Zonder twijfel behoren derivaten tot de veroorzakers van de wereldwijde Financiële Crisis van 2007 – 2008, misschien wel de ergste economische crisis is sinds de Grote Depressie omdat deze de meeste westerse economieën al zes jaren in recessie houdt.
De crisis werd bekend onder het grote publiek toen op de 15e september 2008 de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers het faillissement aanvroeg, omdat deze zich realiseerde dat hij verliezen had geleden op de markt voor derivaten die haar vermogen te boven gingen. [1] Vervolgens haastten de overheden en centrale banken van Amerika en Europa zich om in te grijpen op de markten voor derivaten en gaven ze de grote spelers oost en west van de Atlantische oceaan biljoenen dollars [2] om complete ineenstorting van hun economieën te voorkomen.
Het onderzoek dat sindsdien gedaan is om de precieze rol van derivaten in de economische crisis te achterhalen heeft ook bewezen dat deze instrumenten, in het bijzonder Credit Default Swaps (CDS) gerelateerd aan sub-prime Collateralized Debt Obligations (CDO), de primaire oorzaak voor de crisis vormden. [3]
Echter, de meeste economen en beleidsmakers vandaag de dag geloven dat de oorzaak voor de crisis niet derivatenhandel an sich was, maar meer een gebrek aan overzicht en controle over deze handel door regeringen. Mensen zonder ethisch besef – de zogenoemde “gierige bankiers” – zouden van deze situatie gebruik hebben gemaakt , waarvan zijzelf veel profijt hadden maar wat rampzalige gevolgen voor de economie als geheel had. [4] Onder economen en beleidsmakers worden derivaten daarom nog steeds gezien als een in potentie profijtelijk iets, de handel waarin echter onder controle moet worden gebracht door een correcte organisatie.
Dit artikel wil onderzoeken hoe correct dit heden ten dage dominante idee betreffende derivaten is.
De theorie van derivaten
De meest gebruikelijke derivaten-typen zijn forward en futures, opties en swaps.
Forward en futures contracten organiseren een handelstractie op een bepaald moment in de toekomst. De verkopende partij in een forward of futures contract zegt “op die-en-die datum in de toekomst lever ik aan de kopende partij zoveel van dit-en-dit goed tegen deze-en-deze prijs” terwijl de kopende partij zegt “op diezelfde datum in de toekomst koop ik dan van de kopende partij deze hoeveelheid van dat goed tegen genoemde prijs”.
Optie contracten geven iemand het recht – niet de plicht! – om op een bepaald moment in de toekomst iets te kopen tegen een afgesproken prijs. Optie contracten kunnen zowel een verkoop als onderwerp hebben, en dan worden ze put options genoemd, als een aankoop, en dan worden ze call options genoemd. De koper van een put option contract zegt in feite “ik neem het recht om op die-en-die datum in de toekomst, zoveel van dit-en-dit goed tegen deze-en-deze prijs te verkopen”, terwijl de verkoper van een put option zegt “als de koper van de put option op genoemde datum besluit om te doen zoals afgesproken in dit contract, dan zal ik van hem kopen tegen de genoemde voorwaarden”. En de koper van een call option contract zegt in feite “ik neem het recht om op die-en-die datum in de toekomst, zoveel van dit-en-dit goed tegen deze-en-deze prijs te kopen”, terwijl de verkoper van een call option zegt “als de koper van de call option op genoemde datum besluit om te doen zoals afgesproken in dit contract, dan zal ik aan hem verkopen tegen de genoemde voorwaarden”.
