Het dragen van de Islamitische hoofddoek is een verplichting (fard) op alle volwassen moslimvrouwen. Het bewijs hiervoor is ondermeer in de Koran, waar Allah (swt) zegt:
“En zij moeten hun choemoer over hun djoeyoeb trekken.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Noer 24, vers 31)
In het vers (aya) lezen we het woord choemoer, wat het meervoud is van chimaar. Letterlijk betekent dit “stof”. Wat chimaar in dit vers exact inhoudt leiden we af uit de Soenna van de Profeet (saw). Aboe Dawoed heeft overgeleverd van ‘Aiesja (ra): “Toen Asmaa, de dochter van Aboe Bakr met een doorzichtig gewaad bij de Boodschapper van Allah (saw) verscheen, wendde hij (saw) zijn blik af en zei: ‘O Asmaa, wanneer een vrouw de menstruatieleeftijd heeft bereikt, mag ze niets meer dan deze delen van haar lichaam laten zien’. En hij toonde hierbij zijn handen en gezicht.”
In het vers is chimaar dus het Arabische woord voor de hoofddoek. Het is een stof die specifiek het hoofd wel en het gezicht niet bedekt. Uit het vers en de overlevering (hadith) blijkt derhalve het Islamitisch oordeel dat het dragen van een hoofddoek die enkel het gezicht onbedekt laat verplicht is voor de moslimvrouwen vanaf de menstruatieleeftijd.
Het genoemd vers leert ons eveneens in hoeverre de hoofddoek de rest van het lichaam moet bedekken. Het woord djoeyoeb is het meervoud van djayb. Dit betekent de halsopening of de kraag van een kledingsstuk. Het vers spreekt derhalve over de boezem, ofwel het lichaamsdeel boven de borsten dat de hals omvat. Uit het vers volgt dus het Islamitisch oordeel dat het verplicht is om middels een hoofddoek zowel het hoofd, met uitzondering van het gezicht, als de boezem te bedekken.
De door Islam voorgeschreven chimaar heeft derhalve een specifiek eigen vorm. Het bedekt de haren, de oren, de nek, de hals en ten slotte de boezem. Hiermee onderscheidt deze Islamitische hoofddoek de chimaar, zich van andere hoofddoeken. Alle mogelijke varianten van de hoofddoek die deze vorm niet hebben, zoals de bandana, voldoen dus niet aan de vereisten gesteld door Islam.
Het afzetten van de hoofddoek is verder verboden (haraam) daar in Islam geldt dat het verboden is een verplichting niet na te komen. Het bewijs hiervoor is in de Koran:
“Het oordeel komt alleen Allah toe. Hij beveelt dat jullie alleen Hem dienen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Joesoef 12, vers 40)
En:
“Zeg: ‘Ik vrees, als ik mijn Heer niet gehoorzaam, de straf van de grote Dag’.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al An’aam 6, vers 15)
Hierbij moet gezegd worden dat degene die zegt dat de Islamitische hoofddoek geen verplichting van Allah (swt) is, misleid is of wil misleiden.
Het Islamitisch oordeel over de hoofddoek is gebaseerd op teksten van de Koran en de Soenna. En het Arabisch oorspronkelijk van deze specifieke teksten kan op slechts één wijze begrepen worden. De communicatie van Allah (swt) betreffende de hoofddoek is dus eenduidig in het aantonen van de verplichting ervan. En zij laten daardoor geen ruimte voor twijfel of meningsverschil betreffende de verplichting van de hoofddoek.
Dus wie zegt dat de Islamitische hoofddoek niet verplicht is, die spreekt de Koran en de Soenna tegen. En het tegenspreken van teksten uit de bronnen van Islamitische wetgeving, wanneer deze teksten eenduidig zijn en slechts op één manier begrepen kunnen worden, is hetzelfde als het verwerpen van de wetgevende bronnen zelf. Hiervoor heeft Allah (swt) de moslims gewaarschuwd:
“Gelooft gij dan slechts in een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een ander gedeelte? Er is geen beloning voor degenen uwer, die zulks doen, behalve schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding zullen zij de strengste kastijding moeten ondergaan, want Allah is niet onachtzaam betreffende hetgeen gij doet.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Baqara 2, vers 85)
De moslims moeten zich beschermen tegen het volgen van de zogenaamde fatwa’s die de moslims er van proberen te overtuigen dat de Islamitische hoofddoek toch niet verplicht is. Dit is in werkelijkheid één van de technieken waar degenen die niet willen dat de mensen moslim zijn en zich onderwerpen aan Allah (swt), gebruik van maken. Zij proberen de moslims enkel te misleiden tot ongehoorzaamheid tegenover Allah (swt).