connecties hadden gevraagd om consul voor Nederland te worden. De Venetianen Nicolo Orlando en Duca Giovanni werden zo de eerste consuls voor Nederland in Smyrna. Maar in 1656 werd een Nederlander aangesteld als consul, Michiel du Mortier. Hij was een Leidenaar die tot die tijd handel gedreven had in Smyrna. In 1660 werd hij opgevolgd door Gerard Smits uit Amsterdam. En in 1668 werd die op zijn beurt weer opgevolgd door Jacob van Dam. Latere consuls werden in hoofdzaak uit de familie De Hochepied gekozen, die ook als handelaren naar Smyrna waren gekomen.
Het leven van de Nederlanders in Smyrna als inwoner van de Islamitische Staat Al Khilafa
Vanwege haar rol als internationaal handelscentrum kende Smyrna een zeer gemengde bevolking. Er woonden naast de moslims ook Fransen, Italianen, Engelsen, Nederlanders, Duitsers, Zwitsers, Joden, Grieken en Armenen. De moslims in Smyrna bestonden in hoofdzaak uit Turken, Perzen en Arabieren.
Bron: “Smyrna en Ephese”, door D.W. Rost van Tonningen, in De Gids, jaargang 40, 1876.
Bron: “Smyrna en Ephese”, door D.W. Rost van Tonningen, in De Gids, jaargang 40, 1876.
De Europeanen in Smyrna leefden in hun eigen buurt gescheiden van de rest van de bevolking. De stad bestond daarom uit twee delen. De benedenstad, het mooiste deel van de stad dat zich uitstrekte langs de zee, was voor de internationale handelslieden. Deze wijk werd het Franse Kwartier of de Frankenstraat genoemd. Daar op straat hoorde men niets anders dan Europese talen. En daar leefden ook de Grieken en Armenen. In de bovenstad, daarentegen, daar woonden de moslims. Dit gedeelte van de stad bestond hoofdzakelijk uit nauwe straten, stegen en sloppen met meestal houten huizen. Tussen beide delen van Smyrna was de jodenwijk. Voor het merendeel stamden de joden in Smyrna af van joden die tijdens de 16de eeuw uit Spanje waren verdreven en die toen hun toevlucht hadden gezocht bij de moslims. Joden, Grieken en Armenen gingen veel om met de Europese bewoners. Zij waren van elkaar afhankelijk op handelsgebied. De moslims speelden geen grote rol in het internationale handelsverkeer.
In de Frankenstraat leefden de Nederlanders samen met de andere Europeanen. De Frankenstraat stond vol met bijzonder mooie huizen. De Europeanen daar werden beschermd door een speciaal regiment van de janitsaren, de elite-soldaten van de Ottomaanse Islamitische Staat Al Khilafa. De janitsaren zelf stonden ook onder controle om te voorkomen dat zij de Europeanen onrecht zouden aandoen. Toen de Nederlandse Clara Catherina Colyer eens door een janitsaar werd beledigd was de Islamitische Staat bijvoorbeeld zeer streng en onverbiddelijk. Colyer was onder zowel de Europeanen als de moslims in Smyrna populair. Ze sprak ondermeer vloeiend Ottomaans en ging volgens de Ottomaanse gebruiken gekleed. De janitsaar werd voor zijn belediging van “de Madame”, zoals Colyer genoemd opgehangen.
De Europeanen hoefden voor deze speciale bescherming niet te betalen. Ook waren allen vrijgesteld van de betaling van alle andere vormen van belasting die in de Ottomaanse Islamitische Staat Al Khilafa gebruikelijk waren.
De Europeanen mochten verder allemaal hun eigen rechtbank oprichten en zodoende gebruik maken van de in hun thuisland geldende wetten als er problemen ontstonden tussen hen.