Onder een swap contract ruilen twee partijen feitelijk een geldstroom met elkaar. Bijvoorbeeld, wanneer twee bedrijven die allebei een rentedragende lening moeten terugbetalen, de ene waarvan een vaste-rente contract is en de andere een variabele-rente contract, besluiten om elkaars rente te zullen betalen, dan is sprake van een swap. Het bedrijf met het variabele-rente contract betaalt dan de vaste rente van het andere bedrijf, mogelijk omdat dit bedrijf graag zekerheid wil hebben over haar maandelijkse rentekost. En het bedrijf met het vaste-rente contract betaalt dan de variabele rente van het andere bedrijf, mogelijk omdat dit bedrijf denkt dat de rente binnenkort zal dalen. Of als een handelaar die iets verkocht heeft en die in zes maandelijkse termijnen betaald zal worden een afspraak maakt met een derde partij, zodat de handelaar al deze zes maanden van deze derde partij een vastgesteld bedrag in euros krijgt en in ruil hiervoor de dollars aan de derde partij zal geven, dan is sprake van een swap. Een swap kan ook een soort van verzekering zijn zoals wanneer een handelaar die iets verkocht heeft en in zes maandelijkse termijnen betaald zal worden een afspraak maakt met een derde partij, dat hij deze partij iedere maand een bepaald bedrag zal geven in ruil waarvoor deze derde partij de handelaar belooft dat hij hem zal betalen als de handelaar niet al zijn zes maandelijkse termijnen volledig ontvangt.
Kapitalistische economische theorie rechtvaardigt derivaten door te zeggen dat dezen het mogelijk maken om het risico dat hoort bij handel in goederen en diensten te managen. Een handelaar kan door een derivaten contract namelijk een prijs voor zichzelf garanderen, een gegarandeerde verkoopprijs als hij een verkoper is of een gegarandeerde aankoopprijs als hij een koper is. En hij kan middels een derivaten contract garanderen dat hij een bepaald bedrag zal ontvangen iedere maand, of een bepaald bedrag zal moeten betalen iedere maand, zonder fluctuaties. En aangezien alles dat het risico van handel verminderd de bereidheid van mensen om deel te nemen aan handel vergroot, zegt kapitalistische economische theorie dat derivaten economische activiteit stimuleert.
Een verder argument voor derivatenhandel in de kapitalistische economische theorie is dat het de liquiditeit van de markt vergroot en daardoor het prijsmechanisme helpt om de juiste prijzen tot stand te brengen. Dit is omdat derivaten veel goedkoper zij dan het feit waar zij aan gerelateerd zijn. Bijvoorbeeld, een vat olie kost tegenwoordig minstens 100 dollar dus handel met 1,000 vaten olie vereist een startkapitaal van 100.000 dollar. Een optie contract om 1,000 vaten olie te mogen verkopen kost slechts een fractie van dit bedrag, echter. En ook dit optie contract kan verhandeld worden. Derivatenhandel is dus veel meer toegankelijk, wat volgens de kapitalistische economische theorie ervoor zorgt dat er meer deelnemers de markt op de markt zullen zijn, wat zorgt voor meer competitie, waardoor de prijzen beter de daadwerkelijke balans tussen vraag en aanbod weergeven.
Het conflict tussen de kapitalistische theorie en de realiteit van derivatenhandel
Er is een overdaad aan bewijs dat zegt dat derivatenhandel in werkelijkheid niets van doen heeft met het managen van risico.
Volgens data van de Bank for International Settlements (BIS), de “centrale bank voor de centrale banken”, gaat wereldwijd ruim 600 biljoen dollar om in de zogenoemde Over-The-Counter (OTC) derivatenhandel. [5] Ter vergelijking, de wereldwijde economie bedraagt een waarde van omstreeks 70 biljoen dollar. [6] Verder zijn in Amerika, het land met de grootste derivaten markt, verreweg de meeste derivaten in handen van banken en andere financiële instellingen, en niet in handen van instellingen die zich bezig houden met de handel in goederen en diensten. Eind 2011 was 96% van alle derivaten in het bezit van de 5 grootste Amerikaanse banken, terwijl de 25 grootste Amerikaanse banken bijna 100% van alle derivaten in bezit had. [7] Verreweg de meeste derivatencontracten worden ook niet afgehandeld door middel van levering en afrekening van het goed of de dienst. In omstreeks 98% van alle gevallen vindt de finale afrekening plaats door middel van een betaling tussen de betrokken partijen. [4]
Deze statistieken maken duidelijk dat derivaten niet primair gebruikt worden door de producenten en consumenten van goederen en diensten. Ze worden dus niet primair gebruikt om het risico dat hoort bij de handel in goederen en diensten te managen. De derivatenhandel bestaat om mensen in staat te stellen geld te verdienen aan de handel in goederen, diensten, aandelen of schuld en rente, zonder dat zij zich daadwerkelijk bij deze handel hoeven te betrekken. Dit is wat men noemt speculatie.
