Al Qaasim
In het jaar vijfentwintig voor de Hidjra trouwde Mohammed bin ‘Abdoellah bin ‘Abd al Moetallib (saw), de man die door Allah (swt) uitverkoren zou worden om als Zijn (swt) laatste profeet Zijn (swt) openbaringen te ontvangen, met Chadidja bint Choewaylid (ra). Twee jaren in het huwelijk, oftewel drieëntwintig jaar voor de Hidjra, werden Mohammed (saw) en Chadidja (ra) verblijd met de geboorte van hun eerste kind. Het was een jongen die ze Al Qaasim noemden. Al Qaasim werd geboren in Mekka, elf jaar voor het begin van het profeetschap van zijn vader Mohammed (saw). Volgens de traditie van de Arabieren werd Mohammed (saw) hierna aangesproken met Aboe Al Qaasim, vader van Al Qaasim.
Vanwege zijn liefde voor zijn zoon hield Mohammed er van om zo genoemd te worden, ook na de komst van het profeetschap. Zijn metgezellen spraken hem (saw) daarom aan als Aboe Al Qaasim. Bijvoorbeeld, toen op een dag een man de moskee verliet nadat de oproep tot het gebed uitgegaan was zei Aboe Hoerayra (ra): “Deze man is ongehoorzaam geweest tegenover Aboe Al Qaasim (saw).” (Moeslim, Ahmed, Abu Dawud, An Nisai, Ibn Maadja, Tirmidhi). De echtgenotes van Profeet Mohammed (saw) spraken eveneens over hem als Aboe Al Qaasim. Van ‘Aiesja (ra) is overgeleverd: “De Boodschapper van Allah (saw), Aboe Al Qaasim, en ik lagen onder een enkele deken…” (An Nasaa-ie). Zelfs de niet-moslims kenden Profeet Mohammed (saw) als Aboe Al Qaasim. Anaas bin Maalim (ra) heeft overgeleverd: “Er was een jonge joodse jongen die de Profeet (saw) bediende en hij werd ziek. Dus bezocht de Profeet (saw) hem. Hij (saw) ging zitten nabij zijn hoofd en vroeg hem om moslim te worden. De jongen keek naar zijn vader, die met hen zat. Hij zei hem Aboe Al Qaasim gehoorzaam te zijn en dus werd de jongen moslim. De Profeet (saw) kwam (toen) naar buiten en zei: ‘Geprezen zij Allah die de jongen heeft gered van het Hellevuur!’.” (Boechari)
Maar tot groot verdriet van zijn vader en moeder stierf Al Qaasim al op jonge leeftijd. Het is niet geheel duidelijk hoe oud hij precies was op het moment van zijn overleden. Sommige mensen zeggen twee jaar oud terwijl anderen zeggen “oud genoeg om dingen te begrijpen”, oftewel drie of vier. Duidelijk is in ieder geval dat hij stierf voor het moment dat zijn vader (saw) het profeetschap ontving.
Zaynab
Kort na Al Qaasim, ongeveer tien jaar voor het begin van het profeetschap, werd Zaynab geboren als eerste dochter van Mohammed (saw) en Chadidja (ra). Toen haar vader (saw) haar informeerde over het feit dat hij (saw) een openbaring had ontvangen van Allah (swt) werd Zaynab direct moslim. Zoals destijds de traditie was onder de Arabieren was Zaynab op dat moment reeds getrouwd. Haar echtgenoot heette Aboe al ‘Aas bin Ar Rabie’ en hij weigerde om zijn schoonvader als Boodschapper van Allah (swt) te accepteren en moslim te worden. Hij was bang dat de mensen op hem neer zouden kijken als hij na zijn vrouw ook moslim zou worden, omdat de mensen dan zouden kunnen denken dat zijn vrouw de baas was in hun relatie en hij haar gehoorzaamde in plaats van andersom. Hij hield echter wel veel van zijn vrouw en daarom bleef hun huwelijk in stand ondanks de bekering tot Islam van Zaynab. Zelfs toen de leiders van de Qora’iesj Aboe al ‘Aas bin Ar Rabie’ opdroegen om van Zaynab te scheiden omdat zij de dochter van Profeet Mohammed (saw) was, weigerde hij.
