Feyenoord-aanvoerder Orkun Kökçü weigerde vandaag met een regenboogband te spelen. Het gaat om een One Love-aanvoerdersband. Deze aanvoerdersband staat symbool voor LHBTI-acceptatie. Het is een Nederlandse campagne en gedurende het aankomende WK in Qatar zullen de aanvoerders van België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Wales en Zwitserland in navolging van het Nederlands elftal een regenboogband dragen. Dit is een politiek statement richting het Qatarese regime.
Eerder maakte de UEFA gebruik van een regenboogsymbool dat haar kernwaarden zou belichamen maar conform haar statuten politiek neutraal zou zijn. Het was een roep om een rechtvaardige samenleving en de UEFA verwees ook naar de Christopher Street Liberation Day, een jaarlijks evenement waarbij men demonsteert voor tolerantie van de LHBTI-gemeenschap.
Dit begon ooit in 1969 als opstand in de Verenigde Staten tegen politiegeweld jegens de LHBTI-gemeenschap. Als we dit allemaal op een rijtje zetten, zien we dat de UEFA kernwaarden omarmt die politiek gemotiveerd zijn en verwijst naar een jaarlijks evenement dat politiek activisme belichaamt.
Politieke en religieuze symbolen in de voetballerij worden enkel verboden wanneer ze niet overeenkomen met het heersende discours. De zogenaamde politieke neutraliteit is niets anders dan een fabeltje. Dit ondervond de voormalige PSG-speler Idrissa Gueye in een eerder stadium toen hij er ook voor koos om geen regenboogband te dragen en Mesut Özil toen hij opkwam voor de Oeigoeren. En nu wordt wederom duidelijk hoe voetbal en het heersende politieke discours sterk met elkaar verweven zijn.
Ook nu zijn de reacties veelzeggend. Naast steunbetuigingen krijgt Kökçü ook veel bagger over zich heen. Zo stelde analist en schrijver Hugo Borst (bij NPO Radio 1) dat hij uit een gereformeerd gezin komt maar de ontkerkelijking onder meer heeft gezorgd voor homoacceptatie. Echter vond er volgens hem een verschuiving plaats na de komst van de gastarbeiders maar had hij gehoopt dat de tweede en derde generatie migrantenkinderen islamitische leerstellingen zouden loslaten zoals velen in Nederland afstand hebben gedaan van Bijbelse leerstellingen. Hij stelde dat dit in huize Kökçü niet het geval is en Kökçü er verkeerde opvattingen op nahoudt.
Anderen stelden dat hij aanvoerder zou moeten zijn van iedereen en dat het beter is als hij zijn aanvoerdersband voorgoed inlevert. Ook gaven sommigen aan dat zijn handelswijze aantoont dat er geen ruimte is voor islam in Nederland. Zelfs zijn trainer Arne Slot probeerde hem op andere gedachten te brengen maar stelde dat hij niet van een ander standpunt te overtuigen was. Ook PSV-trainer Ruud van Nistelrooij mengde zich in de discussie.
De John Blankenstein Foundation die sterk verbonden is aan Feyenoord, stelde het volgende:
„Als het zo met de paplepel wordt ingegoten, dan verander je het niet even in één wedstrijd.”
Uit de verschillende reacties blijkt waar het werkelijk om draait. Je dient je te conformeren aan de officiële staatsideologie met als doel om je eigen identiteit uit te wissen. Dit wordt niet onder stoelen of banken gestoken.Het overheidsbeleid zoals opgetekend door de Rijksoverheid:
“Hoe religieuzer iemand is, hoe groter de kans is dat hij of zij LHBTI’s niet accepteert. Ook bestaat er veel weerstand bij biculturele Nederlanders. Zo geeft de helft van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders aan homoseksualiteit verkeerd te vinden. De overheid wil dit veranderen. Dit gebeurt onder meer door de inzet van rolmodellen en het verspreiden van ervaringsverhalen.”
Hans Boutellier beschrijft dit fenomeen ook in het voorwoord van zijn boek ‘Het seculiere experiment-Hoe we van God los gingen samenleven’:
“Met name de islam leidt tot morele verlegenheid. Wat is de diepe westerse twijfel waard ten opzichte van nieuwe waarheidsaanspraken? Het seculiere Westen heeft moeite met de eigen positiebepaling in een veranderende context van geloofsopvattingen.”
Men realiseert zich dat moslims steeds meer vasthouden aan islam en in het kader van identiteitsvorming steeds vaker neigen naar islam i.p.v. secularisme. In plaats van dit gegeven te accepteren en vast te stellen dat er nu eenmaal verschillende opvattingen bestaan, zijn moderne natiestaten gebouwd op verschillende uitsluitingsmechanismen waardoor een roep om assimilatie onvermijdelijk is. Men is simpelweg niet in staat om met andersdenkenden om te gaan. En dat is wat de felle kritiek op Kökçü wederom bevestigt.