Evenmin ondersteunen derivaten het prijsmechanisme, alhoewel ze de liquiditeit in de markt vergroten.
Op een markt zonder speculanten zijn de enige participanten degenen die produceren, degenen die willen gebruiken en de traditionele handelaren die iets van waarde toevoegen aan de handel. De traditionele handelaren brengen producenten en consumenten bij elkaar die vanwege onbekendheid met elkaar anders niet waren samen gekomen. Op deze manier helpen traditionele handelaren de economische bedrijvigheid vooruit. Vaak slechten traditionele handelaren ook geografische barrières voor handel, want door transport te organiseren brengen ze producenten en consumenten bij elkaar die anders niet bij elkaar waren gekomen, waardoor ze verdere groei van de economische bedrijvigheid mogelijk maken. En traditionele handelaren kunnen tijdsbarrières voor handel slechten door opslag van goederen te organiseren. Hierdoor stellen ze aanbod en vraag van verschillende moment in staat om toch bij elkaar te komen, waardoor ze wederom verdere groei van de economische bedrijvigheid mogelijk maken. Op deze markt geeft iedere handelstransactie informatie over de stand van zaken betreffende vraag en aanbod, omdat bij iedere handelstransactie op deze markt enkel producenten en consumenten (direct of indirect) betrokken zijn en producenten en consumenten handelen op basis van vraag en aanbod.
De speculanten die zich bezig houden met derivatenhandel produceren niets, consumeren niets, en voegen niet zoals de traditionele handelaar iets van waarde toe aan de markt. De handel van de speculanten op de markt voor derivaten kan daarom geen informatie verschaffen over de stand van zaken betreffende vraag en aanbod. Speculanten handelen op basis van wat zij weten van producenten, consumenten en de traditionele handelaren. Zij handelen op basis van deze afgeleide kennis. De informatie waar speculanten over beschikken kan zowel correct zijn, in de zin dat het overeenstemt met de werkelijke stand van zaken betreffende vraag en aanbod, maar de informatie waar speculanten over beschikken kan ook incorrect zijn en dus conflicteren met de werkelijke stand van zaken betreffende vraag en aanbod.
De komst van speculanten naar de markt maakt het dus onduidelijk wat precies de werkelijke stand van zaken is betreffende vraag en aanbod, omdat de speculanten handelen op basis van zowel correcte als incorrecte informatie betreffende vraag en aanbod. De handel van speculanten verstoort dus het prijsmechanisme omdat het onduidelijk wordt wat precies stand van zaken is betreffende vraag en aanbod.
Het probleem met derivaten
Ten eerste, het is bewezen dat derivatenhandel de prijzen van goederen en diensten beïnvloedt. [9] Aangezien de derivatenhandel het terrein is van de speculanten, de mensen die niets produceren of consumeren en evenmin de handel vooruit helpen door producenten en consumenten samen te brengen, betekent dit dat deze speculanten toch wel van invloed zijn op de prijzen van goederen en diensten. Dit is een ernstige verstoring van het prijs mechanisme.
Prijzen zijn van fundamenteel belang voor een economie. Als de prijzen vrij kunnen fluctueren in reactie op veranderingen in vraag en aanbod, dan geven de prijzen informatie over de stand van zaken betreffende vraag en aanbod. Dit stelt de producenten in staat om geïnformeerde beslissingen te nemen over hoe ze hun productiekapitaal zullen gebruiken en het stelt de consumenten in staat om geïnformeerde beslissingen te nemen over hoe ze hun inkomen zullen gebruiken. Het resultaat hiervan zal zijn overschotten en tekorten zullen verdwijnen van de markt.
Wanneer zaken anders dan vraag en aanbod de prijzen van goederen en diensten beïnvloeden, zoals belastingen, subsidies en wetten, dan wordt de werking van dit prijsmechanisme verstoord. Bijvoorbeeld, als een overheid een wet maakt die de prijs van een bepaald goed verhoogd, dan zullen de producenten hierop reageren door meer van dat goed te produceren. De consumenten zullen echter reageren door minder van dat goed te consumeren. Een deel van de productie zal dan niet verkocht worden en een overschot zal ontstaan op de markt. Dit betekent dat een deel van de productiemiddelen voor niets ingezet is en dus dat de economie als geheel zou beter af zou zijn geweest als zij voor iets anders ingezet waren. Verstoringen van het prijsmechanisme zijn dus een vorm van inefficiëntie in de economie.