Vanwege haar huwelijk kon Zaynab in het twaalfde jaar van het profeetschap van Mohammed (saw) niet samen met haar vader (saw) en de andere moslims emigreren van Mekka naar Al Madina. Nog erger was het feit dat Zaynab’s echtgenoot Aboe al ‘Aas bin Rabie’ na deze emigratie aan de zijde van Qoraiesj ten strijde trok tegen de moslims. Bij de Slag van Badr die de Qariesj verloren van de moslims werd hij door de moslims gevangen genomen. Zaynab stuurde daarop een halsketting naar de moslims in Al Madina om haar man vrij te kopen. Dit halsketting had zij oorspronkelijk gekregen van haar moeder Chadiedja (ra), de vrouw die Profeet Mohammed (saw) zoveel lief had gehad en die op dat moment reeds overleden was. Toen Profeet Mohammed (saw) het halsketting ontving herkende hij het direct. Hij (saw) vroeg de moslims toen of zij akkoord konden gaan met het vrijlaten van Aboe al ‘Aas bin Rabie’ en om hem met het halsketting terug te laten keren naar Mekka. Uit liefde voor de Profeet (saw) gingen de moslims akkoord met zijn verzoek. Profeet Mohammed (saw) stelde Aboe al ‘Aas bin Rabie’ toen als voorwaarde dat hij bij terugkomst in Mekka van Zaynab zou scheiden en haar naar Al Madina zou laten vertrekken om zich bij de moslims te voegen. Aboe al ‘Aas bin Rabie’ deed bij terugkeer in Mekka inderdaad zoas hij Profeet Mohammed (saw) beloofd had. Hij liet Zaynab emigreren naar Mekka, maar in eerste instantie verzetten de mensen van Mekka zich tegen haar vertrek. Zaynab werd door hen met geweld tegengehouden, waarbij zij zwaar ten val kwam. Zaynab was op dat moment zwanger en verloor door de val haar baby. Ze raakte zelf ook gewond. Desondanks vluchtte ze korte tijd later midden in de nacht alsnog van Mekka naar Al Madina.
In het achtste jaar na de Hidjra van haar vader (saw) stierf Zaynab uiteindelijk aan de wond die zij bij haar emigratie had opgelopen. Ze werd dus ongeveer 30 jaar oud.
‘Abdoellah
Na de geboorte van Zaynab kreeg Profeet Mohammed (saw) nog een zoon samen met Chadidja (ra). Van ‘Abdoellah bin ‘Abbaas is overgeleverd: “De oudste zoon van de Boodschapper van Allah (saw) was Al Qaasim, na hem kwam Zaynab, na haar ‘Abdoellah, en na hem drie dochters Oemm Koelthoem, Fatima and Roeqayya.” (Ibn Djarier bin Sa’ad, Ibn Asakir). ‘Abdoellah zoon van Mohammed (saw) stierf echter als baby, slechts kort na de dood van zijn broer Al Qaasim.
Voor de Qoraiesj die Islam en Profeet Mohammed (saw) vijandig gezind waren was dit aanleiding om Profeet Mohammed (saw) te beledigden en te kwetsen. Al ‘Aas bin Wa’il zei, als hij langs Profeet Mohammed (saw) liep: “Inderdaad ik beledig je, want voorwaar jij bent afgesneden, zonder een mannelijk kind dat na jou kan voortleven.” Allah (swt) openbaarde daarom:
“Voorwaar, jouw vijand is degene die afgesneden is (van het goede in deze wereld en in het Hiernamaals.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Kauwthar 108, vers 3)
Er zijn sommige mensen die zeggen dat Profeet Mohammed (saw) naast Al Qaasim en ‘Abdoellah nog twee zoons kreeg met Chadidja (ra), namelijk At Taahir en At Tayyib. Maar dit is incorrect. At Taahir en At Tayyib waren namelijk de bijnamen die gebruikt werden voor ‘Abdoellah.
