Het parlement of de volksvertegenwoordiging is een instituut binnen het democratische systeem dat het opstellen van wetten als taak heeft. Oftewel, het is de wetgevende macht die door het volk is gekozen.
De volksvertegenwoordiger in het westerse parlement, ongeacht de specifieke staatsvormen, heeft in hoofdzaak de volgende drie taken: het ter verantwoording roepen van de regering, het uitvaardigen van wetten en het ondertekenen van overeenkomsten en verdragen.
De eerste taak; het ter verantwoording roepen van de regering
Het ter verantwoording roepen van de heersers is een taak die in Islam verplicht is. Deze taak valt onder het gebieden van het goede en het verbieden van het kwade:
“Laat er onder u een groep zijn die oproept tot ghayr (hetgeen deugd doet), al m’arouf (het goede) gebiedt en al moenkar (het slechte) verbiedt” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Imraan 3, vers 104)
Allah (swt) heeft voor deze daden een grote beloning in het verschiet gesteld. Van Tariq ibn Sjihab is overgeleverd dat de Profeet (saw) werd gevraagd: “Welke Jihad is de beste?” Waarop de Profeet (saw) antwoordde: “Een oprecht woord tegenover een onrechtmatige heerser!” (An-Nasa’i).
Het ter verantwoording roepen van de heersers moet echter op basis van Islam en de wetgeving van Islam plaatsvinden. Het is niet toegestaan om machthebbers op basis van concepten, wetten of systemen van ongeloof ter verantwoording te roepen. Dit is omdat het ter verantwoording roepen inhoudt dat iemand wordt getoetst op basis van het beleid dat hij voert en opgeroepen wordt een specifiek beleid te hanteren. Dus als het ter verantwoording roepen van de heersers gedaan wordt op basis van ongeloof, dan wordt de heerser opgeroepen te regeren middels ongeloof.
Het ter verantwoording roepen van de heersers in de parlementen van de westerse landen vindt enkel plaats op basis van de seculiere, democratische en kapitalistische ideeën die allemaal tegenstrijdig zijn met Islam. Een moslimvolksvertegenwoordiger in een westers parlement kan en mag enkel op deze basis de heerser ter verantwoording roepen. Dit is een ongeoorloofde manier van ter verantwoording roepen.
De tweede taak; het uitvaardigen van wetten
De westerse grondwetten en wetten zijn wetten van koefr (ongeloof). In de westerse landen zijn de grondwetten niet gebaseerd op de wetten van het Boek door Allah (swt) geopenbaard en door zijn Profeet (saw) overgeleverd. Zij zijn bovendien in strijd met deze wetten van Islam.
Er bestaat geen twijfel over dat dit volstrekt verboden is door Islam:
“Het oordeel komt alleen God toe. Hij beveelt dat jullie alleen Hem dienen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joesoef 12, vers 40)
“En wie niet oordeelt (jahkoem) met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn de ongelovigen.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 44)
“En wie niet oordeelt (jahkoem) met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn het die de onrechtvaardigen zijn.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 45)
“En wie niet oordeelt (jahkoem) met wat Allah geopenbaard heeft, zij zijn degenen die zware zondaren zijn.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 47)
Het wetgeven is juist hetgeen wat in het volgende vers duidelijk verboden is. Het is hetgeen joden en christenen van het juiste pad heeft doen afdwalen:
“Zij namen hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren in plaats van God.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Tauba 9, vers 31)
Profeet Mohammed (saw) zei over dit vers: “Zij hebben hen niet aanbeden, maar wanneer zij iets hebben toegestaan, dan hebben zij het voor geoorloofd aangenomen en wanneer zij iets hebben verboden, dan hebben zij het als verboden aangenomen!”. (At Tirmidhi, Al Bayhaqi).
De derde taak; het ondertekenen van overeenkomsten en verdragen
De beslissingen van regeringen in westerse landen en in de democratische systemen krijgen pas officieel erkenning, nadat zij zijn goedgekeurd door het parlement.
Het is duidelijk dat de regeringen in de westerse landen handelen op basis van de grondwetten en de wetten van hun landen. De grondwetten en de wetten van de westerse landen zijn gebaseerd op koefr en overeenkomsten en verdragen die zij afsluiten zijn daarom ook gebaseerd op koefr, omdat een regering geen overeenkomsten en verdragen mag afsluiten die ingaan tegen de grondwet en de wetten van het land.
Een parlement in de westerse landen beoordeelt de door een regering afgesloten overeenkomsten en verdragen op basis van de grondwet en de wetten van het land, oftewel op basis van koefr. Deze taak houdt dus acceptatie van koefr in, als de overeenkomst of het verdrag overeenstemt met de wetten van koefr; of oproepen tot koefr, als de overeenkomst of het verdrag niet overeenstemt met de wetten van koefr.
Een dergelijke activiteit is verboden door Allah (swt):
“Is het de rechtspraktijk uit de tijd van onwetendheid die zij nastreven? Wie heeft een betere rechtspraktijk dan Allah, voor mensen die overtuigd zijn?” (Zie vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Maida 5, vers 50)