De Europeanen hadden ook volledige vrijheid van godsdienst. In Smyrna had iedere gemeenschap daarom haar eigen kerk. Er waren verschillende katholieke en orthodoxe kerken. En de Nederlanders hadden hun eigen protestantse kerk. Hiernaast hadden de Nederlanders ook een eigen hospitaal en begraafplaats.
De Nederlandse kerk in Smyrna, die ook dienst deed als hospitaal.
De moslims lieten de Europeanen verder ook leven zoals zij zelf wilden. De Europeanen hadden in Smyrna daarom allemaal hun eigen winkels. De Nederlanders hadden onder andere een eigen bakkerij en een kroeg. Maar er was ook een opera, een schouwburg en een theater voor de Europeanen.
De Frankenstraat in Smyrna was dus een soort mini-Europa waar de Europeanen volgens westerse gebruiken en gewoonten konden leven. Dat de Europeanen genoten van dit leven in Smyrna blijkt uit het feit dat voor verschillende handelaren Smyrna daadwerkelijk thuis werd. Zij leefden daar met hun gezinnen en hun nageslacht bleef er ook leven. Zo bijvoorbeeld de geslachten De Hochepied en Van Lennep, die van Nederlandse afkomst waren; de geslachten Baker, Maltass, Whittall en Wood die oorspronkelijk uit Groot-Brittannië kwamen; de geslachten Giraud en Lafointaines die oorspronkelijk uit Frankrijk kwamen; en de geslachten De Andria en Spartali die oorspronkelijk uit Italië kwamen. Allen kozen ervoor om voor eeuwen onder de moslims in de Ottomaanse Islamitische Staat Al Khilafa te leven.
De “lessen in samenleven” van Smyrna
In het licht van de Europese ervaringen in de staat van de moslims, de Islamitische Staat Al Khilafa, is het opvallend dat de Europeanen nu de moslims in hun midden verplichten tot een leven volgens de Europese gewoontes en tradities. De Europeanen nu verbieden hiertoe de gewoontes en tradities van de moslims in hun midden, door stelselmatig nieuwe wetten hiertegen te introduceren. En zij eisen van de moslims in hun midden dat dezen hun complete visie op het leven veranderen en de visie op het leven van Europa blind kopiëren. De Europeanen nu doen de moslims in hun midden dus aan wat zijzelf verschrikkelijk zouden hebben gevonden als de moslims hen dit in Smyrna aangedaan zouden hebben. En zij onthouden de moslims in hun midden hetgeen de moslims in Smyrna hen gaven en waar zijzelf zo van genoten.
Opvallend is ook dat de Europese families in Smyrna volledig opgingen in het Ottomaanse leven. De Europeanen in Smyrna droegen bijvoorbeeld de Ottomaanse kledij, en niet de Europese kledij. Oftewel, zij werden door de moslims vrijgelaten om te leven zoals zij wilden en zij kozen er toen voor om een deel van hun Europese gewoontes en tradities in te ruilen voor de gewoontes en tradities van de moslims.[2] Dit is eigenlijk niet vreemd. Omdat de moslims aan de Europeanen in hun midden respect gaven, kregen ze van de Europeanen in hun midden respect terug. En omdat de Europeanen de moslims respecteerden, konden ze ook houden van de gewoontes en tradities van de moslims. Dit betekent dat waar Europa nu de “Europeanisering” van de moslims in haar midden probeert te realiseren door onderdrukking en dwang, en faalt; daar realiseerden de moslims “Islamisering” van de Europeanen, door respect en vrijheid.
Er zijn geen verhalen bekend van moslims in Smyrna die ontevreden waren over de aanwezigheid van de Europeanen in hun midden. Er zijn ook geen verhalen bekend van moslimleiders die een einde wilden aan de aanwezigheid van de Europeanen in hun midden. Of de aanwezigheid van de Europese gewoontes en tradities in hun midden. Dit geeft aan dat de Europeanen werkelijk geaccepteerd werden als onderdeel van de samenleving in Smyrna, alhoewel zij anders waren. En dus dat de moslims door middel van respect en vrijheid werkelijk samenleven van verschillende groepen realiseerden.