Roeqayya
Drie jaar na Zaynab, dus ongeveer acht jaar voor de komst van het profeetschap, werd Roeqayya geboren uit het huwelijk tussen Mohammed (saw) en Chadidja (ra). Op het moment dat haar vader de eerste openbaring ontving van Allah (swt) was ze net getrouwd met ‘Oetba bin Abi Lahab, de zoon van Aboe Lahab. Één van de eerste dingen die Profeet Mohammed (saw) deed na het profeetschap te hebben ontvangen was naar de berg Safa gaan, even buiten Mekka. Daar riep hij (saw) luid: “Wa sabaha (O, de ochtend)!”. Deze spreuk werd door de Mekkanen gebruikt als een alarm dat geroepen moest worden wanneer in de ochtend vijandige stammen met hun legers voor de poorten van Mekka stonden. Dus toen de mensen van Mekka het woord van alarm van Profeet Mohammed (saw) hoorden, kwamen ze allen bijeen bij de berg Safa. Profeet Mohammed (saw) sprak daarop al de aanwezige clans aan en vroeg hen: “Als ik tegen jullie zou zeggen dat zich achter deze berg een vijandelijk leger bevindt, zouden jullie mij dan geloven?”. De mensen knikten allemaal instemmend en zeiden: “Ja, want we hebben jou nooit iets anders dan de waarheid horen zeggen”. Daarop zei Profeet Mohammed (saw): “In dat geval, ik waarschuw jullie voor een vreselijke bestraffing”. Aboe Lahab, de schoonvader van Roeqayya, zei toen: “Moge jouw handen ten onder gaan deze dag. Is het hiervoor dat je ons samengeroepen hebt?”. (Boechari). Allah (swt) openbaarde hierna:
“De macht van Aboe Lahab en hijzelf zullen ten onder gaan. Zijn rijkdommen en daden zullen hem niet baten. Weldra zal hij in een laaiend Vuur branden.” (Zie de vertaling van de betekenissen van de Koran, soera Al Masad 111, vers 1 – 3)
Aboe Lahab gaf hierna zijn zoon ‘Oetba de opdracht om te scheiden van de Roeqayya en hij volgde de opdracht van zijn vader.
Roeqayya trouwde daarop met ‘Oethman bin ‘Affaan (ra). ‘Oethman bin ‘Affaan (ra) behoorde tot de meest vooraanstaande nobelmannen van de Qoraiesj. Hij (ra) behoorde ook tot de eerste moslims. En hij (ra) behoorde tot de mooiste en meest welgemanierde mannen van Qoraiesj. Roeqayya nam onder de vrouwen van Mekka eenzelfde positie in. Bij het huwelijk van beiden zei men daarom: “Het mooiste koppel dat men ooit heeft gezien is Roeqayya en haar echtgenoot.” (In Ansaab al Asjraf, door Imaam Ahmad bin Yahya al Balaadhoeri).
Samen met haar echtgenoot was Roeqayya onder degenen die in het vijfde jaar van het profeetschap van Profeet Mohammed (saw) naar Abessinnië emigreerden om zichzelf te verlossen van de intense vervolging van de moslims door de Qoraiesj. ‘Oethman (ra) en Roeqayya keerden enkele jaren later terug naar Mekka nadat ze een gerucht hadden gehoord dat de Qoraiesj moslim waren geworden. Bij aankomst in Mekka bleek echter dat dit niet het geval was. ‘Oethman (ra) en Roeqayya bleven toen in Mekka totdat zij tezamen met de andere moslims naar Al Madina konden emigreren.
Toen de moslims zich in het tweede jaar na de Hidjra gereed maakten om onder leiding van Profeet Mohammed (saw) ten strijde te trekken tegen de Qoraiesj lag Roeqayya ziek op bed. Profeet Mohammed (saw) gaf ‘Oethman (ra) daarom de opdracht om niet met de moslims mee te gaan maar om voor zijn vrouw te zorgen. Terwijl de moslims de Slag bij Badr vochten overleed Roeqayya aan haar ziekte. Roeqayya was toen ongeveer 22 jaar oud. Profeet Mohammed (saw) vernam dit nieuws na zijn (saw) terugkeer in Al Madina.
Oem Koelthoem
Oem Koelthoem werd geboren uit het huwelijk tussen Mohammed (saw) en Chadidja (ra) ongeveer een jaar na haar zus Roeqayya. Mede omdat ze kort na elkaar geboren waren, waren Roeqayya en Oem Koelthoem tijdens het opgroeien bijna onafscheidelijk.