De handel in derivaten beïnvloedt de prijzen net zoals belastingen, subsidies en wetten. Dit betekent dat de derivatenhandel het prijsmechanisme verstoort net zoals belastingen, subsidies en wetten.
Het zorgt voor een verkeerd gebruik van productiekapitaal en inkomen en brengt zo overschotten en tekorten – oftewel inefficiënties – tot stand in de economie.
Ten tweede, derivatenhandel vergroot het risico dat hoort bij handel in goederen en diensten en hinderd zo economische groei.
De ondernemer is de motor achter echte economische groei. Een (potentiële) ondernemer baseert zijn plannen op wat hij denkt te weten van aanbod en vraag in zijn markt, nu en in de toekomst. De derivatenhandel vormt een verdere invloed op de prijs die door de (potentiële) ondernemer niet ingeschat kan worden, omdat de derivatencontracten die de prijs beïnvloeden niet gebaseerd zijn echte productie en echte vraag maar op de verwachtingen van de derivatenhandelaar betreffende de echte productie en de echte vraag. De derivatenhandel zorgt dus voor extra onzekerheid in de markt. Dit betekent dat de derivatenhandel het risico voor de (potentiële) ondernemer vergroot, oftewel het ondernemen ontmoedigd.
Ten derde, derivaten doen het risico dat hoort bij handel in goederen, diensten, aandelen of schuld niet verdwijnen maar ze verplaatsen het, waardoor ze een economie in de richting van economische crisis sturen.
Wat producenten, handelaren of consumenten kunnen doen door middel van derivaten is hun risico in de handel verplaatsen naar iemand anders. Als een verkoper bang is dat het prijs van zijn goed gaat dalen in de toekomst, dan kan hij dit risico voor hemzelf overgeven aan iemand anders door een optie contract af te sluiten dat hem garandeert dat hij in de toekomst tegen een bepaalde prijs kan verkopen. De partner van de verkoper in dit optie contract loopt dan het risico dat hij in de toekomst moet kopen tegen een prijs die hoger is dan de marktprijs op dat moment. Dus het risico blijft bestaan maar ligt door het derivaat niet meer bij de verkoper. Derivaten moedigen daarom de participanten op de markt aan om meer risicovol gedrag te vertonen. De derivaten stellen de participanten op de markt immers in staat om dit risico te verschuiven naar iemand anders. Het bestaan van derivatenhandel zorgt dus voor meer risicovol gedrag dan het geval zou in afwezigheid van derivatenhandel. Een voorbeeld hiervan is de Amerikaanse huizenmarkt in aanloop naar de huidige economische crisis. De Amerikaanse banken werden door derivaten aangemoedigd om leningen uit te geven zonder de capaciteit tot terugbetalen van de lener goed in te schatten. De banken verkochten namelijk het recht op terugbetaling en rente door middel van een derivaat zodra ze de lening uitgegeven hadden, dus het uitgeven van leningen was bijna geheel risico-vrij voor hen. [10]
Verder verdoezelen derivaten het risico in de economie, waardoor ze inschatting en analyse van het risico in de economie onmogelijk maken. Door derivaten ligt het risico namelijk niet meer bij de producenten, handelaren of consumenten van in goederen, diensten, aandelen of schuld, maar bij anderen. En omdat gewoonlijk derivaten contracten worden afgesloten om het risico op derivaten contracten te verplaatsen, contracten die vaak zo complex zijn dat slechts weinig mensen ze compleet begrijpen, maakt de derivatenhandel het praktisch onmogelijk om te achterhalen wat er met het risico gebeurd is, waar het heen gegaan is, en wie het uiteindelijk in handen heeft genomen. [11]
Dit zorgt voor onderschatting van het risico. Tijdens een speech in mei 2007, bijvoorbeeld, zei Timothy Geithner, die op dat moment het hoofd van de Centrale Bank van New York was maar die later de Amerikaanse minister van Financiën werd, dat derivaten hadden geholpen om “risico to meten en te managen”. [12] Maar dit was slechts weken voor het begin van de internationale financiele crisis van 2007 – 2008, die wereldwijde tot economische krimp heeft geleidt, massale werkeloosheid en zelfs ganse naties failliet heeft doen laten gaan!