In dit licht is het interessant om te vertellen hoe aan het voorbeeld van samenleven dat Smyrna was, uiteindelijk een einde is gekomen.
Het einde van het juiste samenleven in Smyrna
Na de Eerste Wereldoorlog motiveerden de Britten de Grieken om Anatolië binnen te vallen. Tijdens een diner in het huis van de Britse premier Lloyd George (1853 – 1945) riep deze zijn vriend Eleftherios Venizelos (1864 – 1936), minister-president van Griekenland, op om delen van Anatolië militair te bezetten. Lloyd George stelde voor op het volgende te proosten: “Moge de Turk uit Europa verdreven worden en teruggestuurd worden naar waar hij vandaan kwam”. De bij het diner ook aanwezige Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Curzon zei daarop: “Voor meer dan vijf eeuwen is de aanwezigheid van de Turken in Europa een bron van afleiding, intrige en corruptie geweest. (…) Laten we deze gelegenheid om de wereld te verlossen van één van haar meest hardnekkige wortelen van kwaad niet laten lopen!”. Daarop vielen de Grieken in 1919 Smyrna binnen, met behulp van de Britten. Na een verwelkoming door de Griekse bisschop van Smyrna, Metropolitan Chrysostom, plunderden zij de stad en verdreven ze de moslims. Duizenden onbewapende moslimburgers werden hierbij vermoord. Maar onder leiding van Moestafa Kemal werden de Grieken in 1922 door het Turkse leger weer verdreven uit Smyrna. Moestafa Kemal zag in de aanwezigheid van verschillende bevolkingsgroepen echter een bedreiging van de toekomst van het Turkije dat hij voor ogen had. Terwijl zijn soldaten woedend waren over wat hun broeders en zusters in Smyrna was aangedaan door de Grieken, gaf hij zijn leger daarom opdracht om de stad te “schonen” van iedere niet-Turkse aanwezigheid. Volgens schattingen werden hierbij 100.000 mensen vermoord.
De ironie hierin is dat de man die een Turkije wilde bouwen op basis van de Europese ideeën, die een overtuigde seculier was en niets van Islam moest hebben, degene was die aan het vreedzaam samenleven in Smyrna een finaal einde maakte. Smyrna is daarom het ultieme bewijs dat enkel Islam daadwerkelijk vreedzaam samenleven van verschillende groepen tot stand kan brengen.
Bronnen
“De relatie tussen Nederland en het Osmaanse Rijk in de zeventiende en achttiende eeuw”, auteur onbekend, http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2007-1009-200252/Super%20versie%2005-07.doc
“De opkomende internationale betrekkingen tussen Nederland en Turkije”, Armand Sag, http://www.armandsag.nl/papers/A.%20Sag%20-%20Masterscriptie.pdf
“Smyrna en Ephese”, door D.W. Rost van Tonningen, in De Gids, jaargang 40, 1876, www.dbnl.org/tekst/_gid001187601_01/_gid001187601_01_0015.php (deel 1) en www.dbnl.org/tekst/_gid001187601_01/_gid001187601_01_0021.php (deel 2)
“Paradise Lost Smyrna 1922: The Destruction of Islam’s City of Tolerance by Giles Milton”, William Dalrymple, The Sunday Times, 2008, www.entertainment.timesonline.co.uk/tol/arts_and_entertainment/books/book_reviews/article4114380.ece
________________________________________
[1] Veel steden in Nederland namen daarom de Ottomaanse halve maan op in hun vlag, bijvoorbeeld Jacobswoude, Krimpen aan den Ijssel, Nederlek, Ouderkerk, Voorschoten, Ameland, Doesburg, Hedel, Oosterhout en Schijndel. [2] Er zijn verder verhalen bekend van Nederlanders in Smyrna die moslim wilden worden, maar daarop gekidnapt werden en onder dwang terug naar Nederland werden gestuurd.