Net zoals haar zus was Oemm Koelthoem voor de komst van het profeetschap tot haar vader Mohammed (saw) getrouwd met een zoon van Aboe Lahab. Waar Roeqaya was getrouwd met ‘Oetba bin Abi Lahab was Oemm Koelthoem getrouwd met ‘Oetaiba bin Abi Lahab. Toen ‘Oetba scheidde van Roeqayya scheidde ‘Oetabiba ook van Oemm Koelthoem, voor dezelfde reden.
Oem Koelthoem, echter, trouwde niet opnieuw. Zij bleef bij haar vader (saw) en moeder (ra) en leefde met hen in Mekka terwijl de moslims door de Qoraiesj zwaar vervolgd werden. Zij onderging deze vervolgingen samen met haar vader (saw), moeder (ra) en de overige moslims, geduldig.
Na dood van haar zus Roeqayya trouwde Oem Koelthoem met de weduwnaar van haar zus ‘Oethman bin ‘Affaan (ra). Net als haar zus zou ook Oem Koelthoem sterven tijdens afwezigheid van haar vader (saw). Terwijl Profeet Mohammed (saw) en haar echtgenoot ‘Oethman (ra) op expeditie waren naar Tabuk, in het negende jaar na de Hidjra, overleed Oemm Koelthoem namelijk in Al Madina op ongeveer achtentwintig-jarige leeftijd. Toen Profeet Mohammed (saw) en ‘Oethman (ra) bij terugkeer leerden van haar dood, trooste Profeet Mohammed (saw) ‘Oethman (ra) met de woorden: “Geef jullie dochters voor huwelijk aan ‘Oethman. Als ik een derde dochter zou hebben, zou ik haar voorzeker voor huwelijk aan hem hebben gegeven. En ik heb nooit iemand aan hem gehuwelijk behalve onder goddelijke inspiratie.” (At Tabarani).
Fatima
Fatima was de derde dochter in het huwelijk tussen Profeet Mohammed (saw) en Chadidja (ra) en zij werd geboren vijf jaar voor de komst van het profeetschap naar haar vader (saw). Ze was dus twee jaar jonger dan Oemm Koelthoem, drie jaar jonger dan Roeqayya en vijf jaar jonger dan Zaynab.
Van al de kinderen van Profeet Mohammed (saw) leek Fatima het meest op haar vader (saw). ‘Aiesja (ra) heeft gezegd: “Ik heb onder de schepping van Allah (swt) niemand gezien die in spraak, conversatie en manier van zitten meer op de Boodschapper van Allah (saw) leek dan Fatima. Als de Boodschapper van Allah (saw) haar zag naderen, dan begroette hij (saw) haar, stond hij (saw) op, kuste hij (saw) haar, nam hij (saw) haar bij de hand en deed hij (saw) haar zitten waar hij zat.” (Boechari in Al adab al moefrad).
Één van de bijnamen waaronder Fatima bekend is geworden is “Oemm Abieha”, oftewel moeder van haar vader (saw). Op het moment dat haar vader (saw) het profeetschap ontving woonde Fatima nog thuis. Fatima stond vanaf dat moment haar vader (saw) terzijde terwijl hij (saw) door de vijanden van Islam vervolgd werd. Bijvoorbeeld toen Profeet Mohammed (saw) het gebed verrichte bij de Ka’aba in Mekka en Aboe Djahl, één van de grote vijanden van Islam, samenspande met zijn vrienden om de ingewanden van een kameel op de rug van Profeet Mohammed (saw) te leggen tijdens zijn prostratie. Toen ze dit gedaan hadden konden ze niet ophouden met lachen terwijl Profeet Mohammed (saw) in prostratie bleef met de ingewanden op zijn rug. Fatima snelde toen naar hem (saw) toe om het vuil van zijn (saw) rug te halen. (Boechari). Fatima was op dat moment ongeveer tien jaar oud.