Conclusie
De analyse van de feiten met betrekking tot derivaten toont aan dat ze een economie op verschillende manieren schadelijk beïnvloeden. Zij kunnen zorgen voor een voordeel voor een economie. Echter, de nadelen van derivaten, zoals het belemmeren van het prijsmechanisme en de ontmoediging van het ondernemerschap, zijn duidelijk van grotere invloed op de economie dan het mogelijke voordeel van de verplaatsing van risico’s – ook omdat de mogelijkheid om risico’s te verplaatsen in zichzelf een risico voor een economie is, zoals hierboven uitgelegd .
Aangezien derivaten desalniettemin toch de norm zijn geworden in de wereldeconomie moet de vraag worden gesteld waarom de kapitalistische economie theorie in wezen geen appreciatie voor de nadelen van derivaten heeft gehad, en haar discours uitsluitend heeft gericht op de potentiële voordelen van derivaten?
Dit zou de discussie leiden naar de fundamentele kwesties die in dit stadium van de ontwikkeling van de menselijke ontwikkeling moeten worden besproken. Het antwoord op de vraag is, namelijk, “omdat machtige instellingen in de westerse wereld enorm profiteren van derivatenhandel”.
Derivaten, wat ze hebben veroorzaakt in de wereld en wat zij blijven veroorzaken in de wereld, zijn dus niets anders dan een symptoom van een veel meer fundamenteel probleem waarmee de wereld vandaag de dag kampt. Dit probleem is de realiteit dat het profijt voor een kleine elite in deze wereld alles domineert, waaronder het profijt voor de massa’s en zelfs het profijt van geheel deze wereld.
Met toestemming vertaald van www.newcivilisation.com
[1] “Causes of Collapse: The Failure of Lehman Brothers Holdings, Inc.”, Sawyer D. Duncan, University of Georgia, 2012, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2192284 [2] “$29,000,000,000,000: A Detailed Look at the Fed’s Bailout by Funding Facility and Recipient”, James Felkerson, Levy Economics Institute – University of Missouri, 2011, www.levyinstitute.org/pubs/wp_698.pdf [3] Zie bijvoorbeeld “Credit Default Swaps and the Financial Crisis”, Michael Mirochnik, Columbia University, 2010, http://academiccommons.columbia.edu/catalog/ac:138122 [4] “The Role of Derivatives in the Financial Crisis”, Michael Greenberger, getuigenis voor de “Financial Crisis Inquiry Commission”, 2010, http://fcic-static.law.stanford.edu/cdn_media/fcic-testimony/2010-0630-Greenberger.pdf [5] “Semiannual OTC derivatives statistics at end-December 2012”, Bank for International Settlements, www.bis.org/statistics/derstats.htm [6] http://en.wikipedia.org/wiki/World_economy [7] “OCC Reports Fourth Quarter Trading Revenue of $2.5 Billion”, Office of the Comptroller of the Currency (OCC), 2012, http://occ.gov/news-issuances/news-releases/2012/nr-occ-2012-48.html [8] “The Global Derivatives Market: An Introduction”, Stefan Mai, Deutsche Börse Group, 2008, www.math.nyu.edu/faculty/avellane/global_derivatives_market.pdf [9] “The influence of financial derivatives in global commodity markets”, Accenture, 2008, www.accenture.com/SiteCollectionDocuments/PDF/Accenture_The_Influence_of_Financial_Derivatives_in_Global_Commodity_Markets.pdf [10] “Confessions of a Subprime Lender: An Insider’s Tale of Greed, Fraud, and Ignorance”, Richard Bitner, 2009 [11] “How AIG fell apart”, Reuters, www.reuters.com/article/2008/09/18/us-how-aig-fell-apart-idUSMAR85972720080918 [12] “Liquidity Risk and the Global Economy”, Timothy Geithner, 2007, www.ny.frb.org/newsevents/speeches/2007/gei070515.html