Fatima trouwde pas na de emigratie van de moslims van Mekka naar Al Madina. In het tweede jaar na de Hidjra vroeg ‘Ali bin Aboe Taalib (ra) haar vader (saw) om haar hand. Ze trouwden. Maar samen met haar echtgenoot bleef ze haar vader (ra) terzijde staan. Het is overgeleverd dat als Profeet Mohammed (saw) gewond raakte door de vervolgingen van de Qoraiesj, dat Fatima en haar man ‘Ali (ra) hem dan verzorgden. ‘Ali (ra) bracht dan water en Fatima waste dan het bloed van het gezicht van Profeet Mohammed (saw). (Boechari).
De band tussen Fatima en haar vader Profeet Mohammed (saw) was daarom zeer hecht. Men heeft overgeleverd: “Als de Boodschapper van Allah (saw) op reis ging dan was Fatima het laatste lid van zijn familie die hij (saw) zag, en als hij terugkwam was de eerste die hij bezocht Fatima.” (Aboe Dawoed).
In het tiende jaar na de Hidjra werd Profeet Mohammed (saw) ernstig ziek en riep hij (saw) Fatima bij zich. ‘Aiesja (ra) heeft verteld: “Tijdens de ziekte die hem fataal zou worden riep de Profeet (saw) zijn dochter Fatima bij zich en hij (saw) vertelde haar een geheim waardoor ze begon te huilen. Toen riep hij (saw) haar weer en vertelde haar een geheim waardoor ze begon te lachen. Toen ik haar hiernaar vroeg antwoordde ze: ‘De Profeet (saw) vertelde me dat hij zou sterven door zijn ziekte, dus huilde ik; maar toen hij me in het geheim vertelde dat van onder zijn familie ik de eerste zou zijn die zich bij hem zou voegen, glimlachte ik’.” (Boechari). Vijf maanden na de dood van Profeet Mohammed (saw) overleed Fatima, in het elfde jaar na de Hidjra. Ze was op dat moment ongeveer achtentwintig jaar oud.
Ibrahiem
Met zijn slavin Maariya al Qibtiyya kreeg Profeet Mohammed (saw) in Al Madina nog een zoon, Ibrahiem. Hij werd geboren in het achtste jaar na de Hidjra. Profeet Mohammed liet Ibrahiem opvoedden door pleegouders, maar hij (saw) bezocht zijn zoon vaak in hun huis. Tot groot verdriet van Profeet Mohammed (saw) stierf Ibrahiem echter in het tweede jaar van zijn leven. Profeet Mohammed (saw) zei: “De ogen huilen en het hart treurt, maar we zullen enkel zeggen wat onze Heer tevreden stelt. Voorwaar, wij zijn verdrietig vanwege jouw vertrek, o Ibrahiem!”. (Moeslim).
Slotwoord
Profeet Mohammed kreeg dus in total zes kinderen. Van al zijn kinderen leefde alleen Fatima langer dan haar vader (saw). Bij deze kennis is het goed om in herinnering te brengen dat Profeet Mohammed (saw) heeft gezegd: “Er is geen moslim die drie van zijn kinderen verliest voor zij de pubertijd bereiken, of Allah (swt) zal hem het Paradijs binnenlaten vanwege Zijn genade voor hem.” (Boechari).
En Aboe Sinaan heeft gezegd: “Ik begroef mijn zoon Sinaan en Aboe Talha al Choelaani zat naast zijn graf. Toen ik weg wilde gaan nam hij mijn hand en zei: ‘Zal ik je goed nieuws geven, o Aboe Sinaan?’. Ik zei: ‘Ja’. Hij zei: ‘Ad Dahaak bin ‘Abd ar Rahman bin ‘Arzab heeft tot overgeleverd van Aboe Moesa al Asjari dat de Boodschapper van Allah (saw) heeft gezegd: ,,Wanneer iemands kind sterft zegt Allah tot Zijn engelen: “Jullie hebben het kind genomen van Mijn slaaf”. Zij zeggen: “Ja”. Hij (swt) zegt: “Jullie hebben zijn oogappel genomen”. Zij zeggen: “Ja”. Hij (swt) zegt: “Wat heeft mijn slaaf gezegd?”. Zij zeggen: “Hij heeft U geprezen en gezegd ‘Inna lillahi we inna ilayhi raadji’oen’ ”. Allah (swt) zegt: “Bouw voor mijn slaaf een huis in het Paradijs en noem het het huis van de prijzing”.’ ’’.” (At Tirmidhi).